Deze podcast is er een in de serie: de ‘10 minuten Thomas & Daan’. Daarin geven wij in ongeveer 10 minuten wat praktische tips en vooral ook antwoorden op vragen van onze podcast-luisteraars. In deze aflevering reageren Thomas en Daan op een veel gehoorde klacht van aannemers: het ‘wegcontracteren’ van de bevoegdheid van de Raad van Arbitrage voor bouwgeschillen (voorheen de Raad van Arbitrage voor de Bouw).
Standaard bevatten de in de bouw gehanteerde algemene voorwaarden (de UAV 2012 en de UAV-GC 2005) een zogenaamd arbitraal beding. Dat betekent dat partijen overeenkomen hun geschillen niet voor te leggen aan de burgerlijke rechter maar aan de Raad van Arbitrage voor bouwgeschillen. Het voordeel daarvan is dat de arbiters die over het geschil oordelen niet alleen beschikken over juridische (bouwrechtelijke) kennis, maar óók verstand hebben van bouwen. Dat maakt dat geschillen kunnen worden beslecht met verstand van zaken en zonder het inschakelen van externe deskundigen door de rechtbank.
Toch hebben veel opdrachtgevers (vooral decentrale overheden) een voorkeur voor geschilbeslechting door de gewone rechter. Daarom wijken ze vaak af van de geschillenregelingen in - paritaire - algemene voorwaarden zoals de UAV en de UAV-GC en verklaren alsnog de burgerlijke rechter bevoegd. Aannemers hebben dat meestal maar te slikken, ze willen immers meedingen naar de opdracht. Maar wat zijn de voor- en nadelen van de gewone rechter tegenover arbitrage? En hebben inschrijvers die aanpassen wel zonder meer te accepteren? Of kunnen ze daar nog tegen opkomen? En zo ja, op welk moment en op welke manier moeten ze dat doen?