"5. Welzalig zijn zij die in Uw huis wonen, zij loven U voortdurend. Sela
8. Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat."