Evenwicht, je leven. Aflevering 1, De eerste stapjes
In deze eerste aflevering vertel ik over mijn jeugd in Vlaardingen, waar ik heb leren lopen, traplopen, fietsen, zwemmen, gymmen en schommelen. En over de eerste klas waar ik leerde lezen en schrijven. Zelfs schrijven lukt namelijk door gebruik te maken van ons zintuig evenwicht.
Kinderen leren in kleine stappen hun evenwicht te gebruiken en te versterken, door veel te oefenen. Het lijkt bijna vanzelf te gaan.
(foto: uit het foto album van thuis)
Volledig transcript:
'Evenwicht, je leven' podcast
Dit is de eerste aflevering van de podcast: 'Evenwicht, je leven'. En de aanleiding voor deze podcast is mijn boek: 'Evenwicht, in uitvoering'. Want er is veel te weinig bekend over het zintuig 'evenwicht'.
“Is dat dan een zintuig?” hoor ik je al zeggen. Ja, dat is ons belangrijkste zintuig. Het ons belangrijkste zintuig om te kunnen bewegen. En hoe dat zit en hoe dat werkt, dat wil ik graag delen in de podcast. Dat heb ik natuurlijk al gedaan in het boek 'Evenwicht, in uitvoering', maar dat wil ik ook doen op de auditieve manier. Op deze manier, dat je dat op net een andere manier ook hoort, in plaats van dat je het leest. Dat kun je ook op je eigen moment doen, want dat is het voordeel van een podcast. Je kunt luisteren waar je bent, wanneer je maar wilt, want als je 'm dus downloadt kun je de podcast bij je houden en waar je ook bent, gaan luisteren.
En ik neem mezelf als uitgangspunt voor deze podcast met alle inhoud die ik ga delen. En die ervaringen rondom het evenwicht, dat is natuurlijk veel breder dan alleen maar het zintuig 'evenwicht'. Er komt natuurlijk veel meer aan bod dan alleen maar dus die fysieke uitdaging voor het evenwicht. Het is veel meer ook ...ehm... het psychisch evenwicht. En ja, wie weet wat er nog allemaal langs komt, wat ook allemaal met evenwicht te maken heeft.
En omdat ik wel mijzelf als uitgangspunt neem, kan ik natuurlijk het beste beginnen bij de allereerste stappen die ik gezet heb. De allereerste stappen, ook het leren fietsen, het leren lopen dus, leren fietsen ...ehm... springen, schommelen. Daar wil ik het allemaal met je over hebben. En ik.. Dan begin ik gewoon helemaal van vooraf aan. Ik ben geboren in Almelo en op de Zuiderstraat. De Zuiderstraat die bestaat nu niet meer. Ja, die is er nog wel, maar het is nu volgens mij een brede straat geworden waar helemaal geen huizen meer bij staan.
En daar heb ik waarschijnlijk al wel de eerste stappen gezet. Daar in dat huis stond een box en in die box daar ging ik me al optrekken en buiten de box zal ik daar wel m'n eerste stappen al gezet hebben. Er zijn ook foto's wel van dat ik in de tuin sta en in de zandbak speel, dus daar zal ik zeker voor het eerst gelopen hebben.
Maar waar echt veel meer foto's van zijn en de herinneringen die ik zelf nog heb dat is in Vlaardingen. Ik ben met zo’n twee jaar verhuisd naar Vlaardingen en in Vlaardingen daar heb ik écht stevig leren lopen. Laat ik het maar zo zeggen. En ...ehm... nou ja, met die twee jaar daar -mijn zusjes waren ook net geboren- dus mijn moeder had drie kleine kinderen waarmee zij zelf dus, ja overal mee naar toe ging. Uiteindelijk kreeg ze gelukkig zelf een auto, zodat ze makkelijk met ons mee uit de weg... ...ehm... verder weg kon dan alleen maar dus rondom het huis en net even naar de school of naar de winkel. Dus dat was wel heel fijn voor haar dat dat kon.
En daar heb ik dus leren lopen en ja, wat ik daar ook nog weet is dat we daar, we woonden in een flat op de eerste verdieping. Met de trap naar boven. Dus ...ehm... één trap was dat en dan kwam je op de eerste verdieping en in ons huis hadden we ook een trap weer naar beneden, want er waren ook twee kamers beneden. Dus eigenlijk hadden we best een ruime flat. Dus ik heb ook vrij snel, heel jong al, leren traplopen. En ja, tegenwoordig heb je allemaal van die traphekjes. Ik kan me niet herinneren dat wij, dat mijn moeder daar een traphekje had, ook niet omdat natuurlijk op de galerij buiten als je dus de deur uit ging moest je ook de trap alweer af. Dus ik denk dat ze me heel snel heeft leren traplopen.
Wat traplopen nou precies is voor dat evenwicht, daar ga ik 't later nog wel een keer over hebben. Het feit dat ik dat daar geleerd heb, ja, dat is natuurlijk al wel heel mooi, dat mijn buurmeisje die woonde dus ook op de eerste verdieping, maar die hadden dus niet die trap naar beneden. Die hadden niet die twee kamers extra en dat was... is mijn voordeel geweest om te leren traplopen want ja, in huis gebeurde dat natuurlijk regelmatig.
En, even kijken wat kan ik daar verder over vertellen? Ja leren traplopen, buiten die... buiten was een zandbak. Beneden bij een van die kamers, dat was dan begane-grond, daar was een zandbak en daar, balkon... aan het balkon hadden we een schommel opgehangen. En ik weet dat ik dat schommelen daar ook gewoon geweldig vond. Ik heb heel veel op die schommel gezeten. Het was dichtbij huis en het was van ons, dus ik kon er eigenlijk heel vaak gebruik van maken.
Wat ik ook daar heb geleerd in Vlaardingen is het zwemmen en het zwemmen in het Kolpabad. Kolpabad bestaat tegenwoordig niet meer, maar dat was toen het zwembad. En ik weet nog dat, ik zat al op school en met een jaar of zes of zo ging ik 2x in de week naar zwemles naar dat Kolpabad. En dan werd ik gebracht door mijn moeder of door een vriendinnetje dat ook daar naartoe ging, met haar moeder. En dat was altijd 's morgens heel vroeg. Dat was nog voor schooltijd, dat we daar gingen zwemmen. Wat daar bijzonder in was, ik leerde daar zwemmen. Ik begreep eigenlijk ook niet zo heel goed hoor, met dat zwemmen hoe dat precies moest. Ik vond het best een moeilijke beweging. Sowieso is schoolslag is niet iets logisch. Dat hebben we geleerd, het is heel fijn als je dat goed kan, dat kun je heel lang volhouden, alleen het is geen logische beweging. Dat moet je écht onder de knie krijgen. En dat heb ik daar dus geleerd, maar wat ik daar wilde in dat Kolpabad is van de hele hoge duikplank!
Ze hadden daar écht.. springplank is het eigenlijk hè... écht een hele hoge. Alleen ja daar mocht ik natuurlijk niet af. Ik was daar nog veel te klein voor, dus de badmeester wilde dat écht niet hebben. En toen heeft ie gezegd: op het moment dat jij in het diepe bad kunt zwemmen, op je buik, maar ook op je rug, helemaal kunt zwemmen, dan pas mag jij een keer van die hoge duikplank. Dus toen ik dus (ha) daar mocht zwemmen in dat diepe bad, wat ook raar was, want je kon niet eens zomaar staan ...ehm... dat was allemaal veel te diep!
En onder water zwemmen was er toen nog niet bij. Tegenwoordig moet elk kind ook écht leren onder water zwemmen, dat hoefde toen nog niet. Het was alleen maar schoolslag en op de rug zwemmen. En altijd met kurkjes. Ik weet dus dat op het moment dat ik dus een paar keer al dat had gedaan, dat ik weer naar de badmeester ging en zei: ik kan hier nu zwemmen dus ...ehm... ik wil graag van die hoge duikplank en dat mocht!
Dus ik ben daar de trap opgeklommen en ik stond daar bovenaan en dan is dat toch wel als meisje van zes jaar, heel erg hoog! En heel spannend. Durf ik wel nu naar beneden te springen? En wat ik moest doen, is dat ik moest blijven kijken naar de klok aan de overkant en daarnaar blijven kijken, dus ik moest niet naar beneden kijken, maar écht recht voor me blijven kijken. Achteraf snap ik dat ook wel, want dan blijft je lichaam natuurlijk veel meer rechterop in plaats van dat je dus vooroverbuigt. En dan ga je gewoon rechtop het water in. Maar ja, ik wilde natuurlijk heel graag daar een keer vanaf springen. Dus toen ik daar eenmaal bovenaan stond, moest ik wel naar beneden en dat heb ik gedaan! Ik stond daarbovenop en ik ben gesprongen naar beneden! Naar de klok kijkend en ik voel mij -nog steeds- vallen! En het mooie is dan dat je natuurlijk dan in het water komt. En het zal best spannend zijn geweest, dat ik echt helemaal onder water kwam, want ja je gaat best dieper dan normaal bij gewoon zwemmen. Alleen ja, ik kwam natuurlijk ook wel weer omhoog!
En dat was een hele overwinning dat ik dat had gedaan! Nu, met de wijsheid over dat hele evenwicht snap ik dat dat best heel wat is, dat je dus zoiets doet! En dat je dan ook naar beneden valt en dat het water jou weer draagt en dat je dus in het water ook weer dan kunt gaan zwemmen!
Het heeft allemaal met evenwicht te maken. Dat als klein kind wist ik dat niet, want dit soort dingen leerden we helemaal niet op de lagere school, toen heette het zo. Nu tegenwoordig op de basisschool leren ze het ook nog steeds niet. Wel dat je weet dat je om kan vallen, maar dat je daar dus écht evenwichtsorganen voor hebt? Geen idee! Dat wordt eigenlijk helemaal niet geleerd. We leren dat we ogen hebben, oren, een neus, een mond, al die zintuigen kennen we, maar dat allerbelangrijkste zintuig waardoor wij écht letterlijk rechtop staan op de wereld...? Dat wordt helemaal niet geleerd. En het is wel wat er is! We kunnen rechtop staan op aarde. We kunnen, als we zijn gevallen, weer rechtop komen. Hoe dat allemaal verder werkt, dat ga ik natuurlijk in de volgende podcast, allemaal afleveringen, vertellen. Allemaal in kleine stukjes.
Even kijken, dat... Ik heb het net over het zwemmen gehad. Wat ik natuurlijk ook heb gedaan, wat ik geleerd heb in Vlaardingen, waar ik toen woonde, is het leren fietsen.
Leren fietsen, ik weet dat ik dat met zijwieltjes heb gedaan, ik weet dat ook mijn zusjes later met zijwieltjes gingen fietsen. Dat was natuurlijk wel een heel hulpmiddel. Je had nog helemaal geen loopfietsjes en zo, wat er tegenwoordig allemaal is. Je moest toen eigenlijk meteen op een gewone fiets fietsen en dan dus met zijwieltjes en daar heb ik leren fietsen. Door de straat, over de stoep, om de hele flat heen. Van de stoep naar -om de flat heen- naar de volgende flat en daar langs de stoep en zo kon ik hele mooie rondjes rijden. En ik kan me voorstellen dat ik dat als kind ook geweldig vond, dat ik sowieso sneller kon dan lopen en dat ik vaart kon maken en ...ehm... ja, dat ik dus in kortere tijd best een hele afstond kon overbruggen. Dat dat vond ik heerlijk! Dat ik dat zelf kon!
En dat ik dan ook ja, even weg kon onder mijn moeders vleugels, want die kon mij niet helemaal zien, als ik daar helemaal langs fietste. En op een gegeven moment moesten natuurlijk die zijwieltjes eraf. En ja, dat is dan ook weer heel wat. Die zijwieltjes die eraf gaan, de allereerste keer, ik denk dat er heel veel mensen dat nog wel weten hoe dat is. Dat je dus zonder zijwieltjes mocht gaan fietsen. ...ehm..... Ik denk dat ik, even kijken, want ik denk, wanneer gingen die zijwieltjes eraf. Dat was wel later. Tegenwoordig hebben kinderen al met een jaar of vier dat ze al zonder zijwieltjes kunnen fietsen. Ik denk dat ik al wat ouder was, dat ik ook wat later begon met het leren fietsen. En op het moment dat die zijwieltjes eraf gingen dat dat... ja nog meer bereik gaf, nog meer, dat ik nog verder kon fietsen. Dat ik echt de straat op kon en de héle Geert Grootelaan, waar we toen woonden in Vlaardingen, dat ik die hélemaal af kon fietsen. En hélemaal naar het eind en dan weer omdraaien en dan weer hélemaal terugfietsen. Dat ging veel makkelijker en waarschijnlijk ben ik toen ook al, dat ik op school zat, met de fiets naar school gegaan. Maar dat ik ook makkelijker naar vriendinnetjes kon en dat ik dan even de fiets pakte in plaats van alles lopend doen.
Ik weet ook dat ik met een jaar of zeven, acht, een vouwfiets kreeg. Het was makkelijker, want die kon je steeds ook verzetten, hoog- laag. Mijn moeder kon er af en toe ook op fietsen als dat nodig was. Het was ook een fiets die altijd meeging op vakantie. En die vouwfiets heb ik nog heel lang gebruikt. Daar heb ik écht heel lang op gefietst. En dat was prima.
En ja, al dat bewegen, al dat leren omgaan ook met de zwaartekracht. Kijk daar komt het ook hè? Zwaartekracht heeft alles met het evenwicht te maken namelijk. En het leren omgaan met die zwaartekracht, dat heeft alles te maken met het evenwicht. En als kind gebeurt dat vanzelf en door herhaling en blijven oefenen en nog een keer en vallen, opstaan. Dat gebeurt al bij die eerste stapjes, daar val je bij om. Dan krabbel je weer op en je valt nog een keer. En toch, alle kinderen leren dat en die leren dus, na het lopen, ook leren fietsen, leren zwemmen en dat is allemaal om het evenwicht ook te versterken. Je kunt dan steeds meer zelf doen. Je onthoudt ook op een gegeven moment hoe het is om te fietsen. Je onthoudt hoe je moet zwemmen en dat is iets wat dan in je lichaam blijft. Dat als je een tijdje niet gefietst hebt dan weet je daarna nog hoe je moet fietsen. Als je een tijdje niet gezwommen hebt dan... je zwemt zo weer weg! Als je dat eenmaal heel goed geleerd hebt en je hebt dat nog heel vaak herhaald in het begin, dan blijft het ook heel lang in dat geheugen zitten.
Ja, en als we dan kijken naar het geheugen nu, hoe of ...ehm... geheugen, als ik kijk naar het evenwicht nu, dan is dat voor mij ja, heel anders. Mijn evenwicht is écht veranderd. Hoe ik toen dat hele evenwicht heb versterkt, is in één klap eigenlijk in 2006 veranderd. Daar ga ik dus in de volgende podcast over hebben, want het is nogal wat als je evenwicht even niet goed meer werkt.
Ik wil nog even weer, ook nog terugkomen over wat er nog meer is gebeurd. Wat ook met evenwicht te maken heeft, wat je niet eens zo zelf zo zou bedenken dat dat zo is. In de eerste klas, tegenwoordig groep drie, heb ik natuurlijk leren lezen, net als dat zwemmen begreep ik bij lezen niet precies wat nou de bedoeling was. Dat heeft een tijdje geduurd, voordat ik wist waarom je die vormen, die je kreeg, letters, dat daar een klank bij hoort en dat het altijd een vaste vorm is bij die klank die ik dan maak, dat dat letters zijn. Dat die letters aan elkaar kunnen, het was geen logisch iets voor mij. Uiteindelijk heb ik dat dan wel geleerd en op zich ja, lezen vind ik heerlijk. Op een gegeven moment dat ik het dóór had hoe je moest lezen, ging ik boeken verslinden, ging ik naar de bibliotheek en elke week boeken meenemen en... Dus ik heb heel veel gelezen al in mijn leven. Alleen dat allereerste begin, daar weet ik nog van dat ik het niet snapte. Wat wilde de juf daar in de klas met dat lezen? Dat nee, geen idee!
Dat kwam misschien ook omdat mijn moeder las wel, maar ik weet ook niet of er veel is voorgelezen thuis. Ik denk dat dat weinig is gebeurd.
Maar ja, lezen zelf, ja, heeft wel met het evenwicht te maken, alleen wat tegelijkertijd bij dat leren lezen gebeurt, is dat je ook leert schrijven. En leren schrijven, daar heb je natuurlijk meteen oog-hand-coördinatie bij nodig. Met je ogen en met je handen leer je dus schrijven en als je dan weet dat schrijven dus een hele belangrijke rol speelt bij het coördineren van alle spierbewegingen en dat je daar dus die fijne motoriek door kunt ontwikkelen. En... ehm... is ook dat schrijven ook nog eens een coördinatie van hoe je je armen houdt, hoe je je handen houdt, je vingers om die pen of potlood vast te houden. Dat zijn best moeilijke bewegingen. Dat is helemaal niet zo logisch. De hersenen krijgen allerlei signalen aangereikt die dan dat samen moeten voegen, zodat je dat ook nog eens een keer in je spieren allemaal kan doen. Bijvoorbeeld zoals ook veters strikken, kun je een beetje vergelijken met het leren schrijven.
Wat hierbij dan ook hoort, is niet alleen die spierbewegingen, maar zijn ook de signalen die vanuit de evenwichtsorganen die we hebben, dat zintuig 'evenwicht', en dus het gebruik van je ogen, dat al die signalen die naar de hersenen gaan, dat daar dus die evenwichtsorganen net zo belangrijk voor zijn om te schrijven! En dan snap je ook dat lezen, als dat ook met je ogen te maken heeft, ook een vorm is van het gebruik maken van die evenwichtsorganen om een regel te volgen met je ogen. En als je dat doet, gebruik je dus ook je evenwichtsorganen.
Dus ook al zit je stil, elke beweging van je lichaam of je het met je handen doet of met armen, zorgen ook voor een beroering van de evenwichtsorganen. Want die zijn super gevoelig! En omdat die zo super gevoelig zijn, reageren die razendsnel, bij welke verandering er ook is in het lichaam. Ik kan zelfs zeggen dat als je je wijsvinger uitsteekt, dat je die strekt, dat dan ook je evenwichtsorganen een seintje krijgen en dus al extra aan het werk zijn.
En ik heb dus leren lezen en leren schrijven op school. En hoe moeilijk ik dat dus vond in de eerste klas, ik heb er toch heel veel profijt van gehad dat ik dat geleerd heb. Want dan komen we weer even terug op: ik heb het boek geschreven 'Evenwicht, in uitvoering', daar ben ik helemaal aan het begin van deze podcast mee begonnen. En de meeste teksten in dat boek van 'Evenwicht, in uitvoering' heb ik eerst met de hand opgeschreven, omdat ik dat gewoon fijn vind. Ik vind schrijven dus heel fijn, ik vind het leuk om te doen. Helemaal met een pen, een potlood, tegenwoordig schrijf ik heel veel met een vulpen. En daardoor onthield ik veel beter wat ik opgeschreven had. Want het schrijven zelf is eigenlijk heel traag. Ons denken gaat heel snel, maar het schrijven zelf is een heel traag proces en dan dacht ik er lang over na wat ik allemaal opschreef en uiteindelijk is daar dus dat boek van gekomen.
Op een gegeven moment ga je dat natuurlijk weer in de computer invoeren, dan is typen... Gaat voor mij ook nog best wel langzaam en kan ik dus ook tijdens dat typen ook mee blijven denken wat ik nou precies opschrijf. En dan kun je met, op de computer, natuurlijk heel makkelijk dingen schrappen, vervangen, andere woorden voor maken. Dat is allemaal prima. Daarbij is het natuurlijk computerwerk en het typen, heeft ook allemaal met evenwicht te maken. Dus zelfs het schrijven, het lezen: evenwicht.
Dit is aflevering 1: 'Evenwicht, je leven'. En ik hoop nog een heleboel andere afleveringen te maken en ik hoop dat jij gaat luisteren ook naar de volgende afleveringen.