Wat vind ik een fijne werkhouding? Zitten of staan? Op wat voor stoel? Waar werk ik graag?
(Eigen foto van mijn bureaustoel)
Volledig transcript:
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord... Je luistert nu naar Paula Hijne en ik ben de auteur van het boek 'Evenwicht, in uitvoering'… En er valt nog héél veel meer te vertellen over ons evenwicht en dat doe ik dan met deze podcast 'Evenwicht, je leven'. Dit is seizoen 6, aflevering 4: Werkhouding.
Ik heb net een nieuwsbrief uitgedaan, jaaa ik heb net een nieuwsbrief, sinds, even kijken, september 2023, dus nog maar heel recent, ben ik begonnen met het maken van een nieuwsbrief. En vaak doe ik daar nét even andere dingen in dan wat ik in de podcast vertel.
En ik was daar nu mee bezig, hij is net verzonden, toen dacht ik van: ik kan eigenlijk dat thema ook heel mooi nu in mijn podcast vertellen. Want ik denk dat ik er niet op deze manier eerder over heb verteld en dat is over: werkhouding.
Wat voor werkhouding heb ik het liefst? En dan gaat het niet over motivatie of zo, het gaat over hoe ik dat lichamelijk doe! Ik begon de nieuwsbrief al met ‘het liefst zou ik het lopend willen doen’. Het liefst zou ik al mijn werk lopend willen doen. Nou zijn er natuurlijk genoeg beroepen waar dat bij is, alleen wat ik doe als werk, kan ik niet allemaal lopend doen. Ik ben dus toch afhankelijk van een tafel en een stoel! Of in ieder geval een stoel of, nou ja daar wil ik het dus over gaan hebben.
Het liefst werk ik aan een statafel. Daar heb ik al eerder over gesproken. Deze podcast maak ik ook aan de statafel. Ik sta rechtop. Ik heb op de grond een yoga-matje. De tafel is zó hoog dat als ik nu praat in de microfoon, dan praat ik ook rechtstreeks tegen de microfoon, ik hoef niet te zakken, ik hoef niet hoger te gaan staan, prima!
Ik heb uitzicht op de tuin, het is hier een lichte plek. De... het raam is op het oosten, dus ik heb 's ochtends vroeg, heb ik nog wel de zon, maar de zon draait al heel snel weg. In de winter blijft de zon wat langer hier, als de zon schijnt. Maar in de zomer komt hij verderop pas naar boven en dan draait hij al sneller weg. Maar dan heb ik wel heel mooi licht hier en dat is prettig, want in de zon werken is niet altijd fijn. Helemaal niet op het beeldscherm werken, want doen moet ik eigenlijk de gordijnen naar beneden doen.
Ja, het liefst sta ik dus hier aan de statafel te werken en dat doe ik dan op de laptop. De laptop staat hier vlakbij, ook daar kan ik rechtstreeks naartoe kijken en mijn handen kan ik dan leunen op de tafel om daar dan op het toetsenbord mee te kunnen werken. Ik vind het een hele prettige houding.
Je staat niet helemaal stil, ik sta af en toe een beetje heen en weer te wiebelen, ...ehm... ik kan makkelijk mijn benen even optillen, ik kan makkelijk weglopen. Ook dat vind ik fijn, dat ik even zo, hop even naar het toilet, een bekertje water drinken, even naar voren kijken, aan de andere kant van het huis om daar even naar buiten te kijken, naar beneden de trap af, kopje koffie halen. Heel makkelijk, want ik hoef niet op te staan! Ik sta al!
Beneden heb ik de praktijkruimte en in mijn praktijkruimte heb ik een bureaustoel. Een knalrode bureaustoel. Die heb ik ooit op maat laten maken, een paar jaar geleden al ...ehm... dik voor corona. En dat was mijn werkplek als ik dus aan het boek aan het werk was, dan zat ik op die bureaustoel en hij zit prima. Hij is helemaal echt op maat gemaakt, dus ik zit daar heel goed in. Het is wel een draaistoel, dus ik kan er een beetje mee bewegen, ik kan makkelijk even omdraaien om iets van het andere bureau af te pakken of ergens anders vandaan te pakken. En ja, eigenlijk ook een hele fijne werkplek.
Alleen als ik echt mag kiezen zo, ga ik het liefst hier aan die statafel boven staan, waar ik mijn laptop nu heb. En soms zit ik dan wel met de laptop beneden in mijn praktijkruimte. Meestal eigenlijk als ik wat administratie moet doen. De administratie die ligt beneden en dan vind ik het daar wel makkelijk. Maar de meeste activiteiten doe ik dus boven.
Wat ik wel beneden op die bureaustoel doe, dat is dan dat ik lekker ga zitten en ga creatief schrijven. Dan pak ik dus een schrift en een vulpen, kies ik een bepaalde kleur, waar ik zin in heb om mee te schrijven. Ik heb verschillende vulpennen met andere kleuren en dan ga ik heerlijk schrijven. Dat doe ik heel graag daar wel zittend. Dat kan ik ook wel staande doen, maar dat is ook echt een ja, een... cadeautje, gewoon heel lekker om te schrijven. Dat vind ik sowieso heel leuk met een vulpen schrijven, heb ik het ook al eerder over gehad. Als je me al langer volgt, heb je dat al een keer eerder gehoord.
Wat ik daar beneden ook doe, in de praktijkruimte, is natuurlijk het coachen met de cliënten. Die komen daar binnen. Maar dan zit ik niet op die rode bureaustoel, die ik haal er dan uit. En dan heb ik twee harde stoelen, twee houten stoelen: één voor de cliënt en één voor mijzelf. En dan ga ik ook het liefst op die harde stoel zitten, want dan ben ik alerter! Dan ...ehm... zit ik steviger voor mijn gevoel. Dan heb ik een ja... een luisterhouding waarbij ik veel actiever ben. Ik zit ook meestal op het puntje van mijn stoel dan, ik zit niet helemaal naar achteren. Pas als een cliënt een lang verhaal gaat vertellen en dat ook echt uitgebreid wil vertellen, dan wil ik nog wel eens achterover gaan zitten in de stoel. Dan heb ik mijn voeten op een zo'n yoga-kussentje. Dan heb ik wel goed steun met mijn voeten, want de stoel is net eigenlijk iets te hoog als ik achterover ga zitten. En dan kan ik op die manier toch heel goed blijven luisteren. Maar op het moment dat ik dan toch op een andere manier weer ga luisteren, dan merk ik dat ik weer naar voren kom. Dat ik voorop de stoel ga zitten en dus dan, ja, actiever ben. Dan ben ik ook écht... dan kan ik scherper zijn, dan kan ik nét die ene vraag stellen die nodig is. Dus dat vind ik heel fijn.
Het liefst zou ik het coachen al lopend buiten doen! Dat heb ik ooit bedacht ook, dat ik dat veel vaker zou willen doen, maar ik ben tot de conclusie gekomen dat dat voor mij moeilijk is en ook voor de cliënten. Want de cliënten waar ik mee werk, de meesten daarvan hebben ook gehoorverlies. Op het moment dat we buiten lopen en het waait -en het waait vaak hier in de polder- dan is er veel windruis op mijn hoortoestellen. En omdat je naast elkaar loopt kan je niet spraakafzien. Dat geldt niet alleen voor mij, maar dat geldt ook voor de cliënt, die kan mij ook niet goed zien. En dan wordt het een heel stuk moeilijker om het gesprek goed te blijven volgen. Verder heb ik tijdens het lopen zelf... moet ik aandachtig naar de grond blijven kijken, goed voor me blijven kijken, dat ik nergens overheen struikel en zo.
Sowieso is rechtdoor lopen... is altijd een aandachtig proces voor mij vanwege dat evenwicht, wat gewoon niet helemaal goed werkt. Dus dan wordt het luisteren naar een cliënt, waar ik juist scherp op wil antwoorden of op wil reageren of de juiste vraag wil stellen, wordt dan toch een stuk moeilijker. Dus ik heb al ontdekt, dat dat voor mij niet een goede vorm is om met iemand goed in gesprek te zijn. Ook voor de cliënt zelf niet, omdat die mensen ook al gehoorverlies hebben en dan wordt het toch een stuk lastiger. Dan zou je eigenlijk ergens naartoe kunnen wandelen en dan buiten in de natuur een plek moeten zoeken en daar dan het gesprek gaan doen, dat kan natuurlijk ook.
Dat zou ik nog wel eens kunnen doen, alleen denk ik dat cliënten het fijn vinden, dat als ze komen, dat ze meteen kunnen vertellen. En meteen waar ze mee zitten, dat ze dat kunnen uitleggen. En als wij eerst weer een stuk nog gaan lopen, zonder dat daar echt een gesprek uit voort komt, dan hebben ze misschien zoiets van: ja wat doe ik met mijn tijd? Maar dat zou ik eens kunnen overwegen of kunnen bespreken met de cliënt. Dat is nog wel eens een idee.
Dus ja, wat doe ik het liefst: zitten of staan? Ah, je begrijpt al uit mijn verhaal; het liefst wil ik staand aan het werk, het liefst nog lopen, maar oké, ik doe het dus staand. En voor de radio, in de studio van de radio hebben we, hebben we een soort hoge stoelen, en dat vind ik lastig om op te gaan zitten, dus ook daar sta ik tegenwoordig. Want daar... de tafel is ook al hoger gezet door die hoge stoelen, dus ik kan makkelijk gewoon daar staan. Ik ben niet zo heel groot, dus ...ehm... kan ik al mijn papieren neerleggen, kan mijn klokje neerzetten, dus het is prima om te doen. En ik kan dan ook makkelijker dus naar de gast kijken, omdat ik ja, ook zelf een beetje beweeglijk ben. Ik kan een beetje opzij stappen als ik het niet goed zie, als toch de microfoon een beetje in de weg zit en ik wil het toch nog beter volgen. Ik kan dan wat makkelijker heen en weer bewegen, en dat vind ik dus heel prettig.
Als ik aan mijn boek werk, en vooral nu met mijn derde boek, dan ben ik hier altijd boven -waar ik nu ook sta met de podcast opnemen- sta ik aan de statafel en dat is... ik denk dat dat het grootste deel van de tijd met aan het boek werken, is hier. Dat vind ik gewoon een hele fijne plek. Het is een rustige plek ook, ik word niet afgeleid door verkeer buiten, door kinderen buiten. Ja de tuin, ik zie wat vogels heen en weer vliegen en zo, ja dat vind ik prima. En hier werk ik dus het allerliefst gewoon staand aan tafel.
Ik ben ook tot de conclusie gekomen dat, als ik samen ben met andere mensen, dat het dan nog heel vaak zittend werk is. En als ik alleen werk en ik mag mijn werk zelf bepalen, dat ik dan veel vaker sta!
Ook als ik naar de hogeschool ga, naar de tolkopleiding om daar te helpen bij stage-opdrachten van de studenten die de tolkopleiding doen, dan is dat ook vaak gewoon zittend werk. En daar naartoe reizen met het openbaar vervoer, met de bus en met de trein en nog een keer met de bus, ja, dan ga ik het liefst wel zitten, want in een bus staan is voor mij altijd ...ehm... vergt nog meer inspanning. De opdrachten zelf daar, bij de opleiding, is ook heel vaak zittend. En dan als dat een paar uur duurt, dan heb ik écht zo van, dat als ik dan naar huis ga, zo van: nou ik ben blij dat ik weer even kan lopen, naar de bus toe. Dat ik even kan wachten daar, staand, bij de bushalte. En ook dan op het station weer om op de trein te wachten, dan ben ik blij dat ik kan staan en lopen. Dan is dat zitten toch wel heel veel. En dan denk ik: hè, zal dat dan niet anders kunnen? Dan zouden de opdrachten, denk ik, anders gedaan kunnen worden, of... zij moeten typen en dan zitten zij natuurlijk zelf sowieso, dus het is ook raar om bij een schrijftolk zelf te gaan zit-... ...ehm... staan. Tenzij ik zelf een presentatie geef, dat zou natuurlijk wel kunnen, wat zij dan mogen typen. Dan kan ik wel gaan staan. Maar ik kom daar juist als dove acteur, dus ik mag juist gebruik maken van het lezen van wat de schrijftolk nou allemaal typt. Dus mijn rol is niet om te presenteren. Dan kom ik daar eigenlijk voor een andere opdracht. Kan nog wel eens gaan gebeuren, maar op dit moment ben ik dus de studenten aan het helpen, zodat ik als tolkgebruiker, daar dus bij aanwezig ben. Ook dan is het dus heel veel zittend.
Ik merk dus ook dat als je... en ook als je met een vriendin gewoon gezellig gaat koffiedrinken, dan is het ook heel vaak dat we ergens een plekje zoeken om te gaan zitten. Het liefst zou je het staand willen doen, maar koffiedrinken met eventueel iets lekkers erbij, dat is ook lastig om dat staand te doen of lopend.
Ik denk dat ik de afwisseling wel heel fijn vind, de afwisseling tussen zitten en staan. Want als ik thuis aan het eten ben, zit ik ook altijd aan tafel. Maar ben ik aan het koken, dan is dat altijd staand werk, bij het aanrecht. We hebben best een hoog aanrecht en dat vind ik heel prettig, dus alles kan ik daar goed staand doen. En die afwisseling tussen zitten en staan, ik denk dat dat heel goed voor mij is.
En dan ben ik ook blij met mijn 3x in de week naar de sportschool gaan, omdat ja, het is geen werk naar de sportschool gaan en vooral de groepslessen mee doen en zo, alleen, het is voor mij wel heel belangrijk om mijn evenwicht sterk te houden. Om mijn conditie goed op peil te houden, om mijn spieren sterk te houden, zodat ik mijn werk allemaal kan blijven doen. En het liefst dus dan staand tegenwoordig aan die statafel. Dus het sporten, het is dan wel geen werk, het is wel noodzakelijk voor mij om mijn werk te kunnen blijven doen.
Dus ik ga nu afsluiten, met deze podcast, seizoen 6, aflevering 4: 'Werkhouding' van de podcast 'Evenwicht, je leven', want dan ga ik lekker weer naar de sportschool toe.
Dank je wel voor het luisterren en tot de volgende keer!