Elke keer als ik over het speciale kruispunt in Zeewolde fiets, heb ik het gevoel dat ik ga vallen. Patronen op de weg, die dan onder mij door flitsen, dat is niet fijn voor het evenwicht. Er zijn nog meer dingen waar ik last van heb tijdens het fietsen. En er zijn gelukkig hulpmiddelen waardoor ik toch nog prettig op de fiets weg kan, zoals spiegeltjes, een zonnebril en pet. Ik vertel erover in deze aflevering van Evenwicht, je leven, want ik hoop dat ook jij nog lang kunt blijven fietsen, ook al werkt het evenwicht niet meer zo goed.
Volledig transcript:
Evenwicht, je leven' de podcast.
Naar aanleiding van het boek 'Evenwicht, in uitvoering' deel ik van alles over het evenwicht.
En dit keer aflevering 13: 'Op de fiets’
En waarom ga ik 'Op de fiets' doen? Een tijdje geleden fietste ik over het fietspad hier, het kruispunt hier in Zeewolde en daar is een heel speciaal patroon. Een Escher patroon en het is geweldig. Het ziet er écht heel erg mooi uit. Alleen, ik kan er niet overheen fietsen. Als ik er overheen fiets, dan heb ik het gevoel dat ik van mijn fiets afval. Dus als ik daar overheen fiets, dan houd ik eigenlijk mijn ogen heel erg recht naar voren gericht, zodat ik niet naar beneden kijk, omdat ik er gewoon niet normaal overheen kan fietsen. En op het moment dat ik echt vooruit blijf kijken, naar een punt ver in de verte dan lukt het aardig. Dan gaat dat. Ook als ik daar overheen wandel vind ik dat ook lastig, hoewel dat wel makkelijker is dan wanneer ik fiets. Dan is dat patroon dat daar op de grond ligt op dat kruispunt, dat is te heftig voor mij. Daar kunnen mijn evenwichtsorganen in combinatie met de relatie met mijn ogen, dat kan daar gewoon niet tegen. Dus dat moet ik niet doen!
En toen dacht ik van: ik ga er het er eens overhebben, dat fietsen, want dit verhaal over dat fietsen op dat kruispunt, die foto, er ook van die staat in het boek 'Evenwicht, in uitvoering'. Toen dacht ik van: wat doe ik nog meer met fietsen en waar moet ik altijd aan denken op het moment dat ik op de fiets stap?
Dat begint al met als ik weg wil, en er is niets wat mij belemmert, dan kan ik gewoon gaan. En af en toe is er een stemmetje en dat zegt: zou je dat nou wel doen?
En op het moment dat dat stemmetje naar boven komt, dan weet ik al van: er is iets aan de hand, dat ik beter niet kan gaan fietsen. En als ik goed luister naar dat stemmetje en ik ga dan ook niet of als ik wel ga en me heel bewust blijf van hoe ik me voel, dan merk ik ook wel dat ik wiebelig ben en soms, vroeger in ieder geval, jaren geleden, kwam er dan ook een aanval aan. Dus dat stemmetje beschermde mij om dus niet op die fiets te stappen. Nou, dat is tegenwoordig al veel minder, omdat ik veel minder last heb van de aanvallen van draaiduizeligheid of dat eigenlijk helemaal niet.
Ik heb af en toe wel die wiebeldagen en dat zijn die dagen dat dat stemmetje me ook echt beschermd om op de fiets te stappen en dat doe ik dan dus ook niet alleen, dat gebeurt ook niet zo heel veel meer.
Het komt ook omdat, ik heb een e-bike, een elektrische fiets en dat maakt ook dat het fietsen makkelijker is. Vooral dat elektrische zorgt ervoor, met zijwind, met name met zijwind, dan is het best moeilijk om je stuur recht te houden en op het moment dat het trappen zelf makkelijk gaat, dan wordt het ook makkelijker om te blijven sturen.
Heb je geen elektrische fiets? Dan wordt dat veel moeilijker, dan moet ik én in de gaten houden dat ik gewoon recht kan blijven fietsen, maar ik moet dan ook nog hard blijven trappen door die harde wind en zo en dat lukt dan niet.
Tegen de wind in maakt het niet zo heel veel uit. Dan is wel een elektrische fiets heel fijn dat als het heel hard waait, dat ik hem ook iets harder kan zetten. Het motortje dan. Dat ik iets minder hard zelf hoef mee te trappen. Dat is dan wel weer heel prettig. Alleen dat is niet noodzaak. Met de wind mee dat kan zelfs wel eens heel vervelend zijn, als je hele harde wind mee hebt. Dan heb ik af en toe dat ik niet helemaal die controle voel en dan zet ik hem juist wat zwaarder, mijn fiets, zodat ie eigenlijk wat zwaarder trapt zodat ik me beter, beter ja, rechtop kan houden of zo, lijkt wel. Dat klinkt heel gek maar met hele harde wind mee, bijna met storm, dan is het veel en veel moeilijker fietsen.
Logisch is dat het natuurlijk met zijwind is, maar dat is ook met wind mee toch nog wel heel lastig. Tenzij je hem écht recht achter je hebt, dat kan dan wel heel fijn zijn. Maar ik moet dan ook wel bewust blijven fietsen. En ook niet te hard. Sowieso is voor mij maximaal zo'n 25 kilometer per uur op momenten dat het kan, maar meestal probeer ik tussen de 15-16 km/uur te fietsen, omdat ik dat een prettig tempo vind, om ook de hele omgeving te kunnen blijven waarnemen, goed om me heen te kunnen blijven kijken.
En dan heb ik op mijn fiets ook twee spiegeltjes. Op mijn linker- en rechterkant van het stuur, zodat ik alles achter mij ook goed in de gaten kan houden, want dat blijft nog heel belangrijk dat ik juist achter mij ook alles blijf zien. En ik hoef niet de hele tijd daarin te kijken, want ik moet natuurlijk vooruit blijven kijken op de weg, maar alleen af en toe kan ik dan toch zien wat er achter me gebeurt, zonder dat ik mijn hoofd hoef te draaien of mijn lichaam hoef te draaien, want ook dat is natuurlijk weer heel lastig op de fiets.
Ik ben niet meer zo flexibel en dat zegt niets over mijn eigen lichaam draaien, maar dat evenwicht, die beperkt mij dat ik dus heel makkelijk even om kan kijken en tegelijkertijd mijn stuur recht kan houden. Op een of andere manier lukt dat niet meer, dus die spiegeltjes zijn écht een hulpmiddel voor mij om in de gaten te houden wat er achter me gebeurt. Zodat ik ook niet altijd zo maar schrik van een brommer die achter me rijdt. En tegenwoordig heb ik dan hoortoestellen, dus ik hoor een brommer wel eerder aankomen, maar als ik die hoortoestellen niet in heb, of als wind nog best wel heel hard waait en het ontzettend ruist door die hoortoestellen heen, want er zit niet een goede ruisonderdrukking in op mijn toestellen, dan hoor ik natuurlijk ook die brommer niet achter mij, dus dan is het heel prettig dat ik het kan zien.
Wat ook op de fiets voor mij moeilijker is sinds ik dus echt, nou ja dat evenwichtsverlies heb, dat is dus in het donker fietsen. Op het moment dat je in het donker fietst, dan zie je natuurlijk al minder goed, je ziet minder details en zo. En dat vind ik lastiger dus. Dat ja, op een op andere manier moet ik dan nóg aandachtiger blijven fietsen en tegelijkertijd heb je ook veel meer last van alle auto's die recht op je afkomen waarbij je de koplampen ziet. Dan moet je er eigenlijk langs kijken en dat is moeilijk, dat oh ik word dan zo aangetrokken eigenlijk door die lichten, nou ja, nee daarnaast kijken en tegelijkertijd mijn stuur rechthouden en op weg letten en verkeer in zijstraten in de gaten houden, dus in het donker fietsen vind ik ook een ding. Dat vind ik moeilijk, vind ik lastig.
Aan de andere kant, in de felle zon is het net zo beperkend, vind ik het ook lastig. Wat mij dan helpt is een goede pet op te zetten, een goede klep met liefst nog een zonnebril op zodat ik dan toch prettig kan blijven fietsen, zonder dat ik last heb van de zonneschijn die echt mijn ogen, nou ja, bijna verblindt dan waardoor je ook minder goed om je heen kunt kijken. Want dat om me heen kijken heb ik zo sterk nodig op het moment dat ik fiets. Ik moet alles in de gaten kunnen houden voor mijn gevoel, om gewoon veilig te kunnen fietsen.
Wat dan dus heel lastig is, is in de zomer, hoewel het is niet alleen in de zomer. Het kan ook in de winter zijn, als de zon schijnt en je fietst op een pad of op een weg waar allemaal bomen langs de weg staan, waar ook nog veel ruimte tussen zit, zodat je dus licht en schaduw, licht en schaduw, licht en schaduw hebt. Dat is in een auto al heel lastig, maar op een fiets waar ik zelf aan het stuur zit en zelf alles in de gaten moet houden is het ook weer dat patroon wat ik in het begin vertelde, wat op de weg ligt bij ons op dat kruispunt dat patroon van licht-donker, licht-donker, dat maakt ook dat ik dat niet kan hendelen, dat vind ik écht heel erg lastig! En dan zelfs met een pet en een zonnebril op, is toch ook die licht-schaduwwerking zo sterk op mij dat ik, nou ja, af en toe zelfs maar stop en stukjes ga lopen in plaats van dat ik fiets.
Of me heel erg richt op rechtdoor kijken, waar ik veel meer het licht zie en minder last heb van licht-schaduw. Eigenlijk zou ik dus een soort oogkleppen moeten hebben die aan de zijkant zitten, zodat de zijkant, dat daar die licht-schaduw niet inkomt maar ja, dat bestaat helemaal niet of ik moet z'n bril hebben die helemaal dicht kan. Dat bestaat wel, zo'n overzet-bril. Die heb ik ook wel ergens nog liggen, ik moet zeggen, die draag ik niet, maar dat zou misschien wel een oplossing zijn op het moment dat ik dus op paden en wegen fiets, waar dus licht en schaduw zit.
Dus ja, een petje in de zon is dus heel aangenaam, zonnebril is dus heel fijn en dan ook het liefst dat er geen zon nog boven mijn bril uitkomt. Dus daarom ook die pet, heel belangrijk. Wat ik dan ook merk is in winkelstraten waar dus ook heel veel patronen langs de zijkanten zijn, waar ook heel veel licht is of heel veel kleurrijke dingen, nou, ook die patronen zorgen ervoor dat het fietsen voor mij lastig is. Dus het fietsen in een stad, met heel veel winkels naast elkaar, en zo, dat is ook met heel veel aandacht blijven fietsen. En blijven kijken voor me, dat ik niet te veel afgeleid wordt door alles wat er aan de zijkant en om me heen gebeurt en dan is het ook logisch dat al het verkeer dat langs je heen komt en met name, je fietst aan de rechterkant van de weg en alles wat links van je langs komt dat is, dat beweegt ook hè. En die beweging, die maakt dat het zo moeilijk wordt om goed te blijven sturen, goed te blijven opletten.
En dat heeft alles te maken met dat die ogen, die worden aangestuurd door die evenwichtsorganen en alles wat ik dan met mijn ogen zie dat die evenwichtsorganen dat niet goed kunnen hendelen en dat blijft dus een heel lastig ding. Dat is echt... bepaalde straatverlichting ook. Je hebt natuurlijk met de zon donker-licht, maar in het donker heb je ook wel eens van die straatverlichting, zo is het ook, die licht-schaduw heeft net als onder de bomen. Dat is hetzelfde effect vooral als die lampen dicht op elkaar staan, nou, dat lastig dus ook!
En zo zijn er verschillende dingen dat het fietsen met iemand die een evenwichtsstoornis, een evenwichtsaandoening heeft, dat dat behoorlijk moeilijk kan zijn.
En ik pleit ervoor dat je wel altijd blijft fietsen. Want dat is gewoon heel fijn voor je hele lichaam. Het triggert dus ook echt wel dat evenwicht en gelukkig zijn er dan ook wel driewielfietsen. Vierwielfietsen en tegenwoordig, je hebt ze in allerlei soorten en maten en kleuren, dus er is voor iedereen wel een fiets beschikbaar om te kunnen blijven fietsen. En als je dan rekening houdt met spiegels als hulpmiddel, een zonnebril op, een pet op, liever niet in het donker fietsen of zorgen dat er genoeg verlichting om je heen is, dan kun je best wel heel lang nog blijven fietsen. Ook al is dat evenwicht niet helemaal goed meer, je kunt blijven fietsen! Dus het hoeft niet per se een gewone fiets te zijn. Het kan ook dus een elektrische fiets zijn of wat ik net zei: driewielen, vierwielen.
In het boek 'Evenwicht, in uitvoering' heb ik het verder ook even gehad over dat fietsen, waar het nog meer van afhankelijk is hoe je dus kunt fietsen en hoe dat invloed heeft op het evenwicht. Want je hebt natuurlijk te maken met, als dus de evenwichtsorganen beschadigd zijn, kan ik ongeveer 25 km achter elkaar fietsen. Dan moet ik ook echt even rusten, dan moet ik even opstaan ...ehm... afstappen en het is niet omdat de conditie het niet aan kan, maar dat komt echt omdat dus dat evenwicht weer, ja, zeg het maar, even weer tot rust moet komen of zo. Even resetten. Even iets anders moeten doen, in plaats van dus alert zijn op de fiets en sturen en rechtop houden. Maar dat heeft ook te maken met de afstand dus, ik, voor mij is dat dan 25 km, voor een ander zal dat anders zijn. En het is ook afhankelijk van andere omstandigheden.
Drukte van het verkeer, ik noemde het net al. De drukte om je heen. De breedte van de weg! Is ook een heel ding. Ik weet nog dat wij in Zeeland waren en dat we daar een bepaalde route hadden van, op Walcheren zaten we in Serooskerke, en we gingen naar Veere toe en daar had je op een gegeven moment een heel smal fietspad waar we overheen gingen. En zo'n smal pad is zo ongelofelijk moeilijk om daar goed recht op te blijven fietsen. Terwijl je ja, je kan gewoon rechtdoor blijven fietsen, maar ik heb altijd iets nodig wat uitwijkmogelijkheden moet ik hebben om goed te blijven fietsen en op het moment dat het smal wordt dan lijkt het, dan zijn die uitwijkmogelijkheden er niet en dan wordt het opeens heel spannend om te fietsen!
Dus de breedte van de weg is best belangrijk en ook een beetje of de weg gewoon recht is of dat het een beetje een helling heeft. Je hebt van die wegen die dan aan de zijkant een beetje schuin aflopen, dat op die schuine kant fietsen, vind ik dus ook best eng. Dat wil ik ook altijd, ligt er een beetje aan ook, aan alle andere omstandigheden en weersomstandigheden en licht en zo want de ene keer gaat dat goed en de andere keer moet ik daar bewust en heel erg op letten hoe ik fiets en dan maar af en toe even afstappen. Even wachten en daarna weer opnieuw verder fietsen.
Wat ook belangrijk is, is of de weg bekend is. Want als het een hele onbekende weg is, bijvoorbeeld zo'n smal pad en je weet niet hoe lang dat smalle pad nog is, dan is dat veel lastiger dan wanneer die weg bekend is en je weet: oh daar stopt het alweer, dus ik hoef alleen maar dat stukje nog te fietsen en op te letten, extra op te letten!
Het type ondergrond is ook heel belangrijk, is het gewoon een hele gladde goede duidelijke asfaltweg of zijn het schelpjes of is het grind of een zandpad? Dat is al bijna niet goed te fietsen. Tenminste niet met een gewone fiets. Dan moet je eigenlijk een mountainbike hebben. Of zijn het klinkers of kasseien en dan krijg je natuurlijk al bij kasseien dat dat patroon er weer in kan zitten hè! Bepaalde klinkers ook dat ze het zo neergelegd hebben dat er een patroon in zit dat een... aanslag doet dus op dat evenwicht.
Als je over gras fietst is het ook weer anders, want dan heb je weer de kans dat je weg kunt glijden als het wat nat gras is en zo ook daar, ja heeft het ook te maken met: hoe lang rijd je dan over dat gras heen? Is het maar een klein stukje? Of moet je daar best een heel eind over zo'n grasveld rijden? Dus het type ondergrond is ook belangrijk voor het fietsen.
Ik noemde net al het weer. De wind hè. Bij meer dan 3 Beaufort dan wordt het al lastig voor mensen met een evenwichtsaandoening om goed te blijven fietsen en de zijwind is lastig. Maar ook regen, op het moment dat het heel erg regent en ik heb mijn bril op en mijn bril wordt helemaal nat, dan zie ik dus weer minder goed en ook dat is weer extra alert zijn tijdens het fietsen - toch maar even stoppen om mijn bril schoon te maken. Dan moet ik écht beter opletten en nou ja, andere keuzes maken. Misschien dan toch maar een stukje lopen of wachten tot de bui over is om dus weer verder te fietsen.
Nog een hele andere is ook tijdstip van de dag. 's Ochtends ben ik heel erg fit en dan kan ik het ook allemaal veel langer volhouden en dan kan ik makkelijk die 25 km achter elkaar fietsen. Maar doe ik dat aan het eind van de middag nadat je dus al een heleboel andere dingen op een dag hebt gedaan, ga ik dan 25 km fietsen dan wordt het voor mij dus wel een stuk moeilijker. Dan ben ik al meer vermoeid door alles wat ik gedaan heb, tenzij het alleen rustig stilzitten is geweest, maar als ik gewinkeld heb of gelopen of gesport heb, of een flink stuk gewandeld heb door het bos en ik ga dan aan het eind van de dag nog 25 km fietsen dan kan dat écht veel te veel zijn.
Dan kan ik beter een korter rondje fietsen en niet zo ver gaan of dat dus echt in stukjes hakken. Elke keer na 10 km toch even stoppen. En eventjes, nou ja, zitten of staan en even rondkijken, iets anders doen, dan dus alert zijn op die fiets. En ja ik noemde net al: 's avonds en 's nachts is het wel veel moeilijker fietsen. Omdat het hele zicht natuurlijk veel minder is, dus dat is echt superbelangrijk.
Dus fietsen vergt sowieso een enorme concentratie als het gaat om je evenwicht goed te houden op de fiets. Ja, fietsen is niet zomaar weggelegd als je een evenwichtsaandoening hebt. Fietsen kan je eigenlijk alleen doen als je dat heel bewust gaat doen op een goede fiets die bij je past. En dan eigenlijk al die aandachtspunten die ik net genoemd heb met ook dat extra hulpmiddel van die spiegeltjes. En voor al die mensen die naast evenwichtsverlies ook gehoorverlies hebben is er zo'n bordje beschikbaar met zo'n oortje erop en een soort kruis erin, met stippeltjes wordt er een kruis gemaakt en die kan je op de fiets zetten zodat mensen achter jou kunnen zien dat je slechthorend bent. Nou zijn die bordjes nog niet heel erg bekend, maar als we dat allemaal, de mensen met gehoorverlies, achter op de fiets doen dan wordt het op een gegeven moment een veel duidelijker teken voor alle weggebruikers. Dat ze alert mogen zijn van 'oh dat is iemand die niet goed hoort, dus op het moment dat ik toeter kunnen ze enorm schrikken of als ik langs rij kunnen ze schrikken'. Dus dat zij dat weten dat wij niet alles op de juiste manier horen.
Nou, er zijn dus allerlei hulpmiddelen en er zijn dus ook mogelijkheden om te blijven fietsen dus ik zou zeggen: ga vooral op de fiets eropuit! En onthoud dan al die aandachtspunten die wel nodig zijn om goed te kunnen blijven fietsen. En dan kun je het ook enorm lang volhouden en dan hoop ik ook dat je, nou ja tot op hoge leeftijd nog wel kunt blijven fietsen ook al is ons evenwicht niet meer wat het altijd geweest is.
Dus, ga lekker op de fiets!
Een fijne zomer!