Dit is de goede versie, die niet stopt na 18 minuten.
Als een kind uit huis is geplaatst, kan de gecertificeerde instelling (jeugdzorg) het contact tussen ouder en kind beperken.
Deze podcast gaat hierover. Er zijn advocaten en rechters die stellen dat een beperking alleen nodig is als de ouders het niet eens zijn met de omgang, dat een omgangsbeperking moet worden nageleefd (net zoals een schriftelijke aanwijzing voor de verzorging en opvoeding), hieraan zelfs een dwangsom kan worden verbonden en dat zo’n beperking een schriftelijke aanwijzing is.
In de podcast wordt bepleit dat dit een onjuiste uitleg is van de wet.
Elke beperking in het contact moet na een zorgvuldige voorbereiding, goed gemotiveerd in een schriftelijk besluit worden vastgelegd. Dat besluit geldt als schriftelijke aanwijzing vanwege de procedurele analogie. Zo kan binnen twee weken vervallen verklaring worden gevraagd bij de rechtbank. Maar er kan geen dwangsom aan worden verbonden.
Uitspraken die verder aan de orde komen zijn of relevant zijn:
- Beschikking rechtbank Den Haag 31 mei 2018: buikslapen mag verboden worden, C/09/552485, niet gepubliceerd.
- Beschikking gerechtshof Arnhem- Leeuwarden 5 juni 2014: een beperking moet op schrift en kan niet mondeling, ECLI:NL:GHARL:2014:4473
- Beschikking rechtbank Noord-Nederland 19 februari 2016: de beperking is mondeling en niet op schrift. Rechtbank vult rechtsgronden aan en vat verzoek op als verzoek ex 1:377a BW, ECLI:NL:RBNNE:2016:3393
- Beschikking gerechtshof Den Haag 16 augustus 2017: een beperking moet op schrift en kan niet mondeling. Een beperking zonder schriftelijk besluit is onrechtmatig, ECLI:GHDHA:2017:2792
- Gerechtshof Den Haag 21 september 2016: bij de beoordeling van een contactregeling (ex 1:377a BW) moet uitgegaan worden van de actuele situatie, ECLI:NL:GHDHA:2016:3093. (let op: niet in hoger beroep voor het eerst een verzoek doen)
- Hoge Raad 19 mei 2017: een gecertificeerde instelling kan ook vragen om een wijziging of vaststelling van een contactregeling ex artikel 1:377a en 1:377e BW, of om een ontzegging van het recht op contact vragen, ECLI:NL:HR:2017:943
- Beschikking gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een gecertificeerde instelling kan ook op grond van artikel 1:265f BW het recht op contact ontzeggen, ECLI:NL:GHARL:2024:929 (mening podcastmakers: nee, daarover kan dus alleen een rechter beslissen op grond van 1:377a BW)
- Beschikking rechtbank Rotterdam: recht op een rechtmatigheidstoets, na verloop gelding beperking, ECLI:NL:RBROT:2018:6777
- Beschikking gerechtshof Amsterdam 24 november 2015, schending hoorplicht, ECLI:NL:GHAMS:2015:4942
- Beschikking gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 maart 2017, schending hoorplicht, ECLI:NL:GHARL:2017:2536
- Beschikking gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 juni 2014: volledige toetsing en geen marginale, ECLI:NL:GHARL:2014:5290
- Beschikking rechtbank Noord-Nederland 17 januari 2019: ingevolge artikel 1:263, lid 3 BW kan GI de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen (maar rechtbank mist dus dat artikel 1:263 BW helemaal niet geldt voor een besluit dat is genomen op grond van artikel 1:265f BW), ECLI:NL:RBNNE:2018:609
- Beschikking rechtbank Noord-Nederland 3 augustus 2021: een schriftelijke aanwijzing is een ultimum remedium en als ouders het eens zijn met de omgangsbeperking ontbreekt de noodzaak voor een omgangsbeperking op schrift, ECLI:NL:RBNNE:2021:3341. Rechtbank slaat de plank helemaal mis volgens podcastmakers.
- Hoge Raad 24 juni 2005: ouder met eenhoofdig gezag kan vragen om een zorgregeling voor zichzelf, ECLI:NL:HR:2005:AT1096
- Beschikking gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 juli 2024 (gepubliceerd na opname podcast): recht op rechtmatigheidstoets (juist), gedegen onderzoek en reactie op visie ouders ontbreekt en een verwijzing naar de gedragswetenschapper is onvoldoende onderbouwing (juist) en doel ‘schriftelijke aanwijzing’ is om ouders te bewegen om het in vervolg mee te werken (onjuist), ECLI:NL:GHARL:2024:5019.
- EHRM d.d. 10 maart 2020, Pederson e.a. vs Noorwegen, nr. 39710/15, r.o.70, EHRM d.d. 10 maart 2020, Hernehult vs Noorwegen, (nr. 14652/16, r.o. 77) en EHRM 22 maart 2021, M.L. vs Noorwegen, (nr. 64639/16, r.o. 93 en 97): het recht op contact dient er niet alleen toe om te voorkomen dat een band wordt verbroken of om te weten wie je ouders zijn. Er is het recht om een betekenisvol contact te behouden en te ontwikkelen.
Opmerkingen? podcast@eadvocaten.nl