Deze hoofdstukken zijn moeilijke te vertalen naar conflicthantering vandaag de dag. De oude teksten zijn niet meer van toepassing op de huidige tijd, maar er valt nog wel wat uit te halen.
Hoofstuk 11 negen terrein soorten
Belangrijk bij het inzetten van troepen:
Het verspreidende terrein >> niet vechten
Marginaal terrein >> niet op verblijven
Betwist terrein >> niet aanvallen
Tussenliggend terrein: niet afgesneden raken
Strategisch vitaal knelpunt: ??
Kritiek terrein >> plunder de voorraden van de vijand
Moeilijk terrein >> druk door
Gevoelig voor hinderlagen terrein >> ontwikkel plannen voor onvoorziene gebeurtenissen
Zonder uitweg >> gevecht op leven en dood
Hoofdstuk 11 gaat verder in op deze terreinen.
Wat te doen is afhankelijk van terreinsoorten. Niet alleen het terrein benoemen, maar wat is de strategische positie van het terrein? Welke functie heeft het in de strijd?
Snelheid is heel belangrijk in oorlog. Slijtage of langdurige oorlog is meest verwoestend. Oorlog is een extreme situatie en die moet zo kort mogelijk duren.
Inspelen op de diepste waarden van een volk >> Als je een volk wilt vernietigen, dan gaat het over het vernietigen van het landschap.
Elite troepen/Special forces. Hun sterkste eigenschap is beweeglijkheid. Flexibiliteit en snelheid. Ze komen weinig voor verassingen te staan en er is altijd een debrief. Het zijn eenheden met een grote teamgeest.
Hoofdstuk 12 aanvallen met vuur
Brand en vuur is het meest rigoureuze transformatiemiddel. Het vaagt alles weg. Je kan niet meer terug naar het oude. Het leven voor en na de brand. Je ontneemt mensen hun verleden. Vuur is het ergste dat er bestaat.
Waar met vuur gewerkt wordt, wordt ook met water gewerkt. Meegaan of ertegen ingaan. Bijvoorbeeld: Kinderen in de pubertijd.
De wetmatigheden voor strijd: behoudend zijn in het aangaan van oorlog. Daar waar oorlog is geweest groeien dorens en distels. Oorlog is het allerlaatste redmiddel.
Erboven staan in het moment: je niet laten provoceren. Dat is de training
Hoofstuk 13 gebruik van spionnen
Oorlog kost heel veel energie. Iedere kennis is daarom zeer wenselijk. Voorkennis niet op basis van voorspelling of eerdere ervaringen, maar mensen die de feitelijke situatie kennen: spionnen.
5 soorten spionnen:
1 plaatselijke spionnen op vijandelijk gebied
2 inwendige spionnen. Hebben een functie bij de vijand en zijn omkoopbaar
3 dubbelagenten. Vijandelijke spionnen die je gepakt hebt en vraagt om door te gaan
4 opofferbare spionnen. Spionnen die je valse informatie geeft en daarmee opoffert
5 niet opofferbare spionnen, die vermomd inzetbaar zijn. Deze zijn het belangrijkste en hebben altijd direct toegang tot de generaal
Het belang van geheime informatie: informatie die niet gedeeld kan worden omdat het te gevaarlijk is.