Vorige week hebben we het gehad over inductie en de benodigde uniformiteit van de natuur. Nu zullen we het hebben over deductie (logische afleiding) en de benodigde wetten van de logica. Rationeel redeneren betekent dat je redeneert met gebruik van en binnen de grenzen van de wetten van de logica. Een rationeel wereldbeeld moet dan ook een rechtvaardiging hebben voor het bestaan en de eigenschappen van zulke wetten. Onderdeel van rationaliteit is namelijk dat we een goede reden hebben voor onze overtuigingen.
Deze eigenschappen van logica zijn goed te funderen op het christelijk wereldbeeld. Omdat God onveranderlijk is, alomtegenwoordig/soeverein, immaterieel (God is Geest), is het noodzakelijkerwijs zo dat Zijn gedachten abstract, universeel en onveranderlijk zijn.