Evenwicht, je leven - S06 / E18

18 Verschil

Het verschil tussen de balansoefeningen links en rechts, en voor achter, is groot. Waar komt dat toch door? Ik vertel erover naar aanleiding van de les op de sportschool waar in de warming up ook balansoefeningen worden gedaan.

(eigen foto, thuis gemaakt, niet op de sportschool)

Volledig transcript:

Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord. Je luistert naar Paula Hijne en ik vertel heel graag over dat evenwicht. Dit is seizoen 6, aflevering 18: Verschil.

Ik lag vanochtend vroeg in bed en toen dacht ik terug aan de les die ik heb gehad op de sportschool. Dat is een les met onder andere balansoefeningen. We doen van alles. Het is een stukje conditie ook en zo. Maar ik wil het even specifiek hebben over die balansoefeningen.

Het is namelijk zo, een oefening waarbij je een standbeen hebt, je staat gewoon rechtop en je hebt één standbeen. Stel dat is mijn rechterbeen en je doet dan je linkerbeen een stukje opzij, met je tenen naar je toe getrokken en dan je been op en neer bewegen. Het kunnen kleine bewegingen zijn. Maar dan heb je natuurlijk de balans op dat ene standbeen. En dan heb je niet meer de hulp van je linkerbeen, want die gaat heen en weer.

Nou, dat lukt dan en dat doen we dan ...ehm... bijvoorbeeld al tijdens de warming up van de hele les en dan zitten deze oefeningen daar dan ook in. En dan is dat een tijdje op en neer. Soms wordt erbij geteld en soms gaat de tijd en dan kan iedereen het in zijn eigen tempo doen. En dan stop je, geeft de trainer aan, en dan ga je op je andere been staan, in dit geval mijn linkerbeen. (Ik doe het hier nu zelf ook, je ziet het niet, maar ik doe het hier nu wel) Ik ga op mijn linkerbeen staan, dat is mijn standbeen. Ik doe mijn rechterbeen een stukje opzij, ik trek m'n tenen naar me toe zodat er ook spanning op de kuit staat en dan ga ik daarmee op en neer, opzij bewegen. Dan is er een heel groot verschil tussen links en rechts. Ik weet niet altijd of dat komt omdat ik vaak op m'n rechterbeen begin, dat is mijn voorkeursbeen, zoals je ook een voorkeurshand hebt en een voorkeursoog. Voorkeursoor heb je zelfs. Maar in ieder geval, dat voorkeursbeen dat is mijn rechterbeen, dus daar begin ik vaak mee. En dan lukt dat af en toe helemaal niet!

Dan moet ik elke keer toch tussendoor met mijn linkerbeen even de grond aanraken, voordat ik dan weer verder omhoog kan. Want ik raak gewoon uit balans. Doe ik het daarna dus met mijn linkerbeen, dan is dat mijn standbeen, dan gaat dat makkelijker. Maar het kan ook zijn dat als ik met links begin, dat links dan goed gaat, met mijn rechterbeen heen en weer, en dat het andersom juist is dat ik, als ik dan op mijn rechter standbeen ga staan, dan gaat het ineens heel moeizaam. Er zit in ieder geval verschil tussen links en rechts. Het kan ook te maken hebben met mijn concentratie. Dat in het begin is die concentratie er nog niet helemaal en pas bij de tweede keer de oefening dan pas is mijn concentratie wat beter ...ehm... ik voel het wat beter in m'n benen en dan gaat dat makkelijker. Dus waar dat verschil precies in zit, weet ik niet, maar er is een duidelijk verschil tussen links en rechts. En het maakt dus niet uit, de ene keer is het rechts en de andere keer is het links.

Dan het verschil tussen als we die oefening doen, niet met het been opzij, maar m'n been naar achteren. Dus een standbeen, mijn rechterbeen is mijn standbeen, mijn linkerbeen doe ik naar achteren en dan op en neer naar achteren toe. Eigenlijk een beetje richting m'n bil dan, maar dan wel met een gestrekt been. Nou dat gaat dan met het andere been ook, maar alleen merk ik dat er een verschil zit tussen dat ik het opzij doe of naar achteren doe. Dat naar achteren toe vind ik veel moeilijker. Dan moet ik nog meer geconcentreerd zijn om achteruit die oefening te blijven doen zonder om te vallen. Zonder tussendoor even met mijn tenen de grond te raken om dan die balans te houden. En dat vind ik raar! Waarom gaat opzij makkelijker dan naar achter? Is dat omdat ik m'n been dan niet kan zien? En dat ik daar dan eigenlijk heel weinig zicht op heb? Het maakt dan ook niet uit of ik in de spiegel kijk. In de spiegel kan ik dat dan zien, kan ik mezelf zien bewegen, maar dan nog is dat naar achteren toe is veel moeilijker om die oefening te doen zonder uit balans te raken.

En dan ook dat op één been staan en dan je andere been omhoog naar voren. Dat je je knie optilt. Dan sta je een beetje met een gehoekte knie, gehoekt been. Knie omhoog en dan je voet rondjes meedraaien. Nou en dan die ene kant gaat heel goed en dan stop je op een gegeven moment en dan moet je de andere kant op draaien en dan blijkt opeens dat die andere kant helemaal niet gaat! Dat ik dat dan heel lastig vind. En dan, heeft dat ook weer te maken met welke kant ik op draai? Of heeft dat te maken met dat ik dan al een hele tijd sta en concentreer op één kant en dat ik me dan eigenlijk weer dan andersom moet concentreren om de andere kant op te staan? Komt het daardoor dat ik het heel moeilijk vind om dan mijn balans te houden?

En ook daar is het verschil links-rechts ook best groot. De ene keer gaat rechts beter en de andere keer gaat links beter. Als ik dan links mijn standbeen heb, mijn rechterknie optil, naar voren toe, en ik ga dan rondjes draaien, dan is het ook weer die andere kant op draaien, weer veel moeilijker en dan maakt het ook niet uit welke kant ik eerst op begon te draaien. Of ik doe heel onbewust het altijd naar dezelfde kant en is altijd de andere kant moeilijker. Daar ben ik niet heel erg oplettend in. 't Kan zijn dat dat maakt dat er verschil is. En dan zijn deze oefeningen vaak in de warming up, dat is het begin van de groepsles, dan worden er allerlei oefeningen gedaan. Stuk conditie en zo, maar ook deze balansoefeningen.

Als dan later binnen het circuit wat we dan doen, (vaak doen we dan een circuitje van verschillende oefeningen achter elkaar en dan wordt dat... de oefening doe je een minuut ongeveer en dan nog een minuut), als je dat dan met één been doet, doe je het daarna met het andere been. Of met de ene arm doet, doe je daarna de andere arm zodat het in (ha) evenwicht blijft. Maar als je dan zo'n oefening die je in de warming up hebt gedaan óók in het circuit krijgt, bijvoorbeeld dus op dat standbeen en dan je been opzij bewegen, maar dan staand op een step, op een verhoging, dat kan, dan blijkt ineens dat dat makkelijker gaat. Alsof dus in die warming up je ook écht even van tevoren al geoefend hebt. Dat je lijf even weet hoe het ook alweer moet of zo. En dat het daardoor ineens in die minuut wel makkelijker heen en weer te bewegen. Zelfs als ik dus bovenop die step sta, want ja eigenlijk voelt dat in je spieren natuurlijk niet anders. Dat is eigenlijk hetzelfde als dat je op de grond staat. En zo hoog is die step niet, want die blijft nog wel laag bij ons. Maar dan is wel ook dat verschil tussen links en rechts en voor en achter, die verschillen die blijven bij mij. Dus het ene is makkelijker dan het andere en het maakt dus niet uit of ik nou met links of met rechts begin.

Ik weet nog van een hele tijd geleden, op de vorige sportschool, hadden ze van die banden aan zo'n buis. Ik noemde dat eigenlijk elastieken, dat was niet helemaal zo, maar banden die daar van een buis naar beneden hingen. Die kun je dan gebruiken om vast te houden en dan kun je allerlei oefeningen meedoen. Daar gebruik je je eigen lichaam voor, je eigen lichaamsgewicht, je hebt daar geen andere materialen bij nodig dan alleen dus die banden. Er zit ook een soort handvat aan, dus dan kan je daar met je armen daar doorheen of je handen daaraan vast houden. En dan was er een oefening bij die we daar best vaak deden. Dan hield je je aan die banden vast en dan deed je één been recht naar voren toe, in een hoek deed je hem helemaal -in 90 graden eigenlijk- en dan ging je met je andere been, je standbeen, ging je dan hurkend naar beneden. En had je houvast aan die banden. Wat daar heel raar aan was, is dat ik af en toe dat helemaal niet kon! Het lukte me niet, het was dan net alsof mijn lichaam helemaal vergeten was hoe die dat moest doen. En ook daarmee was weer het verschil dat het ene been ging dan wel en het andere been kreeg ik gewoon niet voor mekaar! De hele minuut bleef ik dat oefenen en kreeg ik het niet voor mekaar!

En dan leek het ook écht dat mijn spieren of zo dat vergeten waren, hoe doe je dat? Hoe krijg je het voor mekaar dat als één been helemaal recht vooruit is en m'n andere been moest hurken, hoe doe je dat? En dat was elke keer een hele rare gewaarwording, dat voelde zo gek!

En heel af en toe heb ik dat nu nog wel eens met oefeningen. Bij het circuit, onder andere bij de kinesis les die ik op maandagochtend altijd doe, dan is er ook wel eens een oefening bij waarbij ik het gevoel dan heb van: ik weet hoe het moet, maar ik kan het niet! Het lukt me niet, m'n lijf weet niet op dat moment hoe.. hoe.. hoe dat te controleren! Dat is écht een hele vreemde gewaarwording. En aan de andere kant heb ik ja, de ene keer lukt dat dus wel en een andere keer niet en ik weet van tevoren niet wanneer het wel en niet gaat lukken. Dus ik blijf het elke keer weer opnieuw proberen.

Ik heb natuurlijk ook van die dagen, van die wiebeldagen. En met die wiebeldagen is het natuurlijk altijd al helemaal anders. En het gekke is dat dan ook af en toe, dan kom ik al een beetje wiebelig binnen. Het lopen ging dan met heel veel aandacht is het allemaal goed gedaan. Ik heb net de wandelstok niet nodig en zo. En dan gaat de ene balansoefening, lukt dan wel en de andere balansoefening gaat dan echt helemaal niet. En dan snap ik hem ook een beetje. Dan heb ik écht zo van: ja dat komt omdat ik gewoon vandaag heel wiebelig ben en dan leg ik het daar ook gewoon bij neer. Daar komt het door.

Maar als ik me dan verder helemaal goed voel, ik heb niet last van die wiebeligheid, dan blijft er toch altijd dat verschil tussen links en rechts. Hoeveel ik dat ook oefen. Of misschien is het wel zo dat ik het toch aan de ene kant te weinig oefen en aan de andere kant veel meer door die voorkeursbeen, voorkeursarm, voorkeursvoet die we dan hebben. En dat is misschien ook wel een idee om dat elke keer als we zo'n oefening doen, dat ik eigenlijk automatisch eigenlijk al die linkerkant als eerste ga gebruiken om te kijken of ik dat verschil een beetje kan opheffen. Misschien ligt het toch daar een beetje aan. In ieder geval links en rechts is een verschil, voor en achter is een verschil, vooral naar achteren dat ik dat veel moeilijker vind dan opzij.

Dat wilde ik even met je delen. Want er is natuurlijk een kans dat het bij mij moeizamer gaat, omdat mijn evenwicht gewoon minder goed werkt dan bij andere mensen. Je ziet wel dat de oudere mensen daar ook steeds meer moeite mee krijgen. Dus naarmate we ouder worden blijft het dus superbelangrijk om dat evenwicht te versterken door juist ook dit soort balans oefeningen te blijven doen.

En dan herinner me ik ook meteen wat ik nog wilde vertellen ook. Als het op zo'n wiebeldag of op zo'n dag dat het écht niet lukt, dat ik dan de steun ga zoeken bij de muur. Dan ga ik mijn standbeen neerzetten en mijn andere been omhoog, maar dan hou ik mijn hand bij de muur, eigenlijk mijn vingers alleen. Ik, ik heb maar heel weinig steun dan nodig om dan toch die balans te houden en dan kan ik de oefening makkelijker volhouden dan wanneer ik dat helemaal zonder die muur doe. Nou dat is dan nog een tip die ik aan je kan geven als je dat wilt oefenen. Gebruik dan de steun van de muur.

En vooral, blijf wel oefenen met balansoefeningen, die zijn er in soorten en maten. Er is van alles daarin te bedenken. Naarmate je dat meer gaat oefenen, gaat dat steeds makkelijker. Alleen, het kan ook bij jou zijn dat het verschil tussen links en rechts er zeker zal blijven. En dat dat dan eigenlijk helemaal oké is.

Dat wilde ik even met de delen. Daar lag ik vanochtend vroeg aan te denken zo van: oh ja, hier kan ik ook een keer een podcast over maken. Want volgens mij heb ik het hier nog niet eerder over gehad.Dit was seizoen 6, aflevering 18 'Verschil', van de podcast: 'Evenwicht, je leven'. Je hebt geluisterd naar Paula Hijne. Dank je wel voor het luisteren. En tot de volgende keer!



Over Evenwicht, je leven

Evenwicht, je leven

De podcast over het zintuig evenwicht. 


Ervaringen en informatie over ons zintuig evenwicht.

De evenwichtsorganen in ons binnenoor zijn onderdeel van een complex evenwichtssysteem, waardoor we alles kunnen doen wat we doen. Elke actie is namelijk mogelijk door dit bijzondere zintuig evenwicht. 

In deze podcast komt ook het psychisch evenwicht aan bod.

Kortom, evenwicht in de breedste zin van het woord. 


'Evenwicht, je leven' is de podcast van Paula Hijne. Zij is auteur van het boek 'Evenwicht in uitvoering, hoe ons evenwicht werkt'.


https://evenwichtinuitvoering.nl/