Annie vertelt hoe ze met haar ouders en zussen vertrok naar Keijenborg – deels lopend, deels op de fiets – met alleen wat ondergoed mee. Onderweg overnachtten ze in Hummelo. Dankzij een oud-collega van haar vader konden ze terecht bij een gezin in Keijenborg. Vanuit daar trok Annie later naar Apeldoorn, waar ze hielp bij een bevalling en uiteindelijk ook de bevrijding meemaakte.
Na de oorlog keerde ze terug naar Westervoort, waar haar ouderlijk huis onbewoonbaar was. Er lagen mijnen om het huis en het achterhuis was kapot. Pas maanden later kon het gezin terug naar huis. In deze aflevering blikt Annie terug op de kracht van haar familie, de gastvrijheid van vreemden en de veerkracht die nodig was om opnieuw te beginnen.