Het even geduurd voor ik de woorden kon vinden om deze aflevering te maken. Mijn denken ging namelijk alle kanten op. Het gaat over bepaalde woorden, verboden woorden en... over gelijkwaardigheid.
(eigen foto)
Volledig transcript
Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord. Je luistert naar Paula Hijne. Ik ben auteur van het boek 'Evenwicht, in uitvoering'. Dat gaat over ons fysieke evenwicht, maar ik vertel ook heel graag over allerlei dingen, allerlei zaken die mij zelf ook weer uit evenwicht kunnen brengen, maar dan ja, psychisch, niet per se fysiek. Dit is seizoen 8, aflevering 16: Wat voor woord?
Het is een vraag dus hè, wat voor woord? En ik weet ook niet hoe deze podcast gaat lopen, want mijn gedachten gaan echt allerlei kanten op als het gaat over het gebruik maken van woorden. En ja, ik doe niet anders natuurlijk. Als ik sta te vertellen voor deze podcast of als ik aan het schrijven ben, dan ben ik alleen maar met woorden bezig. Ik ga kijken hoever (ha) ik kom hiermee.
Ik heb pasgeleden een nieuw woord geleerd en dat is gesticuleren. Gesticuleren, een raar woord, ik kende dat helemaal niet -en dat betekent gebaren maken- en dat is gek, want ik maak al heel lang gebaren. Ik ben gebaren aan het leren, maar gesticuleren is dus gebaren maken zonder dat het per se de gebaren zijn uit de gebarentaal. En het woord dat komt van geste. Dat is eigenlijk uit het Frans en dat betekent gebaar en beweging. En dat komt ergens uit de 17e eeuw en dan komt het van het Latijnse gesticulari. Wat ook weer betekent gebaren maken. Maar waarom, waarom zou je gesticuleren?
Waarom zou je gebaren maken? Nou, dat is dus het ondersteunen van de woorden die je uitspreekt. En het kan onder invloed zijn van de emoties, dat je als je een bepaalde emotie hebt, dat je met je handen nog meer uitdrukking geeft. Als ik dit sta te vertellen, dan ben ik ook vaak met mijn handen bezig. Daarom ook vind ik de statafel handig, want dan heb ik mijn handen vrij om dus ook m m'n handen te gebruiken tijdens het praten. En ook al zie jij dat niet, ergens ondersteunt het mijn eigen woordgebruik en vind ik het daardoor makkelijker.
Ik heb ook gelezen dat in ..ehm.. encyclo.nl daar staat bij gesticuleren: met bewegingen van een lichaamsdeel iets duidelijk maken. En dat vond ik wel weer grappig om te lezen, want ik zou denken dat je dat altijd met je handen doet, maar een lichaamsdeel zou natuurlijk ook zomaar een voet kunnen zijn of ..ehm.. misschien wel (ha) je knie of je hele hoofd. Met handen en voeten praten. Tekens geven, maar tekens geven doe je toch ook heel vaak wel met je handen. Dan is eigenlijk Nederlands met Gebaren, datgene wat ik aan gebaren leer, is een vorm van gesticuleren. En gebarentaal is één en al gesticuleren zonder dat je daar woorden bij gebruikt, want gebarentaal daar hoef je helemaal niet bij te praten. Dan kun je gewoon helemaal stil zijn en de hele taal met je handen laten zien wat er allemaal bedoeld wordt. En ik ben nog steeds Nederlands met Gebaren aan het leren, dat betekent dat ik aan het praten ben en tegelijkertijd de woorden ondersteun met dus een gebaar. Dus ja, een vorm van gesticuleren.
Nou, hoe kom ik hier dan op? Ik ben er eens over na gaan denken hoe dat nou precies zit met die woorden. En ik denk dat de mens... toen de mensachtigen begonnen met praten, dat dat begon met één of twee woorden. Dat dat heel langzaam is ontstaan. Eigenlijk zoals ook een baby leert praten. Een baby begint alvast allerlei geluiden te maken met de mond, die gaat brabbelen en zo en op een gegeven moment, omdat ie woorden om zich heen hoort, komt er één of twee woorden die dan ook uitgesproken kunnen worden en als dat lukt gebeurt dat steeds meer. En dan wordt die hele woordenschat, die wordt steeds uitgebreider. Dan worden er woorden gegeven aan de voorwerpen of aan het eten en drinken. Sowieso de eerste woorden papa, mama, dat zijn dan degenen die voor jou zorgen, die dus belangrijk voor je zijn. En ik denk ook dat het ontstaan van de taal, van het gebruik van woorden, dat dat dus ook écht in hele kleine stapjes is gegaan.
Nu zijn we ééuwen verder, en we komen tot de ontdekking dat er steeds weer nieuwe woorden komen. Dat er ook allerlei leenwoorden zijn, woorden uit andere talen die wij overnemen en andersom, in andere landen dat ze uit onze taal woorden overnemen. Zo zal er ook wel een verbastering van woorden zijn ontstaan. Wat eerst zo genoemd werd en nu weer nét een beetje anders genoemd werd en eigenlijk een nieuw woord is geworden. En dat komt ook, omdat we natuurlijk in de loop der eeuwen ook steeds meer zijn gaan ontwikkelen en steeds meer allerlei technische dingen te weten zijn gekomen wat... waar een woord voor nodig was. Maar ook in de gezondheidszorg, de hele wetenschap. En er komt steeds meer onderscheid om dus iets te duiden, om iets duidelijk te maken. Dat was nodig, omdat je het wil overbrengen aan de ander en daar zijn woorden heel geschikt voor. Alleen moet het woord wat ik gebruik, moet de ander wel begrijpen wat daarmee bedoeld wordt.
En dit is wel het onderscheid wat wij maken met dieren. Dieren hebben ook wel een bepaalde taal, maar niet het woordgebruik zoals wij dat nu doen. Zoals de mens dat is begonnen.
En zo zijn er ook natuurlijk een heleboel woorden die weer vergeten worden. Als we kijken al naar het oud-Nederlands. Het woordje 'glee', kent iemand dat nog? De muntmeter. Solecisme, heb je daar wel eens van gehoord? Best allemaal hele oude woorden. En dan zijn er mensen die oud zijn, die nog wel eens dat soort woorden gebruiken en dan weet je, ja dat komt uit ..ehm.. dat is van vroeger. Zo komen er natuurlijk ook steeds nieuwe woorden bij.
En ook steeds meer leenwoorden. Die leenwoorden, dat is wel grappig. Op een gegeven moment maken we het ons zo 'eigen' dat we het niet eens meer weten dat het uit een andere taal komt. Denk maar aan chocolade of douche, container, plastic, giraf, de pizza. Het zijn allemaal woorden uit andere landen die wij hebben overgenomen en die bij ons nu, ja, heel normaal zijn. Dus hoe rijk is onze taal en ook hoe dynamisch is het dat er woorden weer verdwijnen en weer nieuwe woorden bijkomen en ..ehm.. ja, het groeit, het gaat heen en weer, het gaat op en neer, ja heerlijk toch om met taal bezig te zijn!
En toen kreeg ik de nieuwsbrief een tijdje geleden van Storytelling geschreven door Mieke Bouma en die ging in op de verboden woorden die Trump heeft gemaakt. De verbodenwoordenlijst. Dat werd gepubliceerd in de New York Times, in de krant. En ambtenaren in de VS kunnen zelfs ontslagen worden als ze die woorden gaan gebruiken. Het zijn niet alleen de ambtenaren, maar ook alle wetenschappers. Die verboden woorden die zijn dan voor de grote subsidieverstrekkers, die nieuwe onderzoeksvoorstellen maken, en die deze woorden allemaal niet meer mogen gebruiken, want die krijgen geen overheidssubsidie meer, dat is de bedoeling. Ik weet niet hoe het er op dit moment voorstaat, maar die wetenschappers die mogen dat soort woorden niet meer gebruiken in hun onderzoeksvoorstellen. Maar ook niet wat er al gepubliceerd is, dat wordt allemaal nagekeken nu of daar één van die verboden woorden in staat. En dat is heel vreemd! Er staan een heleboel woorden in die het onderscheid tussen mannen en vrouwen, waarbij dat nodig is, bijvoorbeeld als we het hebben over de hart- en vaatziekten en gevolgen daarvan, dan moet je het hebben over het vrouwenhart en het mannenhart. Daar zijn we eigenlijk sinds kort achter dat het mannenhart niet hetzelfde is als het vrouwenhart, dus je moet het ook anders gaan behandelen en daar zijn allerlei onderzoeken naar gaande hoe dat dan moet.
Maar als je dat dus niet meer mag gebruiken in je onderzoek, hoe kan je dat dan onderzoeken? En als ze dat in Amerika niet meer mogen doen, dan heb je kans dat daar al die wetenschappers dus deze hele onderzoeken, wat internationaal gebeurt, ook helemaal niet meer in mee kunnen doen. Maar het kan ook gevolgen hebben, omdat zij dat niet meer mogen doen, dat ook in Nederland dat daar... dat we daar last van gaan krijgen en dat dat hele onderzoek naar het vrouwenhart gewoon stilgezet gaat worden.
Maar dat het dus sowieso zo'n hele verbodenwoordenlijst bestaat. Dan hebben ze het eigenlijk over woke-woorden. En allemaal woorden ook die ..ehm.. gaan over racisme en ongelijkheid, de verschillen tussen mannen en vrouwen, gender. Dat mag allemaal niet meer gebruikt worden. En toen had ik al van woke, ik vind woke een beetje een raar woord, wat betekent woke nou? Dus dat heb ik eens opgezocht, woke is een ..ehm.. (ha) een leenwoord, het komt uit het buitenland, het is een Afro-Amerikaans-Engels woord en dat komt van woken en woken betekent: wakker worden, ontwaken. En het verwijst naar het zich bewust zijn van de racisme-problematiek en sociaal onrecht. Sociaal onrecht jegens minderheden in de samenleving. En zo rondom 2020, dus vrij recent, kreeg woke, dat woord woke, een negatieve lading. Het was meer als een soort beschuldiging van doorgeslagen politieke correctheid en het wordt ook in verband gebracht met de cancelcultuur en gedwongen zelfcensuur. En het is ook veel breder, het is niet meer alleen maar bewust zijn van ongelijkheid en onrecht in de samenleving, zoals dus racisme en discriminatie op basis van gender ook. Maar het is ook het bewust zijn van ongelijkheid en onrecht in de brede zin, zoals ook het klimaat. Als je het op die manier gebruikt, maak je zo'n woord wat ja, iets heel duidelijk aangeeft, maak je zo veel onduidelijker en wordt het op zo veel manieren en op zo veel plekken gebruikt, dat het eigenlijk niet meer klopt! Dan heb je zo van hè, hoe zit dat nou?!
En sowieso die hele lijst van verboden woorden, die Trump dus heeft gemaakt, daarmee lijkt het wel of we teruggezet zijn in de tijd. Toen dacht ik ja, maar hoe ver ga je dan terug? Als we bedenken zo in de Middeleeuwen, toen waren dus heel veel van die woorden die op de verbodenwoordenlijst staan, die bestonden nog helemaal niet. Die waren er niet. Pas toen we de slavernij kregen. Dat is dus zo rond 1700 geweest, kwam de slavernij op gang en toen werden eigenlijk die woorden geboren, die woorden van racisme en discriminatie. En met heel veel moeite is die slavernij afgeschaft, zo in de helft 19e eeuw. Maar helaas zijn al die woorden die daarbij passen, bij zoals racisme, discriminatie, die zijn gebleven! Racisme dat is ook weer zo'n woord, wat betekent nou precies? Dat is superioriteitsdenken. Dan denk je vanuit meerderwaardigheid en kijk je naar de ander alsof die minderwaardig is. Dus die ongelijkheid tussen mensen die is nog steeds gebleven en dat is er nu nog steeds. En om die ongelijkheid te duiden, daarom hebben we al die woorden nodig.
Aan de andere kant, en dat is waar ik dus al dagen mee bezig ben in mijn hoofd van: als we al die racisme-woorden, die discriminatie-woorden, al die ongelijkheidswoorden, dat, als we die niet meer nodig zouden hebben, dat zou dan toch eigenlijk geweldig zijn! Als we die woorden gewoon helemaal niet meer in ons vocabulaire gebruiken, want dan zou het betekenen dat we in een wereld leven waar iedereen gelijkwaardig is! En waar ieder de hulp krijgt die het nodig heeft en dat het heel vanzelfsprekend gaat. Als we geen onderscheid meer maken tussen jou en mij en tussen de ene groep en de andere groep en dat ieder mens er mag zijn zoals ie is! Want al die woorden, al die verschillende woorden, al die gender-verschillende woorden, al die woorden versterken eigenlijk het hokjes-denken. Dat is écht, zoals ik dat bedenk in mijn hoofd van: het zorgt wel voor een enorme versplintering van ons hele mens-zijn en tegelijkertijd: dat is er dus altijd al geweest!
Alle mensen, ik denk al vanaf het begin van de mensheid, zijn al verdeeld! Zorgen dat ze zelf verdeeld zijn, verdelen zichzelf. Op allerlei lagen in niveaus. Kijk maar naar: Je leeft binnen een gezin. Je leeft binnen een familie. Je leeft in een buurt met een buurtgenoot. Je leeft in een stad. Je leeft in een bepaald land en daar hoor je dus bij. Erbij horen, daar gaat het eigenlijk over. Op je werk, waar je collega's hebt en waar je dan ook weer groepen hebt van collega's. Waar je leidinggevenden hebt en dat daar weer groepen tussen ontstaan. De sportclub waar je naartoe gaat. Met die mensen samen waar je een team mee vormt, alle fans van een sportclub. Die horen ergens bij, die horen bij die groep, want daar ben je dus fan van. Bij de kerk horen. Allerlei ver.... zó veel verschillende religies die er zijn, zorgt ook voor heel veel verdeeldheid. Muziek, muziek brengt heel veel mensen samen. Het samen spelen in een orkest, fanfare. Het zingen in een koor. Het luisteren naar muziek. Luisteren naar een popconcert, naar een klassiek stuk. Er zijn reizigers, ook weer een hele groep mensen. Weggebruikers. De hele groep studenten, mensen die in opleiding zijn. We hebben kopers en verkopers. We hebben te maken met de politie en met het rechtstelsel. Alle mensen die in de zorg werken.
We hebben zó veel verschillende groepen! Zo veel versplintering is er al! En dan heb je het allemaal over waar je woont, je omgeving, het werk wat je doet. Maar ook wie je dan helemaal in jezelf bent. Want daar gaan die woorden over. Als je het hebt over gender, dan gaat het over helemaal over jezelf! Maar ook dan, hoor jij bij de groep mannen of vrouwen of dus non-binair, wat er tussenin zit.
Maar zo zijn er ook de groepen mensen, dat zijn kluizenaars, die zich helemaal wegtrekken uit de maatschappij. De soevereinen. En helaas zijn er dus ook dictators die dan dus de macht hebben, maar die dictators samen vormen ook weer een groep. Dan heb je het ook over de democratie, waar juist ministers zijn, een premier, waardoor dat heel veel meer samen gebeurt. Maar ook dat, de politiek, is ook een bepaalde groep. We hebben rijke en arme mensen. En zo kan ik dus heel lang doorgaan!
Maar elk mens is toch uniek?! En ja tegelijkertijd zijn we natuurlijk onderdeel van het geheel. We zijn onderdeel van onze omgeving en in hoeverre je jezelf mag zijn, wordt dus ook bepaald door die omgeving. Als jij in een democratie leeft is dat heel anders, dan wanneer jij in een land leeft waar een dictator aan de macht is, dan mag jij veel minder jezelf zijn. En daar neigt het nu toch ook heel erg naar. Helemaal dus in dat land waar Trump aan de macht is. Er zijn al genoeg voorbeelden geweest, ooit in het verleden, en nu nog steeds, zijn er nog voorbeelden van landen waar een dictator aan de macht is. Waar de mensen zelf niet zo veel meer voor het zeggen hebben. Waar de mond gesnoerd wordt. Dus het is ook wel bepalend hoe jij je leven kunt vormgeven, omdat het te maken heeft met waar je dus woont. Waar je geboren bent of waar je dus naartoe bent verhuisd, waar je naartoe bent gevlucht, hoe daar in die omgeving met elkaar om wordt gegaan.
En we zouden willen dat iedereen als gelijkwaardig behandeld wordt. Ja, en we weten dat dat ook onmogelijk is, gelijkwaardig kan wel. Maar gelijk behandelen dat klopt niet helemaal, want de één heeft meer hulp nodig, heeft een andere behandeling nodig dan de ander. Gelijkwaardig wil zeggen dat het op mensniveau, dat ieder mens ertoe doet. En dat we samen proberen om al die mensen mee te laten doen. En dat ze allemaal die zorg en die hulp kunnen krijgen om dus mee te kunnen doen.
Maar dat is natuurlijk allemaal niet de bedoeling van Trump, want het zou geweldig zijn als we als gelijkwaardige mensen mogen leven. De reden waarom hij dat doet is verontrustend. Het is gevaarlijk! Het is bedoeld om mensen te controleren. Om de mond te snoeren. Eigenlijk is het wel een aanval op het vermogen om zelf te denken, om zelf te mogen voelen wat je wil voelen. Te dromen. Om je uit te spreken, want als die woorden ons ontnomen worden, wat blijft er dan over van ons mens-zijn? Als dus de overheid, of in dit geval -nou ja ik noem het dan toch maar- de dictator, als die de taal, de woorden voorschrijft of juist woorden verbiedt, dan ontstaat er een hele ja, gemanipuleerde, gereduceerde taal. Je wordt dus beperkt in je denken. Denken gebeurt in woorden en hoe minder woorden, hoe minder ruimte er is om kritisch te zijn, om alles te benoemen wat je wil benoemen. Om kennis over te dragen. Om anderen te inspireren. Als die woorden ons ontnomen worden, hoe kunnen we dan verbinding blijven zoeken? Hoe kunnen we dan verbinding met elkaar houden? En dat is precies wat Trump wil, hij wil dat die verbinding weg is, dat mensen níet meer met elkaar verbinden. Dat mensen elkaar gaan wantrouwen.
Ik begrijp nog steeds niet wat daar de bedoeling van kan zijn. Dat je zo'n verdeeldheid wilt hebben tussen al die mensen! Want zo komen we toch nooit verder in het proces van ons mens-zijn?! Ik dacht dat we op de goede weg waren en dan kunnen we ons mens-zijn steeds op een hoger plan brengen. Dus we hebben die woorden nodig, we hebben heel veel woorden nodig om te streven naar menswaardigheid. Wat voor woord is dan een mooi woord, een ander woord voor menswaardigheid? Gelijkwaardigheid. Eigenlijk een ander mooier woord kan ik niet eens bedenken. Menswaardig. Gelijkwaardig. Laten we toch daarnaar streven voor zover wij dat in onze hand hebben.
Zo zijn mijn gedachten de laatste weken steeds heen en weer gegaan en er komt steeds van alles weer bij. Ik kan het nog steeds niet duiden waarom het nodig is om mensen zó te beknotten. Om zó de macht te willen hebben. Om zo veel verdeeldheid te zaaien, nee ik kan er nog niet helemaal bij. Ik heb een paar dingen proberen uit te leggen nu, over de taal, over de woorden, over het woordgebruik. Ik laat het hierbij.
Dank voor het luisteren naar de podcast 'Evenwicht, je leven', seizoen 8, aflevering 16,
Wat voor woord? Je hebt geluisterd naar Paula Hijne. Dank voor het luisteren en tot de volgende keer.