Na een intensief weekend ben ik op de maandag zo wiebelig. En toch ben ik gaan sporten. Dat lukte! Ik was er helemaal verbaasd over.
(eigen foto)
Volledig transcript:
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord. En je luistert naar Paula Hijne. Dit is seizoen 7, aflevering 18: Wiebelen!
Ik heb het al in seizoen 2 een keer gehad over wiebeldagen. Dat is dus al een tijd geleden. En die wiebeldagen die zijn er nog steeds. En daar wil ik het deze aflevering over gaan hebben. Maar dan eerst ook de aanleiding waardoor dat ontstaan is. Want die wiebeldagen die zijn er niet zomaar, vaak is er iets vooraf gebeurd. En dat weet ik ook, want mijn evenwicht, het beschadigde evenwicht, dat is eigenlijk een beetje een zwakke plek, zoals andere mensen last krijgen van hoofdpijn of buikpijn. Zo zie ik dat mijn evenwicht op het moment dat ik heel intensief ergens mee bezig ben geweest of dat er iets heel ergs is gebeurd, dat ik even niet weet wat ik ermee aan moet, dat het dan kan zijn dat mijn lijf gaat reageren in de vorm van dus ja, wiebeldagen. Beetje draaierigheid ..ehm.. instabiliteit en ja dat is dit keer ook weer gebeurd.
Ik ben naar het weekend geweest, het gebarenweekend, het NmG-weekend, georganiseerd door de Stichting Plotsdoven. En daar konden we weer een heel weekend oefenen met gebaren. Oooh, zo heerlijk! Het was heel goed georganiseerd. Het waren hele fijne mensen allemaal! Het was gezellig! We hebben heel veel gelachen! We hebben serieus geoefend, want we hebben echt lessen gehad van docenten. Docenten in gebarentaal en in dit geval dus NmG. En wat ik vooral wilde leren, dit weekend, is gebaren afzien. Ik ken zelf heel veel gebaren. Ik kan niet de Nederlandse gebarentaal, een ingewikkelde taal, omdat ik het Nederlands heel goed beheers. Maar ik ken wel heel veel gebaren uit de Nederlandse gebarentaal. Die ken ik wel en die kan ik ook zelf doen, met mijn handen. Maar het afzien bij de ander, en dat in een verhaal, dat vind ik moeilijk.
En het mooie was dat de docent die wij hadden, dat zij ook een filmpje had en dat heeft ze 2x gedaan. Een filmpje, dat gingen we eerst voorbereiden door de woorden die in het filmpje gebruikt werden, gingen we eerst even allemaal doornemen. Nou die woorden die waren vaak wel bekend, omdat ik daar de gebaren wel van wist. Dus dan kun je een beetje al voorstellen waar het verhaal over gaat. Daarna kregen we het filmpje te zien en zij ging die gebaren doen zonder stem, maar wél dus met het hele gezicht. Het mooie was, tot 2x aan toe heb ik het hele filmpje kunnen volgen. Juist omdat ik wist natuurlijk welke woorden er gebruikt zouden worden. En dan heb je al een beetje een idee welke kant het verhaal opgaat. Maar ook, omdat ze het heel duidelijk deed én ook omdat het heel rustig gebeurde. En ik kon dus op die manier de gebaren afzien. Nou dat was voor mij al heel helpend, want dat is wat ik wilde leren.
Uiteindelijk op ..ehm.. 't begon op vrijdagavond, en op zondagmiddag gingen we weer naar huis en ik kwam helemaal moe en voldaan thuis aan. Ik was ook heel blij daarom want, ja, omdat het zo gezellig was geweest en ja, ik had het écht naar mijn zin gehad. Ik ben ook een beetje op tijd naar bed gegaan en de volgende ochtend, op maandagochtend voelde ik al: oei, dan voelde ik die draaierigheid al helemaal. Op het moment dat je opstaat voel ik hem al, dan ben ik al meteen instabiel, dan moet ik me vasthouden. En ik ben me toch rustig gaan aankleden, ontbijten en op maandagochtend ga ik altijd sporten en toen had ik al bedacht: ik ga sporten, dus ik had mijn spullen allemaal ook al klaar gelegd op zondagavond al. Dus die heb ik maandagochtend meegenomen. Ik dacht: ik ga eerst lopen en als het lopen niet gaat, dan loop ik weer terug naar huis en dan zeg ik de les af. Ik ben gaan lopen, wel met aandacht, want dat was nodig, omdat ik -ik loop natuurlijk altijd met aandacht, maar nu nog met extra aandacht- en dat lukte!
Dus ik ben helemaal tot aan de sportschool gekomen en ik kon daar naar binnen. Ben de trap opgelopen, ook de trap op lopen, zó, dat was ook met extra aandacht goed opletten! Ik ben me gaan omkleden ik ben toen op de crosstrainer gaan staan. En dat is ook eigenlijk een heel erg wiebelding, ik dacht; ik ben heel benieuwd, wordt het hierdoor erger of wordt het daardoor misschien iets minder? Of blijft het hetzelfde? Nou, dat cross-trainen, dat trappen dan, dat ging goed. Gebruik ik nooit mijn armen hoor, mijn armen aan die grote hendels die gebruik ik niet, ik hou me altijd vast, binnenin de cross-trainer heb je gewoon een recht ‘stuur’ eigenlijk, daar kan je je aan vastpakken en mijn benen gaan dan op en neer. Net eigenlijk als op je fiets, maar het gaat veel meer vooruit en achteruit. Ik vind het zwaarder dan gewoon fietsen. Maar dat doe ik nu al zó lang dat ik dat, die beweging, al helemaal gewend ben, dus nou, ik dat doen. Ik dacht: ik doe mijn ogen ook een tijdje dicht, en ook dat lukte! Met mijn ogen dicht en me gewoon goed vasthouden kon ik dus wel blijven trappen.
Nou, uiteindelijk na een kwartiertje of zo begon de les en ik ben naar de les toe gelopen. En dat is de kinesis-les. Heb ik ook al eerder over gehad, hoe belangrijk het is voor mij om de kinesis-les op de sportschool te doen, want daar worden heel veel balansoefeningen gedaan. En dat was ook dit keer weer. En ik dacht: ik ga kijken, kan ik terwijl ik wiebelig ben, toch die balansoefeningen doen?
En we hebben écht van alles gedaan en ik heb alles mee kunnen doen! Het enige wat ik niet doe is, dat ik achterover ga liggen om buikspieroefeningen te gaan doen, want die zitten dan in die les... zitten er ook wat buikspieroefeningen in. Liggen, dat doe ik nooit en dat deed ik natuurlijk nu ook niet! Want als ik achterover ga liggen, dan is er altijd iets van draaierigheid en dat duurt even voordat dat weer over is. Maar tijdens een buikspieroefening ga je op en neer, op en neer en gaat het heen en weer, dan heb je dus elke keer die draaierigheid en die blijf je voelen. Ja! En nu heb ik het helemaal, dus dat doe ik sowieso helemaal niet! Maar ook dit keer niet.
Een andere oefening die we wel hebben gedaan, is op twee blokken staan. Twee blokken op de grond, op een matje zodat je niet zomaar wegglijdt. Je gaat op die twee blokken staan en dan moet je op één been gaan staan en door de knieën heen buigen, andere blokje pakken, want daar haal je je voet van af. Dan pak je het blokje, die schuif je vooruit en daar zet je je voet op en dan andersom. Je andere been, ga je door je knieën heen, je andere voet van het blokje af en dan pak je weer dat blokje en schuif je vooruit. Dat is een oefening die ik... toen ik die de allereerste keer deed, vond ik die super moeilijk! Toen kreeg ik daar een beetje hulp bij van de trainer van 'ga echt goed door je knieën heen' en toen ging het lukken! Ineens had ik door, zo moet ik het doen. Nou, daarna hebben we dat vaker gedaan, het zit vaak in de les. En ook dit keer, toen dacht ik van: oh dan ben ik heel benieuwd of dit gaat lukken, want dit is een oefening, nou daar word écht je evenwicht op de proef gesteld. Want je moet door je knieën, het kost ongelofelijk veel kracht ook. En het lukte! Ik stond zelf helemaal verbaasd dat het me lukte. En dan niet elke stap, want af en toe moest ik er toch even een stap tussen zetten en toch (ha) even de grond aanraken en... vind je het gek op een wiebeldag dat dat niet helemaal lukt? Maar ik vond dat ik juist dat op een hele goede manier toch nog voor elkaar kreeg!
En een andere oefening was met zo'n ..ehm.. zak -normaal zit daar een soort zand in of zo- die je dan in je armen houdt en die draai je dan in je armen en dan kun je hem omhoog tillen, een soort gewichtheffen wordt het dan. En dit keer was dat met een zak waar water in zit! Een waterzak, een langwerpige ja... slurf, ja hoe moet ik het zeggen? Een ronde zak en met water gevuld, dus dat wiebelt alle kanten op. Die moest je in je handen pakken, in je armen draaien en omhoogtillen en weer naar beneden en dat heen en weer. Maar daardoor wiebel je dus elke keer een beetje mee, door dat water, en ook dat lukte mij! Ik stond zelf helemaal verbaasd. Ik stond verbaasd dat het lukte! Hoe is het mogelijk dat als je draaierig bent, dat je dan toch dat soort oefeningen nog kunt blijven doen? En het kan dus wel! En ik vermoed dat het komt, omdat mijn spieren zo sterk genoeg zijn. Mijn ogen... met een goede bril op, kan ik heel goed gebruiken om me én met de spieren én met mijn ogen me goed in evenwicht te houden. En dat dat dus lukt, ook op een dag dat ik wat draaierig ben!!
Ik ben zelfs 's middags... na het sporten ben ik naar huis gegaan, en ik ben 's middags nog op de fiets weggegaan. Want ik had een afspraak ergens verderop in het dorp en ook toen had ik van: gaat het lukken met de fiets? En jawel, het fietsen lukte heel goed! Dan ..ehm.... ben je waar je aan moet komen. Ik zet daar de fiets neer, ik stap af en ik wil gaan lopen en dan voel ik weer: oh ja, ik ben draaierig. Op de fiets had ik daar veel minder last van dan op het moment dat ik weer stond en ging lopen. Maar, omdat ik al wist dat het zo was, dan hou je jezelf in de gaten. Dan doe ik voorzichtig aan, let ik extra op hoe ik loop en dan is het toch helemaal goed gegaan en ik ben ook op die manier weer veilig thuisgekomen. En dan ben ik wel heel erg blij dat ik 's avonds niet meer de deur uit moet en dat ik gewoon lekker kan zitten, dat ik niets hoef!
Maar de volgende dag had ik zelfs zo van, nou misschien is het wel over! Het is gisteren eigenlijk best goed gegaan, dus misschien is die draaierigheid helemaal weg. En dat was niet zo. Ook de volgende dag was ik weer draaierig. Dus dat betekent dat ik weer rustig aan moest doen. In zoverre, ik had op maandag niet echt rustig aan gedaan. Maar dan doe ik dat nu wel, op deze dag. En ik ben aan het werk gegaan op de computer en dan weet ik ook dan: het scrollen op het beeldscherm moet ik niet doen! En dat heb ik dus ook vermeden. Gewoon heel rustig aan ..ehm.. als ik ging scrollen, niet naar het scherm kijken, even wat anders, omhoog kijken of opzij kijken van het scherm. Dat ik niet die bewegende, dat rollende scherm zou zien. Ik heb ook niet heel lang achter elkaar op de laptop gewerkt.
Wel aan de statafel, dus ik heb al die tijd gewoon gestaan en misschien helpt dat ook wel. Dat als je veel staat, al werkend, en dat je veel staat, dat je dan toch ook weet hoe dat allemaal voelt en dat je dan die draaierigheid nog wel onder controle of zo kunt houden. Maar ik heb dus kunnen werken op de laptop. En dan niet heel lang achter elkaar, steeds van die pauzes, nog even weglopen, naar het toilet. Toch de trap weer af om een kopje thee of een kopje koffie te halen. Weer naar boven lopen. En dan zonder kopje trouwens, want dat heb ik dan weer niet gedaan; ik heb geen spullen in mijn handen meegenomen op de trap. Ik dacht, dat moet ik even niet doen, ik moet gewoon de leuning goed vastpakken zonder dat ik spullen ging dragen.
Er zijn dus dingen die ik wel anders doe op zo'n wiebeldag. En toch ging het dus goed om dus op de computer te werken. Nou hoe fijn is het dat ik toch m'n werk gewoon kan blijven doen. En ik heb verder de rest van de dag rustig aangedaan. Ik heb wel mezelf, ja een beetje de opdracht gegeven dat als ik even toch dacht van: dat moet naar boven, dat ik meteen ook naar boven ging. Of ..ehm.. het is even belangrijk. Ja, ik moet zeggen, ik heb wel dingen natuurlijk gedragen op de trap, maar dat was dus alleen mijn telefoon of ..ehm.. de agenda. Ik heb niet een beker thee meegenomen naar boven, dat vind ik dan nét een beetje té spannend om daarmee te lopen, maar dragen van een agenda of een telefoon, dat is nog wel goed te doen. Dus ik heb natuurlijk wel steeds dingen (ha) wel mee heen en weer genomen. En dat lukt dan toch ook op zo'n wiebeldag.
Dat is dus wel een groot verschil met een aanval van draaiduizeligheid. Want dan kan ik echt helemaal niets! Dan kan ik het beste gewoon op bed blijven liggen, me helemáál eraan over geven dat ik op die dag niets kan doen.
Maar op zo'n wiebeldag, als ik voel dat ik instabiel ben, merk ik dat ik dus toch bepaalde dingen wel kan blijven doen. Wel in een ander tempo en elke keer ook bewust, doe ik het wel of doe ik het niet? Die keuze heb ik dan. En ook wetend van als het niet gaat, dat ik dan ook weer naar huis ga of dat ik iets, wat ik mezelf had bedacht om te doen, dat ik dat dan níet doe. Ja, de hele dag door ben ik dan eigenlijk keuzes aan het maken: doe ik het wel, doe ik het niet?
En op maandag kon ik ervoor kiezen om heel veel dingen wel te doen en op dinsdag heb ik ook de dingen gedaan die ik op dat moment wilde doen. Ik ben alleen toen niet de deur uitgegaan. En een dag later, dat is de dag dat ik altijd de podcast opneem, zoals vandaag, was ik toch ook weer ontzettend wiebelig. En toch, ik ga wel sporten. En ik ga zien wat ik dan kan doen en tot hoever dat gaat lukken. Lukt het verder niet of lukt het halverwege de les niet, dan stap ik eruit. Dan ga ik wel rustig aankleden, eerst douchen, aankleden en als ik het dan lastig vind om naar huis te gaan, dan ga ik vragen of iemand mij naar huis kan brengen, met de auto, want ik ga altijd lopend naar de sportschool. Tot nu toe is er al die jaren dat ik bij deze sportschool ben, is dat nog maar één keer gebeurd. Ik heb nog maar één keer gevraagd om iemand of die me naar huis wilde brengen.
Dus wiebelen? Als ik dat voel, lukt het nog steeds om dus wél wiebeloefeningen te doen! Om juist extra te wiebelen, om mijn evenwicht wél te triggeren, daar ben ik nu achter, dat ik dat wél kan doen! Niet continu, maar wel af en toe. Dus zelfs met een beschadigd evenwicht kun je toch nog een heleboel doen, ook op de dagen dat het ja, wiebelig is...
Dit was de podcast 'Evenwicht, je leven', nee dat ís de podcast 'Evenwicht, je leven', daar luister je naar. Seizoen 7, aflevering 18: Wiebelen. Ja, dit is ook écht een aflevering over het evenwicht. Je hebt geluisterd naar Paula Hijne. Dank je wel voor het luisteren en tot de volgende keer.