Je moet er 66 voor worden, klaarblijkelijk. Om af en toe om te zien naar vervlogen tijden. Ik heb veel bewaard, uit die 20 jaar straatwerk in Amsterdam. Video’s, documentaires, columns, artikelen, geluidsfragmenten. Deze week stuitte ik op een opname van de KRO/Radio. Een 9-delige (podcast)serie over het Daklozenteam in Amsterdam, waar ik 20 jaar voor gewerkt heb. We spreken 2004.
In die serie komt Arie aan het woord. Onze eerste ontmoeting vond plaats in een kelder van de Graansilo aan het IJ. Een plek waar nu dure appartementen gesitueerd zijn. Hij lag er tussen tientallen kilo’s rottende tomaten te slapen. Zijn beschrijving van wat dakloosheid is ‘zingt’ nog steeds rond in mijn hoofd. Confronterend, desolaat, schokkend.
Ik heb veel van hem geleerd. Met name dat iedereen altijd gelijk heeft. Hoe dan ook. Vanuit het perspectief van degene die dakloos is. Het is een hard leven. Ook omdat we allerlei regelgeving bedenken die mensen als het ware ‘gijzelen’ in dakloosheid. Begrijp mij niet verkeerd, ik geloof oprecht dat iedere hulpverlener zijn/haar werk met het hart doet: het zijn onze systemen die aan revisie toe zijn.
In een persoonlijk gesprek vertelde hij mij dat hij de woorden ‘tot volgende week’ maar moeilijk aan kon horen. “Elke keer als dat tegen mij gezegd werd, dan vond ik mijzelf na een gesprek toch weer dakloos terug op straat”.
Die serie kun je trouwens beluisteren op mijn Soundcloud-pagina. Absoluut de moeite waard, als vergelijking met tegenwoordige tijden en inspirerend om te horen hoe hemel en aarde bewogen werden om dakloze mensen te helpen. Er is veel ten goede gekeerd, maar ook veel niet. In sommige opzichten zijn we terug naar af.
Arie die zag het scherp en hij hield mij scherp. Niet lang na deze opname raakte hij zijn woning weer kwijt. Als ik mij niet vergis omwille van huurachterstand. Ik hoop dat het hem nu goed gaat. Dat hij ergens woont, met vrienden, vriendinnen en familie.
Uit respect heb ik een Intro en Outro achterwege gelaten. Het zijn pakweg twee confronterende luisterminuten. Het zijn de woorden die het hem doen. Zoals gezegd, we schrijven 2004, maar het had ook 2024 kunnen zijn.