Gert Jan Kocken (1971) studeerde aan de Koninklijke Academie (KABK) en was resident aan de Rijksakademie. Hier gooide hij hoge ogen met zijn complexe foto’s opgebouwd uit tientallen kaarten van Amsterdam om tot een gelaagde afbeelding te komen die de stad in de oorlogsjaren tot in detail weergeeft. Vanuit een soortgelijk startpunt heeft Kocken de informatie over covid-19 geanalyseerd en samengevoegd. Door een grafische weergave te kiezen, heeft hij dit maal een keuze gemaakt in de leesbaarheid.
In de media vliegen de interpretaties van covid-19 cijfers je om de oren. IC-opnames, het R-getal en ook de sterfgevallen. Door deze interpretaties verworden de personen achter de cijfers tot abstracte data. Rondom het covid-19 virus wemelt het van de informatie die, al dan niet gefundeerd, verspreid wordt. Vol ongeloof bekeek Kocken deze ontwikkeling. In zijn kunstwerk levert hij kritiek op de stroom van desinformatie of misinterpretatie van informatie. Met zijn kunstwerk wil hij de data uit de eerste golf van de pandemie tastbaar maken. Om vat te krijgen op de crisis wordt sterk geabstraheerd, maar het gaat wel over leven en dood: op het hoogtepunt van de curve stierven er op één dag 234 mensen aan het virus. Hij besloot deze aantallen in een grafiek te vatten die meerdere lagen van informatie handmatig samenbrengt.
Kocken geeft een persoonlijke kijk op statistieken. De data zeggen wel wat over tendensen maar doen je vergeten dat elke dode een mens vertegenwoordigd, vaak te vroeg uit het leven weggerukt. Door op een handmatige manier met deze data te werken, geeft de kunstenaar het individu een gezicht. Hij laat de complexiteit in een veelzijdig beeld zien en wijkt daarmee af van de context in een academisch medisch centrum. Hier is de norm juist het isoleren van gegevens. Iedere specialist kan zijn of haar afgebakende gebied beoordelen, maar invloed van omstandigheden op elkaar dreigt dan uit zicht te raken.