“Ik loop ergens en ik verinnerlijk dan een beetje. Dan word ik een beetje rustig en stil van binnen en dan kijk ik om me heen en dan zeg ik tegen wat er is: laat maar zien.”
Voor deze aflevering dwaal ik aan de rand van Den Haag, door Park Clingendael, met Amanda Bouman. Zij is energiewerker. Ze heeft een bijzondere én vrolijke manier van kijken, waarmee ze een andere laag van de natuur laat zien: eentje die wel degelijk voelbaar, hoorbaar en zichtbaar is, je hebt er alleen een andere manier van ervaren voor nodig.
Je zou dat zweverig kunnen noemen, ikzelf weet dat het heel concreet kan zijn. En, wees eerlijk: zijn we in onze wereldlijke levens niet dagelijks bezig met sprookjesfiguren, mythologische en heroïsche verhalen, in al die boeken die we lezen, die films en series die we kijken, de wonderen die we elkaar vertellen? Die vertellingen komen uiteraard wel érgens vandaan.
Amanda verhaalt over de wereld van natuurwezens als deva’s, die bij elk levend wezen horen, zoals het groot hoefblad, de kattenstaart, of een paddenstoel. Amanda laat zien dat we daarmee kunnen communiceren, als we maar durven.
Ze vertelt hoe je contact maakt met een boom zonder meteen als ‘bomenknuffelaar’ te boek te staan. Je kunt subtiel, op je eigen manier, verbinding maken. Dat gaat over aarden, afstemmen, openstellen. En vooral over leren voelen wat al die natuurlijke energie je voor moois te zeggen heeft. Amanda zegt: “De natuur is nooit ver weg. Je hoeft er alleen maar op in te tunen.”
Ga je mee, misschien wel een heel nieuwe wereld in?