De Roze Panter in Grubbehoeve werd dankzij Karin in de jaren ‘80-’90 de beroemdste ‘kindersoos’ van Nederland, een 2de huiskamer of nog beter gezegd een supergroot en vrijzinnig gezin voor kinderen en tieners tussen de twee en 16 jaar. In de Roze Panter golden geen leeftijdsgrenzen zoals gebruikelijk in het welzijnswerk. Bij Karin konden ook de oudere kinderen terecht, die door hun moeder met de verantwoordelijkheid voor hun jongere zusjes en broertjes belast werden, waardoor de deuren van het welzijnswerk voor hen gesloten bleven. In de Roze Panter – de naam die ze voor de plek bedachten - konden ze hun broertjes en zusjes meenemen. Er ontstond een druk bezocht familiehuis waar eigenlijk alles mogelijk was, met Karin en haar helpers in de rol van ‘gezinshoofd’, die zich vooral door de kinderen liet leiden. Er kwam een kinderkook-café, er werd een indianendorp gebouwd met een uitgebeende koeienkop op de totempaal, de tent werd verbouwd tot spookpaleis, een kunstenaar hielp een draak bouwen waar ze als groep inpaste en er waren ongewone busreisjes.
Er kwamen ook projecten zoals de Wise Kids het kinderpersburo, die met de kamera op pad gingen om tv te maken, waarbij het hoofddoel niet de uitzending was, maar het leren omgaan met taal, het leren bevragen van mensen en kennis vergaren. En zo kwam er eveneens een zomerschool, die later via een politieke manoeuvre werd ingepikt door de Surinaamse, gereformeerde EBG-kerk.
Toen Karin uiteindelijk vertrok verdween de Roze Panter, het welzijnswerk ging op de vertrouwde voet verder met brave activiteiten per leeftijdsklasse. En tot op vandaag worden de oud vrijwilligers aangesproken door volwassen mensen, die beleefd vragen: ‘was u niet van de Roze Panter? ‘.