De psychiater C.G. Jung introduceerde in de jaren ’20 van de vorige eeuw het begrip “individuatieproces” en hij bedoelde daarmee de weg die een mens kan bewandelen om zijn ware aard te leren kennen. Op die weg komt aan de orde dat de man zijn innerlijke vrouw, anima, leert kennen en integreren in zijn bestaan en dat de vrouw haar innerlijke man, animus, leert kennen en integreren in haar bestaan. De innerlijke man en vrouw, de animus en anima, kan ontdekt worden in dromen en visualisaties.
Jung onderscheid bij de anima en de animus beelden die in vier “lagen” van bewustzijn liggen, lopend van primitief, materieel, tot hoog geestelijk, spiritueel. De beelden van toen behoren bij de tijdgeest van toen en vragen om verfijning en verdieping in de huidige tijd. Daarin kan ieder zijn eigen beelden ontdekken die toch binnen het concept van anima en animus vallen.