Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan, dat is een tongbreker. De letter L is voor mij een moeilijke letter. Ik ging pas heel laat praten en heb deze letter nooit goed geleerd.
Hoe zit dat met leren lopen en preciezer, met traplopen. Hoe leren kinderen traplopen als ze in een flat of bungalow wonen, waar geen trap is?
tekening: Anna via Pixabay
Volledig transcript:
'Leentje leerde Lotje lopen'
Seizoen 2, aflevering 17 van de podcast 'Evenwicht, je leven'.
En die heb ik genoemd: 'Leentje leerde Lotje lopen'. Ja, dan heb je het over de letter L. 'Leentje leerde Lotje lopen'. Het is eigenlijk een tongbreker hè? Met de letter L.
Nou spreek ik die letter L zelf niet helemaal goed uit. Als ik hem doe in deze zin 'Leentje leerde Lotje lopen', dan doe ik hem goed maar als die L op het eind staat of als ik hem dus nu gewoon los zeg, dan doe ik hem niet goed. En ik weet niet hoe ik het anders moet doen zoals in uil en Roel, zo heet mijn man, die kan ik niet eens goed uitspreken met die letter L. Ik heb dus niet helemaal, heel goed leren praten, omdat ik dat met mijn tong niet goed heb geleerd, want de letter L heeft met de tong te maken en als ik dan ook die zin doe 'Leentje leerde Lotje lopen', dan gebruik ik ook mijn tong heel anders dan wanneer ik de L op het eind doe. Of als losse letter gebruik. Nou is leren praten voor mij sowieso, dat weet ik van mijn moeder, daar was ik heel laat mee. Ik heb heel lang gewacht, denk ik, totdat ik ging praten. Weet niet of ik écht gebrabbeld heb, maar het kan best zijn dat ik dat nauwelijks heb gedaan. Ik weet wel dat mijn moeder toen zei: op het moment dát je ging praten gebruikte je meteen hele zinnen. Dan waren het écht meteen al... en onderwerp, werkwoord en daarna nog.. Wat daarachter kwam. Dus ik kon meteen al in hele zinnen praten en heb het hele stuk van in losse woordjes praten, heb ik eigenlijk overgeslagen.
Nou is sowieso leren praten, ja, kun je beetje vergelijken met leren lopen. Het leren lopen gaat ook altijd in kleine stapjes, maar ook daar kun je dingen in overslaan. Want bij het leren lopen, een baby, die gaat op een gegeven moment kruipen. En dan zeg ik natuurlijk, maar dat is helemaal niet natuurlijk. Er zijn kinderen die de hele kruipfase gaan overslaan. En ik heb later begrepen, toen ik eenmaal zelf in het onderwijs werkte, dat kinderen die helemaal niet kruipen en ook geen andere manier van kruipen hebben geleerd, gedaan, ze dat helemaal overslaan en eigenlijk vanuit zittende positie meteen wilden staan, dat het kinderen zijn die mogelijk dyslexie hebben. En als ik dan kijk ook naar mijn eigen zusje, nou die heeft ook die hele kruipfase overgeslagen. Die ging over haar billen schuiven, maar die heeft nooit voorover op handen en voeten gekropen, dus die heeft die fase overgeslagen en ze heeft ook inderdaad dyslexie.
Het was in de tijd dat dat woord nog niet bekend was, dus zij leerde lezen en zij kon het niet. Daar werd ze eigenlijk een beetje voor dom gehouden. Zo van ja, maar jij kan dat helemaal niet, je bent daar dom in of zo. Terwijl dat een onmogelijkheid is, want het heeft iets te maken met verbindingen in de hersenen van links en rechts en die coördinatie van links en rechts is gewoon niet bij haar goed aangelegd. Ik weet ook niet of, als zij geleerd had om wel te kruipen, en het écht werd voorgedaan, en dat ze dat dan na moest doen en dat echt opgelet was, of dat dan anders was geworden. Dat weet ik niet. Ik denk niet dat het zo werkt. Want haar kinderen hebben, in ieder geval van de drie kinderen zijn er twee of zo die sowieso ook die kruipfase hebben over geslagen en ook eigenlijk al heel snel gingen staan. Ook die kinderen hebben moeite met leren lezen, vinden het ook helemaal niet leuk en daar zit dus wel een connectie.
En toen ik zelf eenmaal in het onderwijs zat, toen leerde ik ook dat die links rechts coördinatie dus juist heel erg in het begin, als je nog heel jong bent, als baby zelfs al, is die links rechts coördinatie heel belangrijk en met kruipen doe je dat. Gebruik je steeds links voor, rechts voor, links voor, rechts voor en dan wordt dat getraind.
Dus het is eigenlijk heel goed om wel te kruipen, alleen kinderen die het van natura niet doen, ja, zou goed zijn als ze dat dan wel doen, alleen je houdt dat denk ik niet tegen. Dat is ook iets wat dan in het hele hersensysteem zit. Dat de één dus dyslexie krijgt en een ander niet. Een ander heeft dat weer met getallen, dus bij iedereen kan daar wel iets in de hersenen niet goed helemaal verbonden zijn. Dat daar niet de goede connecties lopen.
Dan hebben we het over de letter L en 'Leentje leerde Lotje lopen'. Leren lopen: heb ik geleerd in Vlaardingen. Daar woonde ik toen als heel klein meisje. Ik heb dat via kruipen ook gedaan, maar wat ik ook geleed heb daar, is traplopen. Want in huis, we woonden in een flat op de eerste verdieping,, maar we hadden in ons huis een trap ook naar beneden want er waren ook nog twee slaapkamers, een werkkamer en een slaapkamer beneden. En dat was ja, voor ons natuurlijk heel mooi als kinderen, omdat wij heel jong al, die trap hebben leren lopen. Er was natuurlijk eerst een hekje voor. Want het was natuurlijk veel te gevaarlijk, het was een rechte trap naar beneden, dus je mocht van boven niet zomaar naar beneden, maar op een gegeven moment mocht dat natuurlijk wel en toen hebben we geleerd om gewoon lekker in huis, te leren traplopen. Zoals heel veel kinderen ook leren.
En dan loopt eerst je moeder of vader achter je aan. Die houdt het in de gaten en dan leer je hoe je met je handen en met je voeten dus gaat traplopen. En op een gegeven moment als je goed rechtop gaat lopen, kan je zelf de leuning gaan vast pakken en zo leert elk kind traplopen.
Alleen bij ons in de flat hadden we dus onze eigen trap en als ik dat leren traplopen buiten had moeten doen, als we geen trap in ons eigen huis hadden, dan was dat op een, in een heel koud portiek, koude trap, steen, hard. Eigenlijk ook altijd koud, dus in dat portiek werd het gewoon nooit warm. Dan zou ik dus toch veel later met traplopen zijn begonnen. En ineens bedacht ik mij, van de week zat ik daar een keer gewoon 's nachts aan te denken, hoe heeft mijn buurmeisje dan trap leren lopen, want die had geen trap in huis naar beneden. Die hadden alleen maar alles gelijkvloers, dus die heeft toen wel moeten leren traplopen via dat portiek. Hoe is dat dan gegaan?
En nog verder denkend, al die kinderen die in een flat wonen of een bungalow, ook alles gelijkvloers, waar geen trap in huis is, wanneer leren zij dan traplopen?
Of zou het kunnen zijn dat deze kinderen net als bij mij, dat het praten vroeger heel laat was, dat ik dat eigenlijk niet deed en pas op het moment dat ik wel ging praten meteen in hele zinnen ging praten, dat bij kinderen waarbij geen trap in huis is, die dat dan op veel latere leeftijd mee te maken krijgen, dan zijn ze al sterker, dan hebben ze al meer coördinatie, dan zijn die evenwichtsorganen en dat evenwichtssysteem, veel beter ontwikkeld. Dat die dan dus al veel makkelijke een trap leren op- en aflopen.
En daar ben ik eigenlijk wel nieuwsgierig naar. Want ik weet niet of dat klopt wat ik zeg. Of moeten die kinderen dan toch nog eerst, net als een heel jong kind, een peuter die dan de trap leert oplopen met handen en voeten dat dat dan ook die kinderen dat moeten doen, maar dan zijn ze misschien al 4 of 5 jaar. Zijn ze al naar de groep 1/2 van de basisschool. Ik vraag me dat af. Ik weet alleen niet of hier ooit onderzoek naar is gedaan, hoe dat zit bij die kinderen. Of gaat dat dus toch wel heel natuurlijk en makkelijk, wat ik al dus net al zei dat die kinderen dus juist omdat ze al groot en sterker zijn, meer coördinatie hebben dat dat traplopen eigenlijk op latere leeftijd net zo makkelijk gaat? Zou best kunnen dat dat zo werkt.
'Leentje leerde Lotje lopen'. Even ja, misschien is het een aflevering even tussendoor, het is een korte aflevering. Alleen dit zat in mijn hoofd van de week en ik dacht: hier wil ik iets mee. Dit wil ik even delen met je. En dan is het wel heel mooi met die letter L, dat ik dan toch heb leren praten dat ik de letter L niet helemaal goed heb geleerd. Net als een paar andere letters. Alleen hoop ik dat je er niet zo veel last van hebt als je luistert naar mij. Een logopedist zou het zéker horen. Iemand die blind is zou ook bepaalde letters horen van mij: aah die kloppen niet helemaal.
Ik heb toch leren praten, ik heb leren traplopen. En traplopen, ja ik heb het wel eens gezegd het is de aller moeilijkste evenwichtsoefening in ons dagelijks functioneren, in ons dagelijks bestaan omdat de meeste mensen in huis wel een trap hebben en anders wel op kantoor, op het werk en als je dan de trap neemt, is het altijd een hele moeilijke evenwichtsoefening. En als je evenwicht nog heel goed werkt dan gaat het allemaal prima. Dan gaat het onbewust. Je loopt die trap gewoon af. En op.
Op het moment dat dus dan het evenwicht écht beschadigd is, dan krijg je daar problemen mee en dan is die bewuste aandacht die je nodig hebt om een trap op en af te lopen, die is dan ook écht nodig.
Dit was aflevering 17, 'Evenwicht, je leven' podcast en je kunt je abonneren hierop en anders bij Spotify kun je me volgen. Dus dan weet je ook weer wanneer de volgende aflevering komt. Ik hoop namelijk dat ik meer afleveringen ga maken. Ik heb nu een mooie plek gevonden in de werkkamer boven. Daar sta ik aan de sta-tafel, ik spreek rechtstreeks in de microfoon en ik vind het heerlijk hier, om hier dus te praten, om te vertellen dus: wie weet hoeveel afleveringen ik hierna nog ga maken. Dus dank je wel voor het luisteren.