Evenwicht, je leven - S01 / E15

15 Vliegen vliegen vliegensvlug

Met de storm in de rug fietste ik in vliegende vaart naar het dorp. Vliegen. Het woord vliegen heeft verschillende betekenissen. Ik vertel erover en dan in relatie tot het evenwicht, want vliegen zonder evenwicht is onmogelijk.

(foto; Pixabay)

Volledig transcript:

Ken je die kleine fruitvliegjes? We hebben van die vliegjes weer in huis. Waarschijnlijk ergens bij het fruit wat er ligt en die vliegen rondom je heen en daar heb je eigenlijk helemaal geen last van. En op een gegeven moment zijn ze lastig. Dan gaan ze precies zitten waar jij dat niet wilt. En dan probeer je ze te vangen en dat lukt dan niet en nou ja, dat soort kleine vliegjes dus.

Het is best lastig dus om ze te pakken. En dan, het gaat dus over het evenwicht, heb ik dus uitgezocht voor in het boek 'Evenwicht, in uitvoering', van hoe zit dat dan bij insecten? Hoe is het evenwicht bij insecten geregeld? Hebben die net als wij evenwichtsorganen?

Nou dat blijkt dus niet zo te zijn. Vliegen en muggen, waaronder dus ook die fruitvlieg, die hebben dus geen evenwichtsorganen. Zij vertrouwen op de beweging van de lichaamsdelen, waarmee ze zich op de zwaartekracht oriënteren, maar daar hebben ze dus niet speciale zwaartekracht-receptoren voor. Een fruitvlieg bijvoorbeeld, die heeft daar speciale halters. Ja, ik noem het halters, maar het zijn natuurlijk hele kleine halters, omdat een fruitvlieg al héél klein is. En zo'n halter is een stengeltje met een soort knuppeltje aan het eind en dat knuppeltje is een sensor. En dat zit ergens achter de vleugels. En het mooie is, dat deze halters die vibreren... die víbreren, die bewegen dus tegelijkertijd met de beweging van de vleugels en dat is dan wel een tegengestelde beweging. En dan krijg je een beetje een gyroscopisch effect. En omdat dat dus zo'n effect oplevert, zorgt dat voor het evenwicht van deze insecten. En zo zijn dus vliegen en muggen dus heel snel wendbaar én kunnen ze dus ook heel stabiel vliegen. Want dat is natuurlijk de bedoeling, ze moeten wel goed kunnen blijven vliegen, overal waar ze naar toe willen. En dan merk je ook dat ze zeer wendbaar zijn, op het moment dat je zo'n fruitvlieg dus wil pakken.

En andere insecten die hebben niet van die halters. Die maken wél gebruik van zwaartekracht-receptoren en dat vertel ik misschien wel andere keer. En de meeste insecten, zoals dus fruitvliegen en muggen, maar ook vlinders, zijn eigenlijk echte luchtacrobaten. Je zult ze nooit ondersteboven zien vliegen. Dat kunnen ze wel, maar dat zullen ze nooit een lange tijd doen. Het is altijd wel dat ze dus rechtop vliegen. Tenminste met het buikje naar onder, naar voren toe. En ze kunnen wel dus ondersteboven aan het plafond hangen of onderaan een blad hangen en zo, en als ze dan vallen, dan zullen ze heel snel kantelen, om dan weer dus rechtuit te kunnen vliegen, of dus ...ehm... alle kanten op te duikelen. En daarom, ze kunnen dus wel koppeltjeduikelen, salto's maken in de lucht, maar ze zullen dus nooit lang op de kop vliegen. Daarbij, naast dus die speciale halters dus bij muggen en vliegen, om dat evenwicht goed te houden, hebben insecten ook een heel scherp gezichtsvermogen en zodoende hebben ze samen een heel snel reactievermogen. En daarom is het dus lastig om een vlieg of mug, om die dus te pakken, om die ...ehm... dood te slaan als je dat wil.

Dat gaat dus helemaal niet gewoon met je handen, omdat wij met ons evenwicht en ons gezichtsvermogen en onze handen níet zo snel zijn als een mug of een vlieg! En dan even een klein uitstapje naar de libellen, want de libellen kunnen nog iets heel bijzonders als insect. Die kunnen verticaal opstijgen en die kunnen ook achteruitvliegen! Dat is gek hè? Eigenlijk als een helikopter, die kan het ook, die kan ook alle kanten op hè, dus verticaal opstijgen en naar voren en naar achteren, volgens mij tenminste ook naar achteren, maar dat weet ik niet precies, maar dat kunnen libellen dus wél. Dus die hebben nog iets heel speciaals wat zij met hun evenwicht dan kunnen.

En het doet me denken, als je het hebt over vliegen vangen en muggen vangen, Roel die -mijn man- die heeft er een sport, of die maakt er een sport van. Op het moment dat hij een vlieg ziet, dan wil ie die vangen met zijn blote hand. En soms lukt dat dus en dan laat hij hem dus buiten de deur. Die vangt hij dan binnen en dan buiten de deur laat ie hem dan weer los. En dan ’s nachts, probeert hij dan wel eens een mug te vangen. We hebben dan wel horren voor de ramen, maar ja, soms komt daar toch een mug tussendoor. En dan praat ik over de zomer hè, in de winter hebben we daar minder last van. En dan probeert ie die mug te vangen 's nachts en dan hoort hij eerst die mug en dan doet ie het licht aan en dan pakt ie dus de vliegenmepper erbij. Muggenmepper in dit geval, en dan probeert ie dus die mug te vangen. Ik kan hem daar niet bij helpen, want 's nachts hoor ik dus die muggen helemaal niet, want dan heb ik mijn hoortoestellen uit. En ik heb mijn bril niet op, dus ik zie het ook niet. Dus op het moment dat er een mug bij ons in de slaapkamer is, dan laat ik hem dat rustig uitzoeken en die mug vangen en zo, aan mij heeft hij niets! Ik kan hem er dus niet bij helpen. Haha!

En dan even terug naar die fruitvliegjes waar ik het net over had. Die fruitvliegjes, nou ja daar is nog wel iets bijzonders mee. Onze jongste zoon Ruben, die heeft in Zwitserland een studie gedaan met fruitvliegjes. Dus die heeft ontzettend veel fruitvliegjes in zes maanden tijd door zijn handen laten gaan. Want hij moest daar iets ja, voor biologie, iets genetisch, ik weet niet precies wat de opdracht was, maar het heeft iets met het genetische ...ehm... effect of zo van die fruitvliegjes... daar was een of ander onderzoek naar, waar die dus mee geholpen heeft. En dat was dus in een laboratorium, dat hij heel veel vliegjes daarvoor heeft gebruikt om erachter te komen, wat daar precies mee aan de hand was en dat onderzoek heeft hij daar dan gedaan. En toen ie dus naar Zwitserland ging, is hij daar met het vliegtuig heen gegaan en wij zijn even op bezoek bij hem geweest. We zijn er met de auto naar toe gegaan en wat we daar onderweg tegenkwamen, waren roofvogels in de lucht die zó aan het duikelen waren en zó om elkaar aan het heen draaien waren, dat... dat ja, dat vond ik een heel mooi gezicht! Het waren geen buizerds, zoals wij die hier heel vaak zien, want die kunnen dat niet. Niet op die manier, zo makkelijk om elkaar heen bewegen en buitelen. En ik had gelukkig mijn boekje mee met vogels erin... met ...ehm... vogelboekje. En ik kwam erachter; dit is de rode wouw en de rode wouw, want het is.... ja, ik heb altijd de rode wouw graag willen zien. Dat is een soort vogel die op mijn lijstje stond van: die wil ik een keer in het echt zien. Maar op het moment dat ik dus die rode wouw zag en dat duikelen van die vogels, herinnerde ik mij dat we 20 jaar geleden, toen wij... toen de kinderen nog klein waren en wij in Zeeland aan het kamperen waren, daar zagen we ook van die buitelende roofvogels! En, nu wist ik ineens dat dat dus toen al, heb ik de rode wouw gezien, alleen ja, dat wist ik toen niet. Nu weet ik dat wel. Ik vind dat een schitterende vogel. Helemaal hoe hij dus beweegt en hoe ze met elkaar dat heen en weer bewegen, dat om elkaar heen cirkelen. Ja, ik vond dat écht heel mooi! Een rode wouw die daar dus dan heen en weer vliegt.

En als ik het nu toch heb over vliegende vogels. Vogels in de vlucht, je kunt herkennen hè, aan hoe een vogel vliegt, kun je eigenlijk al vanuit de verte herkennen. Als je dus die vogels kent, kun je ze herkennen aan de vlucht, welke vogel het is. Zo zien wij dus ijsvogeltjes wel eens, die dan als een schicht langs gaan en dan met name door het blauwe en op de manier waarop hij vliegt, zie je dus dat het een ijsvogel is. En dat zien we dus ook bij een buizerd en kiekendief die juist héél laag over het land vliegt. Zo herkennen wij dus heel veel vogels.

En onze oudste zoon heeft voor, ook voor een stage van hem, bij Rijkswaterstaat gewerkt en daar moest ie aalscholvers gaan inventariseren of eigenlijk wat aalscholvers eten. En dat kun je doen aan de hand van braakballen. Maar juist, omdat die juist dat moest gaan doen, heeft ie ook heel veel aalscholvers zelf moeten tellen, die dan overvlogen. Dus hij heeft ook die vlucht van aalscholvers heel goed leren kennen. Nou dat heeft hij ons ook meegegeven van: zo en zo ziet dat eruit. Dus we herkennen ook in de verte een aalscholver, hoe hij zit, hoe dat eruitziet als hij vliegt.

En dan, ik heb net verteld over hoe dat bij insecten zit, dat hele evenwicht. Dat is bij vogels nét toch een beetje anders. Vogels hebben namelijk weinig contact met de grond en dan is dat evenwicht bewaren, is voor vogels veel lastiger dan voor landdieren. Vogels maken dan ook gebruik van andere, en dan een beetje een moeilijk woord, ‘sensorische structuren’ om zich te oriënteren en te bewegen in de lucht. Want zij maken dus gebruik ook van de ogen en het reukvermogen en wat zij kunnen, is het voelen van de magnetische velden. En ze hebben ook veel meer zwaartekracht-receptoren in het lichaam. Daarmee kunnen ze dus de zwaartekracht detecteren van de aarde. En bijzonder is dat botten, de botten van vogels, die hebben een holle structuur, beetje net als een gatenkaas. Zodoende blijft dat dus, dat gewicht van die vogels, heel laag. En dan kunnen ze dus ook makkelijker in de lucht blijven vliegen. En dat evenwichtssysteem is heel gespecialiseerd bij vogels. En dat moet ook wel, want ze gaan natuurlijk alle richtingen op en... richtingen door de lucht en zo. En ze bewegen ook verder van het aardoppervlak. Dan is die plek voor het opvangen van die evenwichtssignalen in de hersenen, die is relatief groot bij vogels, veel groter dus dan bij ons. En zodoende kunnen ze dus veel sneller en meer signalen opvangen en dus dan doorgeven zodat ze echt kunnen vliegen waar ze naartoe willen vliegen en duikelen en... als een speer naar beneden of ...ehm... opvliegen als dat nodig is.

En dan ja, dat doet me dan weer denken aan de ekster hier tegenover ons, waar we wonen. Daar is een ekster een nest aan het bouwen in de boom. En die heeft dan een takje van de grond gepakt en dat takje is wel 3x groter dan zijn eigen lichaam, dus best een lange tak. En die heeft ie dan in zijn snavel vast en met dat takje, moet hij dus helemaal naar dat nest vliegen. En dan zie je 'm dus al opvliegen en dan gaat hij eerst naar de eerste boom die het dichtste bij zit. En dan zie je ook dat hij dat takje weer op een andere manier in zijn snavel doet, waarschijnlijk om dat evenwicht van dat takje te bewaren. En dan vliegt ie weer naar de volgende boom, totdat hij uiteindelijk bij zijn nest is en daar brengt hij dat takje dan naartoe. En dan zie je ook hoe knap het is dat vogels dat kunnen!

Dat ze zo kunnen vliegen, maar ook dat ze nog eens een keer iets vast kunnen houden. En in dit geval dus in hun snavel, en dat doen natuurlijk heel veel vogels. Helemaal in het voorjaar weer als ze allemaal nesten gaan bouwen, zie je heel veel vogels met takjes en andere dingetjes, snuisterijtjes, veertjes in hun snavel, wat ze meenemen naar hun nest. En dus toch heel knap dat ze dat kunnen. Ik vind dat, ja, bijzonder om te zien, hoe zij zo makkelijk kunnen vliegen en zo makkelijk ook van de grond komen. Dat is voor ons heel anders. Wij kunnen niet zomaar even boven de grond zweven. Ja, dat kan ik wel in mijn dromen, (ha) maar in het écht kan ik dat natuurlijk niet.

Wij kunnen helemaal niet vliegen. Tenminste, we kunnen niet zelf vliegen. Kunnen natuurlijk wel in een vliegtuig vliegen. Nou heb ik nog nooit gevlogen, maar ik heb er wel over geschreven in 'Ménière in balans', want die vraag wordt heel vaak gesteld hè? Van: kan ik wel in een vliegtuig, als ik de ziekte van Ménière heb. En dat komt ook... die vraag komt eigenlijk omdat ze... als wij een aanval krijgen van draaiduizeligheid, dan hebben we ja, dan is één van de symptomen die vooraf ontstaan -dat is niet bij iedereen, maar bij veel mensen is dat wel zo- is druk op de oren. En zo'n druk op je oren, alsof je onder water zwemt of... je hebt het ook wel eens als je in een lift, heel snel beweegt, dat je dus een druk op je oren krijgt en dat gebeurt dus ook in een vliegtuig. Dat weet ik dan niet, maar dat heb ik van horen zeggen. Dan zou het dan kunnen zijn dat die druk die je op je oren voelt, dat je dan, als je dat voelt in een vliegtuig, dat je daar dan toch een aanval door krijgt? Nou dat blijkt dus helemaal niet zo te zijn. Dat die druk op je oren, komt dan ook echt heel erg van buitenaf, terwijl bij een aanval van draaiduizeligheid, wordt die druk van binnenuit opgebouwd. Dat is niet van buitenaf, maar dat is écht van binnenin. Dus in een vliegtuig weet je ook waarom, wat, er gebeurt, want het heeft natuurlijk echt met dat opstijgen en met dat landen te maken van dat vliegtuig, dat die druk van buiten komt. Dus ja, de meeste mensen kunnen gewoon probleemloos vliegen en ja, ze kunnen wel medicatie gebruiken, iets tegen reisziekte of zo, maar het wordt dus zeker niet afgeraden voor mensen die Ménière hebben.

Wat wel kan, is, dat dus, door de wisseling in de luchtdruk, dat je wel andere klachten kan krijgen, dat ja, het kan wel effect hebben op de druk in het binnenoor. Maar ja, dat heeft dus geen reactie dat het een aanval van draaiduizeligheid wordt. Dus het is echt toch heel wat anders.

Ja, ik heb eigenlijk in korte tijd zo even met een helikopterview gekeken naar... over vliegen op allerlei manieren hè? Van de fruitvliegjes en de muggen en hoe dat dan werkt en het vliegen zélf en de vogels die vliegen, vliegen in een vliegtuig. En toen ik hier mee bezig was, dat ik iets over vliegen wilde doen, kwam ik dan ook van die tongbrekers tegen. Ik weet niet of je die wel eens eerder hebt gehoord? Dat is ook de titel al van deze aflevering: vliegen vliegen vliegensvlug. Maar die is veel langer, dat is een hele lange tongbreker. Die gaat zo: als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug. Of ...ehm... deze: vier vliegensvlugge vliegen vliegen vliegensvlug naar Vlissingen. Nou, die is toch wel grappig hè?

En dan ja, heb ik nog wel een manier van vliegen, want mijn eigen vliegen zit hier eigenlijk helemaal niet bij. En dan bedoel ik, het vliegen van dat vliegensvlugge, als dat om tempo gaat. Want dat tempo van mij is zéker niet meer vliegensvlug. Ik kan niet meer snel... snel iets meer doen. Als ik me daar dus bij moet bewegen, dan maakt het ook niet uit of ik loop of buk of fiets of dans of, zelfs het snijden van groente en vlees, dat gaat veel langzamer. Juist omdat het evenwicht niet meer goed werkt, kan ik die dingen helemaal niet heel snel meer achter elkaar doen. Er zit een soort vertraging in. En als ik me dus heel snel wil omdraaien, dan val ik om! En als ik snel de trap afloop, dan kan ik me zo verstappen! Dus als ik even vliegensvlug de wortel wil snijden? Dan lukt me dat niet, omdat ik het niet helemaal gecoördineerd kan doen en dan is de kans dus ook heel groot dat ik mezelf snij, dus ik moet dat met aandacht doen. Ik kan dat ook beter met aandacht doen, wil ik mezelf dan niet pijn doen, wil ik dan niet omvallen. Dus ja, ik laat graag die vliegen vliegensvlug vliegen en dan doe ik het wel in mijn eigen tempo (ha) en nou probeer ik af en toe een fruitvliegje te vangen ergens in de keuken of in de eetkamer, toch?


Over Evenwicht, je leven

Evenwicht, je leven

De podcast over het zintuig evenwicht. 


Ervaringen en informatie over ons zintuig evenwicht.

De evenwichtsorganen in ons binnenoor zijn onderdeel van een complex evenwichtssysteem, waardoor we alles kunnen doen wat we doen. Elke actie is namelijk mogelijk door dit bijzondere zintuig evenwicht. 

In deze podcast komt ook het psychisch evenwicht aan bod.

Kortom, evenwicht in de breedste zin van het woord. 


'Evenwicht, je leven' is de podcast van Paula Hijne. Zij is auteur van het boek 'Evenwicht in uitvoering, hoe ons evenwicht werkt'.


https://evenwichtinuitvoering.nl/