Praten met je handen gaat over NmG, Nederlands met Gebaren. In 2017 ben ik dat gaan leren en sinds 2018 begeleid ik een gebarenoefengroep in Zeewolde. Dit is zo leuk om te doen. We oefenen elke week een uurtje. We leren en herhalen gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal. Dat doen we naar aanleiding van een thema. En we doen vaak een spelletje waarbij de gebaren belangrijk zijn.
Waarom ik graag gebaren wil leren, vertel ik in deze aflevering Praten met je handen.
Volledig transcript
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over het evenwicht in de breedste zin van het woord.
En dit keer wil ik het gaan hebben over, ja noem het maar het psychisch evenwicht. Want naast het fysieke evenwicht heb ik het ook regelmatig over hoe ik zelf in balans blijf en hoe ik zelf met bepaalde dingen omga en dat heeft natuurlijk te maken met het psychisch evenwicht. Dit is aflevering 9, 'Praten met je handen'.
Hoewel ik zelf als kind best laat leerde praten, heb ik dat wel goed geleerd. Uiteindelijk kon ik gewoon in goede zinnen praten en ik wist toen nog niet -als kind- dat er gehoorverlies was en ik geloof ook niet dat dat mij heeft tegengehouden in het goed leren praten.
Mijn gehoorverlies was toen nog zo weinig dat ik toch wel heel veel dingen heb opgenomen en dus zelf goed heb leren praten.
Nu dat 'Praten met je handen'. En waarschijnlijk heb ik dat wel mijn hele leven al gedaan. Op een gegeven moment dat ik iets ging vertellen dat ik ook mijn handen erbij gebruikte. Dat heb ik nooit zelf zo beseft totdat ik een buurvrouw kreeg en als ik bij de buurvrouw kwam om iets te vertellen, dan keek ze naar mijn handen!
Zij had iets dat ze, ja een soort van verlegenheid of zo was, dat ze dus niet echt in mijn ogen durfde te kijken en dan keek ze dus naar mijn handen. Dus als ik praatte gebruikte ik die handen en daar keek zij naar.
En ja, dat waren gewoon gebaren of tenminste ...ehm... ja wat deed ik met mijn handen als ondersteuning in het verhaal wat ik vertelde zonder dat die, wat ik deed met die handen echt iets betekende.
Pas toen ik zelf gehoorverlies, dat ik het wist dat ik dat had, kon ik natuurlijk moeilijker spraakafzien en dat is natuurlijk steeds meer geworden, daar heb ik al eerder over verteld, vanaf dat ik dat weet, is het gehoorverlies steeds meer toegenomen. En op een gegeven moment was ik toch toe, en met tinnitus, met het oorsuizen en met het gehoorverlies, was ik toe aan een hoortoestel. Dat heb ik toen gekregen, nou dat verhaal heb ik al eerder verteld, dat ging toen mis en ik heb heel lang zonder hoortoestellen gelopen ondanks dat ik zoveel gehoorverlies had dat ik dus toch het hele spraakafzien, dat dat steeds moeilijker ging.
In 2017, nou ja dat is nog niet zo heel lang geleden, in 2017 zag ik ineens langskomen dat er een Nederlandse Gebarenchallenge was. En dan gaat het om Nederlands met gebaren. Nederlands met ondersteunende gebaren. Daar had ik al eerder over gehoord, ik heb ook wel eens eerder gehoord over Nederlandse Gebaren Taal. Helemaal natuurlijk in dat hele proces dat ik zelf dat gehoorverlies had en ging leren over, hoe ga je mensen begeleiden die dat ook hebben. Ik ben dan ook HoorCoach. Dus vanuit die hoek kreeg ik natuurlijk al veel meer te maken met mensen die slechthorend zijn, mensen die nou, bijna doof zijn. En toen in 2017 kwam ik dat tegen. Dat was de allereerste keer dat de Gebarenchallenge gehouden zou worden. En toen had ik ineens van: is dat niet een heel goed idee voor mij?!
Ik ben ermee begonnen, eigenlijk met in het achterhoofd, ik weet dat met dat genetische defect, wat ik heb, dat het gehoorverlies uiteindelijk tot doofheid kan leiden. Dat zie ik ook aan mijn moeder, zij heeft hetzelfde genetische defect en zij is nu, als zij haar hoortoestellen uit heeft, is ze vrijwel doof. Dat staat mij ook te wachten. Dus ik had zelf al: als ik nu kan beginnen met het leren met gebaren, dan weet ik in ieder geval hoe dat d'r uit ziet en hoe het moet. Waarbij de mensen om me heen toen zeiden: “Ja jij kan het wel gaan leren, maar eigenlijk moet jouw omgeving dat gaan leren. De mensen om je heen, want die gaan dan met jou communiceren, met ondersteunende gebaren”. Nou, dat klopt!
Daar hebben ze gelijk in, alleen, als ik het zelf helemaal niet kan, kan ik het ook niet aflezen bij de ander. En ik moet ergens beginnen. Dus zodoende was die Gebarenchallenge precies op het juiste moment dat ik zelf had: ik vind het leuk om weer wat nieuws te leren en dit is ook iets voor mijn toekomst. Dit is iets wat ik later ook écht kan gaan gebruiken. En het leuke is aan die Challenge dat, het is online, en dan krijg je elke week een filmpje via de mail. En dat filmpje, daar staan dan 10 gebaren in, die zijn gemaakt door Bianca van der Horst. En Bianca legt dan helemaal precies uit hoe het gebaar eruitziet. Hoe je dat moet doen met je handen, welke mimiek je daarbij gebruikt, waarom dat gebaar er is, soms is er geen goede reden waarom dat gebaar gekozen is, voor een gebaar als je dus niet goed kunt horen. En soms is het ook heel logisch. En dat legt zij allemaal uit in dat filmpje. En dat is een jaar lang, elke week krijg je dan dus 10 woorden. Nou dan weet je dus in een jaar lang, 10 woorden, elke week 10 woorden, dan heb je op een gegeven moment een heel scala aan woorden. Een hele woordenschat eigenlijk, in gebaren. Ik vond het geweldig mooi om het te volgen, om het te doen. Alleen, de bedoeling is dat als je dat geleerd hebt, dat je het ook gaat herhalen en dat herhalen, ja dat doe je in je eentje niet zo heel vaak. Ik deed het wel een beetje, maar nog niet zo veel. En toen kwam ik zelf een vriendin tegen, een collega-ondernemer eigenlijk hier in Zeewolde. Dat was Tineke en Tineke daar ging ik samen mee kijken van hoe kunnen wij nog meer met die gebaren bezig zijn.
En ik heb bij haar toen even meegedaan, omdat zij een soort gebarencursus ging geven in babygebaren. En daar ben ik dus bij geweest, dus op verschillende manieren kwam ik dus toch wat meer in aanraking met het maken van échte gebaren. Die horen in de Nederlandse Gebaren Taal. Ja en ik vond het heel leuk om te doen, en ik vond het best moeilijk!
Wat we toen wel bedacht hadden is in 2018, toen was dus al -in 2017 in februari begon die cursus die Nederlandse Gebarenchallenge, die duurde dus tot februari 2018- en in september, toen, dat was zo na de zomervakantie 2018, zijn we begonnen, samen met Tineke deed ik dat, een gebaren-oefengroep hier in Zeewolde. En elke donderdagochtend kwamen we dan bij elkaar met een groepje andere mensen die het ook heel leuk vonden en die om verschillende redenen gebaren wilden leren. En toen zijn we daar dus mee gestart. Kwamen we hier in de Oude Bieb in Zeewolde, dat is een koffiehuis waar je lekkere taart kunt eten en waar ook van alles te koop is aan snuisterijtjes. Een soort kringloopwinkel is het, maar het is als een grote huiskamer ingericht. Het is al heel leuk om daar te zijn. Dus in 2018 zijn we daarmee begonnen. Op een gegeven moment dat Tineke meer ging werken juist op die donderdag dus, die kon niet meer met die groep meedoen, heb ik gezegd ‘ik ga door, ik wil gewoon blijven oefenen en met een groep samen met andere mensen, samen wordt dat ook heel aangenaam, wordt het leuk!’
Dan blijf je het ook écht doen. Dus in 2019 zo, heb ik toen reclame voor gemaakt. Ik meen dat er toen ook een stukje in de krant is gekomen en daar zijn toen mensen op afgekomen. Ik weet ook, het was bij Hoormij, bij stichting Hoormij, de ja, onafhankelijke website. Een stichting die opkomt voor de belangen van mensen met slechthorendheid en tinnitus, hyperacusis en allerlei andere aandoeningen van het oor waaronder ook allerlei evenwichtsaandoeningen. Dat is, daar bij stichting Hoormij, daar kan je heel veel informatie over vinden en zij hebben toen daar dus reclame gemaakt voor mij. Dat ik met die oefengroep verder ging, in Zeewolde, elke donderdagochtend.
En dat doe ik dus nog steeds!
Natuurlijk heeft corona weer roet in het eten gegooid dat we een hele tijd niet bij elkaar zijn geweest, maar al die momenten dat het wel kon, komen we bij elkaar, elke donderdagochtend van half 10 tot half 11. Soms verandert de tijd een beetje van 10 tot 11, in ieder geval één uur lang gaan we samen oefenen. En dat doen we dus naar aanleiding van een thema. Ik bedenk een thema of mensen geven het aan in de groep wat ze willen. En we gaan samen oefenen. En ik begeleid het wel, ik vind het heel leuk om samen te begeleiden. En ja, dat is zó leuk om te doen!
Ik sta nu zelf ook namelijk al gebaren te doen! Ha..
Dat gaat al als een soort automatisme op het moment dat ik ook iemand tegenkom, iemand nieuw tegenkom, dan begin ik met gebaren te maken. En waarom weet ik niet. Alleen het gebeurt automatisch, het is zoiets wat zó in me zit en wat ik leuk vind om te doen en wat mezelf helpt om wat ik wil vertellen nog een keer bij ondersteun. En nu zijn het dan gebaren uit de Nederlandse Gebaren Taal die ik daarvoor gebruik. Vroeger was dat nog niet zo, ondanks dat ik wel met mijn handen praatte, maar nu doe ik dat dan ook met gebaren die ook écht bestaan! Die echt gebruikt worden ook door heel veel andere mensen, met name ook mensen die doof zijn en die dus plotsdoof zijn geworden en die slechthorend zijn. En niet alle slechthorenden kunnen gebaren maken, maar op een gegeven moment zijn de mensen die zo zwaar slechthorend worden, dat ze dan ook wel de meerwaarde zien om gebaren te leren.
Dus ja, we zijn toen die groep in 2019 verder gaan doen. En ja, elke donderdagochtend is eigenlijk een feestje dat we bij elkaar komen! Nou is het ook nog zo geweest dat ik in oktober 2018 via de stichting Plotsdoven bij een gebarenweekend ben geweest. Konden we vanaf vrijdagavond tot en met zondagmiddag heel veel oefenen met allemaal mensen die het ook allemaal wilden leren en vorig jaar in november 2022 ben ik nog een keer naar zo'n gebarenweekend geweest. Ook weer georganiseerd door de stichting Plotsdoven. En dan leer je nét even wat meer! Je leert nét nog meer de finesses en dat kan ik weer overdragen naar die groep mensen die elke donderdagochtend bij me komen.
En wat ervoor nodig is om gebaren te leren is wel een beetje lef. En oefenen, oefenen, oefenen! Hoe spannend het ook is in het begin om met gebaren te praten, op een gegeven moment dat je dat toch wel blijft doen! En elk gebaar herhaalt en herhaalt dan, ook al onthoud je maar één gebaar per week, ja dan heb je toch al een heleboel gebaren aan het eind van het jaar! Dus die 10 gebaren die in die Gebarenchallenge steeds gedaan werden was misschien best veel! Maar dat hoeft dus helemaal niet. Je hoeft ze niet allemaal te onthouden. Als je daar maar iets van onthoudt en je bent het wel elke week aan het oefenen dan kom je op een gegeven moment aan steeds meer gebaren die je echt makkelijk af gaan. Die je dan, als ik zeg van 'goedemorgen' dat de ander ook meteen weet wat goedemorgen is. Ik zeg: 'zeggen' maar het is ook 'doen!
Goedemorgen, duim omhoog en dan je hand omhoog en alsof de zon opkomt. Dat is een gebaar, als je dat al doet bij heel veel mensen en je doet het elke ochtend even, 'goedemorgen' dan is dat al een gebaar dat er zó in gaat zitten. Zo heb ik het zelf ook, ik ben het al zo gewend dat als ik nu iemand 's morgens tegenkom doe ik nu dus 'goedemorgen' met het gebaar van goedemorgen. En dan zie je mensen wel kijken, maar ze vinden het ook gewoon als ik het doe. Hoe vaker ik het doe, hoe gewoner het wordt.
En het leuke is, in onze gebaren-oefengroep -we zeggen ook wel eens gebarencafé, maar ja we zijn er ’s ochtends, dan drinken we koffie, dus echt een café, nou kan ik het ook niet noemen, dus ik zeg eigenlijk altijd nog gebaren-oefengroep- wie daaraan meedoen hebben allemaal een andere reden. De één doet het omdat zij het gewoon heel leuk vindt een andere taal te leren. En de ander vindt het gewoon leuk sowieso om weer iets nieuws te leren. Maar er zijn er ook een paar die dus zelf slechthorend zijn en die vinden het een hele mooie manier ook, net als wat ik heb, als je minder goed gaat horen dat je op een gegeven moment toch met gebaren kunt blijven communiceren. De één doet het ook omdat ze een kleinkind hebben en dan willen ze dat het kleinkind al van jongs af aan met gebaren bezig is, zodat die kinderen al opgroeien met gebaren, dat het ook heel gewoon wordt.
Ik zit even te kijken, er is een meisje bij waarvan haar schoonouders, die zijn doof. En zij wil toch ook met die mensen gaan communiceren. Dus zij heeft ook het lef gehad om mee te gaan doen om toch zelf ook gebaren te gaan doen. Of gebaren te gaan leren.
Ik zit nog meer te denken: wat hebben we dan nog meer?
Mensen die zelf slechthorend zijn. Ik ben even iedereen in mijn hoofd aan het afgaan en oh ja er is ook iemand die dat op haar werk heel goed kan gebruiken, omdat zij met oudere mensen werkt. En daar zitten wel eens mensen bij die doof zijn of zwaar slechthorend en dan kan ze dus ook met die mensen blijven praten met ondersteunende gebaren, zodat het beter helpt in het spraakafzien. Dat de ander dat beter gaat begrijpen.
Zo heeft iedereen een andere reden om mee te doen met die gebaren-oefengroep. Dus je hoeft niet per se zelf slechthorend of doof te zijn. Het kan om allerlei manieren zijn waarom je dat wil gaan doen.
En wat heel mooi is om te vertellen: vroeger is er een hele periode geweest dat kinderen op de dovenschool absoluut geen gebaren mochten doen, terwijl ze dat toch wel van nature wilden doen om te kunnen communiceren, maar dat mochten ze niet op de school gebruiken. En op een gegeven moment is dat veranderd, toen is pas die Nederlandse gebarentaal... is er een hele woordenschat van gemaakt, een lexicon. Om toch met gebaren te kunnen praten. En sinds 1 juli 2021 is er erkenning van de Nederlandse Gebaren Taal. Eindelijk!
En ik zeg 'eindelijk' want we zijn een van de, nou ik wil niet zeggen de laatste landen, maar wel ergens een van de laatste landen waar de gebarentaal erkenning heeft gekregen.
We zijn, wat dat betreft in Nederland, erg laat terwijl er toch genoeg, er is een hele dovencultuur, een hele groep, een dove-gemeenschap, mensen die zelf communiceren met gebaren. Nu is Nederlandse Gebaren Taal wel iets anders dan wat wij doen. Nederlandse Gebaren Taal is een echte taal! Het is een zelfstandige taal, de hele grammatica die zij gebruiken is anders dan wij praten. Een andere volgorde ook. En wij leren in ons gebaren-oefengroepje geen Nederlands Gebaren Taal want dat is dan toch nog een stukje moeilijker. Wij doen NmG. Nederlands met Gebaren. Dat wil zeggen dat we aan het praten zijn en tijdens het praten ondersteunen we enkele woorden met een gebaar. En soms kan het in een hele zin, dat je bijna alle woorden in de zin kunt gebaren. Maar dat hoeft dus helemaal niet. Een paar gebaren, een paar woorden en daar het gebaar van maken, maakt al dat spraakverstaan makkelijker wordt.
En ja het zijn wél alle gebaren die we leren, die komen uit de Nederlandse Gebaren Taal. Dus dat is wel een fijn idee dat wat je leert, ook als je met iemand communiceert die alleen maar in gebaren kan praten, dat je daar dus al een beetje mee kunt communiceren!
Want je kent dan al verschillende gebaren en dat die gebaren wel gewoon uit die taal komt, uit die Nederlandse Gebaren Taal!
En ja wat vind ik er dan verder zo leuk aan?
Sowieso omdat ik van nature al altijd wel met mijn handen heb gepraat, vind ik het dus ook heel leuk om daar nu de juiste gebaren te kunnen maken zodat ik strakjes, stel dat ik dan ook écht doof word, dat ik kan blijven communiceren met meerdere mensen. En als ik daar zelf mee begin, dan kan ik daarna ook mijn omgeving meenemen en dan kan ik het ook gaan aflezen. Bij andere mensen die dan naar mij toe gaan gebaren.
Want daar zit een duidelijk verschil in: ik kan het zelf wel heel goed kunnen, dan weet ik welke gebaren het zijn, maar het lezen, het aflezen bij de ander -beetje raar woord dat lezen- maar wel bij de ander zien welk gebaar zij maken, wat ze daarmee bedoelen, dat is een, ja, dat moet je ook nog leren!
Daarom is het ook zo mooi om in een groep te oefenen want iedereen doet de gebaren nét op een andere manier. Omdat je handen anders zijn, vingers zijn wat anders, de één die maakt hele mooie, nette gebaren en de ander maakt een heel klein gebaar. De ander die gebruikt veel mimiek erbij. Ander weinig mimiek.
En alles is nodig en bij al die mensen wil je toch leren van welk gebaar maken zij nou? Dus het aflezen is dan ook toch heel belangrijk. En we doen dat dus allebei. Het is het zelf leren van de gebaren maar ook bij de ander kijken: welk gebaar maken zij?
En kijk of je dat gaat herkennen. En dat is wat wij elke donderdagochtend doen. Dat doen we naar aanleiding van een thema en nu volgen we weer de thema's van de Nederlandse Gebarenchallenge. Dat hebben we een hele tijd niet gedaan, maar dat doen we nu wel weer. Er zijn meerderen die ook de cursus zijn gaan doen, die deden met ons al mee, maar deden nog niet de cursus en dat doen ze nu wel. De Nederlandse Gebarenchallenge. Dat thema kunnen we aanhouden.
En rondom die 10 woorden kunnen we er ook nog andere woorden bij doen, want de mensen die al langer meedoen, vinden het ook leuk om andere gebaren er nog bij te leren. Want die kennen die 10 gebaren vaak al. En we doen heel vaak een spelletje. Ik heb verschillende vormen, verschillende manieren om het gebaren leren zo leuk mogelijk te maken. En neem de ene keer een spelletje mee en de andere keer weet ik een spelletje uit mijn hoofd wat we zo kunnen doen met elkaar. Het is zó enorm leuk!
Juist die afwisseling, juist door zo veel verschillende gebaren steeds langs te laten komen. Verschillende thema's ook. Ja!
Wat ik zeg: het is elke donderdagochtend weer een feestje wat we doen! Dus 'Praten met je handen'. Stel dat je nog een keer wat nieuws wilt leren?
Ik kan je het van harte aanraden, ga meedoen met een cursus, dat kan ook ergens anders zijn: bij de GGMD, er zijn online, op verschillende manieren kun je gebaren gaan leren. Je kunt een keer naar een gebarenweekend gaan. Er zijn heel veel mogelijkheden. Dus als jij het lef hebt en je wil iets nieuws leren? Ga het vooral doen! 'Praten met je handen'. Nou!
Dit was aflevering 9. Van de podcast 'Evenwicht, je leven'. Dank je wel voor het luisteren en tot de volgende keer!