In deze aflevering van Legergroene Herinneringen spreken we met Fred Kerkhof, een voormalig dienstplichtige die aanvankelijk met tegenzin aan zijn diensttijd begon, maar later 38 jaar beroepsmilitair werd. Fred deelt unieke verhalen over kameraadschap, het leren van leiderschap, en de bijzondere tradities die hem zijn leven lang zijn bijgebleven.
Over Legergroene Herinneringen
‘Ik ging met tegenzin, maar heb de tijd van mijn leven gehad’, ‘De kameraadschap die je bij defensie hebt, is uniek’, ‘Je kan meer dan je denkt’ en ‘Leidinggeven doe ik nog steeds volgens de dingen die ik heb geleerd via de instructiekaart’. Het is maar een kleine greep uit de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen die geïnterviewd zijn voor de podcastserie Legergroene Herinneringen.
In die podcast belichten we niet alleen de geschiedenis van de dienstplicht maar besteden we vooral aandacht aan de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen.
--
Transcriptie
00:00:00 - 00:00:21
Gastvrouw: Hallo allemaal, en welkom bij Legergroen herinnering. In deze podcast gaan we de komende weken in gesprek met oud-dienstplichtigen over hun diensttijd, de hoogtepunten, de dieptepunten, en de levenslessen die uit deze tijd stammen, worden hier aan het licht gebracht. Ik zit hier vanmiddag met iemand die met enorme tegenzin de diensttijd inging, maar achteraf beroepsmilitair is geworden. Goedemiddag Fred!
00:00:22 - 00:00:23
Fred Kerkhof: Ik denk dat het aardig klopt.
00:00:23 - 00:00:24
Gastvrouw: Dat klopt, toch?
00:00:24 - 00:00:26
Fred Kerkhof: Ja, dat klopt als een bus, denk ik.
00:00:26 - 00:00:27
Gastvrouw: Oké.
00:00:28 - 00:01:06
Fred Kerkhof: Ik ben 70 jaar en we praten nu over de tijd dat ik gestudeerd had. Ik studeerde bouwkunde. We hadden een eigen bedrijf thuis. Ik praat over de jaren '70 van de vorige eeuw. Toen was het zo dat de dienstplicht voor één op de drie jongens normaal was. Eén op de drie jongens moest de dienst in. Twee op de drie dus niet, om wat voor reden dan ook. Er was een periode dat de Vietnamoorlog woedde. Het was een periode dat er kernwapens in de wereld waren en de mensen van mijn leeftijd waren helemaal niet zo blij om de militaire dienst in te gaan. Dat wilden we eigenlijk niet. We zaten te denken aan een oorlogssituatie zoals Vietnam.
00:01:06 - 00:01:42
Fred Kerkhof: Als je gestudeerd had, was het zonde van je tijd, en het was een tijd dat de provo, de hippies net modern waren. Ik had vrij lang haar tot over mijn schouders, een oude Afghaanse jas aan en een bandenbomketting op tegen de atoombom. Op een gegeven moment, als je dan de zeventienjarige leeftijd hebt bereikt, krijg je een briefje thuis dat je gekeurd moet worden. Ik ben in 1970 gekeurd in Delft, en ik werd bijna voor bosus één goedgekeurd. Ik wist absoluut niet wat bosus één was, maar dat wil dus zeggen dat ik geschikt was voor alle mogelijke diensten.
00:01:42 - 00:01:46
Gastvrouw: Hoe was dat die keuring? Je kreeg eerst dat briefje thuis.
00:01:46 - 00:02:18
Fred Kerkhof: Ja, ik had een briefje thuis. Ik woonde in de Randstad in Den Haag, en ik moest naar Delft toe, want daar was de dichtstbijzijnde keuringstation. Daar moest je dan een hele dag naartoe en werd je uitgekleed tot op je onderbroek, dan liep je langs een aantal artsen en zij gingen kijken of je bewegingsmotoriek goed was. Je werd gewogen, er werd gekeken hoe lang je was, er werd naar je oog gekeken. Je kreeg een ogentest. Je moest met een pollepel voor je oog staan. Eerst voor je rechteroog en dan voor je linkeroog. Je kreeg een gehoortest. Kortom, ze gingen kijken of je wel geschikt was voor de militaire dienst.
00:02:18 - 00:02:28
Fred Kerkhof: Daar vielen ook mensen af. Sommige mensen op stabiliteit bijvoorbeeld, waar ook mensen bewust hun best deden om afgekeurd te worden. Er gingen allerlei verhalen de ronde.
00:02:28 - 00:02:29
Gastvrouw: Merkte je dat?
00:02:29 - 00:03:01
Fred Kerkhof: Nee, ik deed dat zeker niet, want ik vond dat niet eerlijk. Ik vond wel dat als ik toch gekeurd moest worden, dan wilde ik ook goedgekeurd worden. Maar ik zei dat er wel allerlei verhalen werden verteld wat je kon doen om te zorgen dat je afgekeurd werd. Je kon zeggen dat je homoseksueel was. Dat was toentertijd uit den boze. Dat is tegenwoordig wel heel anders. Je kon vloeitjes onder je arm doen, dan ging je extra zweten en weet ik veel. Allemaal trucjes om te zorgen dat je afgekeurd werd. Je kon doen alsof je niet helemaal bij de les was en dan werd je afgekeurd op je stabiliteit. Je kreeg bijvoorbeeld, een S5, noemden ze dat.
00:03:02 - 00:03:39
Fred Kerkhof: Maar dat was ook zo als je een S5 kreeg en er waren mensen die hadden er alles voor over om niet in dienst te hoeven. Dan had je ook de mogelijkheid niet meer om een betrekking te krijgen bij het Rijk, en ik wist niet of ik later misschien wel een betrekking bij het Rijk zou willen hebben. Al was het maar postbode, ik noem maar wat, dus ik heb dat bewust niet gedaan. Dan word je gekeurd en krijg je een paar dagen later een briefje thuis. Ze vertelden het je terplekken dat je bent goedgekeurd. Ik studeerde toen nog, ik studeerde bouwkunde en dat wilde ik wel afmaken. Dat kon toen nog, dan kreeg je uitstel. Ik kreeg toen uitstel tot mijn 22ste om pas later in dienst te gaan.
00:03:39 - 00:04:01
Fred Kerkhof: Op een gegeven moment kreeg ik een uitnodiging voor een tweede keuring. Die werd gehouden in kamp Waterloo, in de buurt van Amersfoort. Er werd gekeken of je geschikt was voor een kaderfunctie, onderofficier of officier. Ik dacht als ik dan toch in dienst moet, dan wil ik het liefst ook onderofficier of officier worden, want dan heb je in ieder geval een leidinggevende functie. Dan kan je misschien later er nog wat mee doen als je dat wilt.
00:04:01 - 00:04:04
Gastvrouw: Had u die tweede keuring zelf aangevraagd?
00:04:04 - 00:04:04
Fred Kerkhof: Ja.
00:04:04 - 00:04:06
Gastvrouw: Of was het: "Jij gaat de tweede keuring doen."?
00:04:07 - 00:04:07
Fred Kerkhof: Nee, daar ging je naartoe.
00:04:07 - 00:04:07
Gastvrouw: Oké.
00:04:07 - 00:04:47
Fred Kerkhof: Dat was een tweedaagse keuring, en daar kwam je op een oude kamp met allemaal oude romneyloodsen. Dat zijn een soort stalen, halfronde, oude barakken, en daar werden die keuringen gedaan. Daar deed je allerlei dingen. Je moest op een gegeven moment een - ze noemen dat - leiderschapstraining doen. Dan ging je met te korte balken, touwtjes en met een aantal mensen moest je proberen een hindernis te overbruggen en kijken hoe dat ging. Waar het hun om ging, was om te kijken of je leidinggevende capaciteiten had. Men moest ook bijvoorbeeld, een maquette bouwen over hoe jij een dorp of een stad zag, en waar je publieke gebouwen, een haven, industrie, kantoren wilde hebben, of weet ik veel wat.
00:04:48 - 00:05:33
Fred Kerkhof: Dat was voor mij vrij makkelijk, omdat ik bouwkunde studeerde had ik die ideeën wel. Maar daar kreeg je de uitslag niet van. Dat was heel vervelend. Dat was in 1974. In 1975 was ik klaar met mijn studie en ik wist dat ik in dienst moest. Dat zou rond september zijn, daar had ik een oproep voor gehad, dat ik rond september moest opkomen voor militaire dienst. In maart-april waren meestal de eindexamens en die heb ik gehaald. Dus ik ben eerst nog lekker naar Spanje op vakantie geweest met een vriend van mij. Toen ik terugkwam, moest ik in militaire dienst. Ik had een briefje gekregen met een spoorkaartje eraan, en er stond in dat ik mij moest melden op de Bernhardkazerne in Amersfoort. Volgens mij, op 3/2 september 1975 moest ik er dan zijn.
00:05:36 - 00:05:48
Fred Kerkhof: Ik heb niets meer gehoord over eventueel een kaderopleiding, een onderofficier of een officiersopleiding. Ik heb mijn spulletjes gepakt in een tasje met mijn elektrische apparaat erin en ik ben op de trein gestapt.
00:05:48 - 00:05:53
Gastvrouw: Op dat moment, hoe dacht uw familie erover? Wat vond bijvoorbeeld, je moeder ervan?
00:05:53 - 00:06:32
Fred Kerkhof: Mijn vader was overleden en mijn moeder en wij hadden een eigen zaak thuis. Zij vond het ook zonde, want ze vond het beter dat ik in de zaak zou komen werken. Ik was de oudste man thuis en ik zou eigenlijk die zaak overnemen. Het was een bouwbedrijf tevens makelaarskantoor. Maar goed, aan de andere kant vond ze het ook wel weer goed voor me dat ik daar naartoe zou gaan. Mijn stiefvader, die overleden was, heeft altijd geroepen dat ik wel iets zou hebben voor de militaire dienst. Maar dat vond ik dus niet, met mijn lange haar en ketting, want dat leek me drie keer niks. Ik vond discipline zonde. Je moest luisteren naar anderen. Dat vond ik ook niet zo geweldig. Ik wou liever zelf vertellen wat er moest gebeuren.
00:06:32 - 00:07:12
Fred Kerkhof: Dus ik had er helemaal geen zin in. Mijn moeder zei: "Ja, prima. Je gaat gewoon en succes!" Dus ik ben in de trein gestapt en ik ben naar Amersfoort gereden. In Amersfoort kwam ik een jongen tegen die bij mij uit de buurt kwam. Hij ging ook naar Amersfoort, maar hij zou onderofficier worden. Ik dacht: shit, hij heeft gehoord dat hij onderofficier wordt. Hij mag er wel en dat doe ik niet. Dan moet ik daar maar als soldaat de dienst in. Dan kwam je in Amersfoort aan en dan stond er een groot bord op het perron dat je naar een bepaalde uitgang moest, en dan zag je allerlei jongens van jouw leeftijd, lang haar, kort haar, van alles. Uit het boerenland, van de stad, overal vandaan, en zij liepen allemaal in de richting van dat bord.
00:07:13 - 00:07:53
Fred Kerkhof: Aan het einde van het bord stond een man met een groene pak aan, en dat blijkt later een VT te heten. Prima, met een grote witte streep op zijn arm geschreven. Ik had geen idee wat voor man dat was, maar hij vertelde dat we naar buiten moesten, dat daar het vervoer op ons stond te wachten. Goed, dat doe je dan. En dan zag je een hele oude vrachtauto dat nog uit de Tweede Wereldoorlog kwam. Het was 1975. Het was een GMC vrachtwagen, weet ik nu. Dat wist ik toen natuurlijk niet. Met een oude houten bank erin en achterin twee oude houten banken. Daar werd je neergezet met je tasje en die klep ging dicht en die auto ging rijden. Geen idee waar naartoe. Dus naar die Bernhardkazerne in Amersfoort. Het was overigens maar vijf minuten rijden.
00:07:53 - 00:08:19
Fred Kerkhof: Dan reden we die kazerne op bij zo'n poort en dan zie je mensen staan met een geweer bij die ingang. Je weet bij God niet wat er allemaal gebeurt. Iedereen vond het wel spannend, want er gebeurt wel iets wat je niet gewend bent. Het waren allemaal jongens die nieuw waren, en sommigen die het misschien wel leuk vonden om in dienst te gaan, dat weet ik niet. In ieder geval weet ik dat niet meer. Ik heb dat toen ook niet gevraagd. Je praat wel met mekaar, want je zit allemaal in hetzelfde schuitje: wat gaat ons gebeuren? Heb jij daar zin in? Gaat het goed? Je probeert al een beetje een band te vormen.
00:08:19 - 00:08:45
Fred Kerkhof: Ik was niet zo bang, het was wel spannend, want het was iets nieuws, maar het was een gezonde spanning. Het hoefde me niet perse gerust te stellen. Kijk, ik wist dat als ik pech had, achttien maanden - maar in ieder geval zestien maanden - was toen de tijd dat je in dienst ging en je dienst moest gaan vervullen en dat ik minimaal zestien maanden niet in de zaak kon werken, maar iets moest gaan doen waarvan ik nog niet wist hoe het eruit ging zien.
00:08:47 - 00:08:49
Gastvrouw: Hoe was die eerste week dan op de Bernardkazerne?
00:08:50 - 00:09:26
Fred Kerkhof: Je begint met de eerste dag. Je werd uit die vrachtwagen gehaald en die klep ging naar beneden. En die man met die strepen - wat later een korporaal bleek te zijn - deed die klep open en zei dat je naar een bepaalde ruimte moet. Het bleek de eetzaal te zijn. Daar stonden allemaal tafels en achter al die tafels zaten mensen, en dan moest je je dan melden met lettertjes. Ik moest bij de letter 'k' zijn, meneer Fred Kerkhof, dus ik moest bij de 'k' naar binnen toe. Daar werden allerlei dingen genoteerd, een soort administratie was dat: wie ik was en waar ik vandaan kwam, en wie ze moesten waarschuwen als er wat met me zou gebeuren. Zo kwam je die eerste dag door.
00:09:26 - 00:10:08
Fred Kerkhof: Daarna kwam er iemand binnen. Hij stelde zich voor als de ritmeester Severs. Hij zei dat hij onze commandant was en dat we onder de krijgstucht stonden. Prima, wat betekent dat? Dat van nu af aan alles wat je doet, getoetst wordt aan de krijgstucht. Ik had geen idee waar die man het over had. Als je iets fout deed, kreeg je straf. Dat begrepen we. En dat we goed naar ze moesten luisteren en al die mensen die er liepen, hadden allemaal een rang. Dat wisten we nog niet, maar die moesten we heel snel leren. Zo bleek dat ik toch op de kaderopleiding zat, dat heette het vork bivak. Ik kreeg daar te horen dat ik de eerste veertien dagen niet thuis zou komen, maar dat had ik thuis nooit verteld. Ik dacht: de eerste komende weekend ga ik naar huis.
00:10:10 - 00:10:52
Fred Kerkhof: Dat hadden ze ook graag. Ik zei: "Want ze rekenen erop." "Goed, je hebt van het weekend misschien wel even tijd om te bellen, dan vertel je maar dat je niet thuiskomt." Ik zat toch op die kaderopleiding maar ik wist nog helemaal niks. Je zat in een tent met acht anderen, allemaal in groepjes verdeeld, en we gingen daar leren hoe de militaire dienst ging. Je had dan boekjes, dat noemen ze een methodische instructie. Dat was een heel gek klein boekje en daar stond dan op van: dit is een kompas. Weet je wat het noorden is? Ja? Ga dan naar pagina drie? Weet je niet waar het noorden is? Ga terug naar pagina twee. Helemaal op die manier moest je zo door die boekjes leren, moest je jezelf leren hoe een kompas werkte.
00:10:52 - 00:11:31
Fred Kerkhof: Ik had geluk, want ik had bij het padvinderij gezeten. Ik wist hoe een Kompas werkt, dus dat scheelde al. Hetzelfde ging ook met kaartlezen, dus je leerde kaartlezen. Als je weet, leg dan uit wat een coördinaat is. Dat wist ik gelukkig ook al, omdat ik dat met de padvinderij ook heb gehad, maar anderen niet. Dus daar hielp je anderen weer mee. Maar dat ging met die boekjes. Op een gegeven moment ging je dan 's avonds eten en werd al het eten op een berg neergezet en dan moest je maar uitvechten wie wat kreeg. Dan keken ze ook naar: hoe sociaal ben je en hoe ga je met mekaar om? Neemt er iemand de leiding om het uit te delen, bijvoorbeeld? Eigenlijk werd er in die twee weken erg goed gekeken of jij wel geschikt was om als kader op te treden.
00:11:31 - 00:12:10
Fred Kerkhof: Daar kreeg ik dan ook te horen wat de bedoeling was. Ik zou dan sergeant worden van de pantser antitankeenheid. Wat dat was, wist ik niet, maar het ging er om dat al die mensen die daar zaten opgeleid werden op pantservoertuigen, op tanks, of op verkenningsvoertuig. Ik zou dan commandant worden bij een infanterie eenheid, op een AMX-13 tank, wat dat ook mogen zijn. Zo ging dat door en iedere dag kreeg je wel wat meer. De tweede dag gingen we terug naar de wapenkamer en gingen we wapens ophalen. Ik kreeg een uzi. Ik wist bij God niet hoe het werkte, maar dat ging ook weer met die methodische instructie. Intussen, moest je iedere avond ook studeren.
00:12:10 - 00:12:46
Fred Kerkhof: Hoe deden ze dat? Dan had je bijvoorbeeld, een bord met draaidingen erop met allerlei rangen en standen, en dan kon je daaraan draaien en dan moest je raden wat de naam was. Het was wel de bedoeling dat je dat diezelfde week voor mekaar had, dat je ook wist als je iemand aansprak, dat je dan wachtmeester zou zeggen of ritmeester en geen kapitein. Het waren cavaleristen, dat was wat anders. Zo gingen we die twee weken door. De eerste week vrij soepel, allemaal hele kleine dingen. Daarna hadden we weekend. Dacht ik: leuk weekend, maar daar hielden ze niet zo van het weekend. Dus je ging door met oefenen.
00:12:46 - 00:13:20
Fred Kerkhof: Alleen op de zaterdagmiddag werden we afgemarcheerd en mochten we douchen voor het eerst. Dus dan gingen we terug naar het gebouw, mochten we douchen en daarna gingen we naar de MGD, de militaire geneeskundige dienst, wat dat ook moge zijn. Dat wisten we niet. Maar het was de bedoeling dat we onze overal opstroopte en er werden links-rechts wat injecties ingedrukt, een stereospuit. En ze wenste ons verder veel succes. Vervolgens werden we afgemarcheerd naar de achterkant van de kazerne. Er was een heel oud film gebouwtje en dan mochten we met z'n allen naar een film kijken. Dat was hartstikke leuk. Daarna gingen we weer terug naar het gebouw waar we normaal die eerste dag en eerste keer geweest waren.
00:13:20 - 00:13:29
Fred Kerkhof: Waar we ook die bed hadden. Ik dacht: misschien gaan we daarnaartoe? Nee, dan mochten we de bar in, mochten we één biertje drinken, en daarna werden we weer afgemarcheerd naar het kamp, en dan zaten we weer op dat kamp.
00:13:30 - 00:13:33
Gastvrouw: En dan waren nu die eerste twee weken voorbij, toch?
00:13:33 - 00:14:05
Fred Kerkhof: Het was je eerste week pas, maar de tweede week ging net zo. Er was nog een stuk bij waarbij je 40 kilometer ging lopen, een stuk roeien met een oude houten boot. Je moest een stuk op de fiets kaartlezen, dat was die twee weken. Toen waren we zodanig geschikt dat we ook in plaats van een veldpet een baret mochten dragen. Zodat we wat meer op een de normale militaire leken die er op die kazerne waren. Daarna mocht ik dat tweede weekend inderdaad naar huis. Dan ga je allerlei sterke verhalen vertellen wat je allemaal gedaan hebt.
00:14:06 - 00:14:12
Gastvrouw: Alle stoere verhalen komen naar boven. Je ging met heel veel tegenzin de dienstplicht in.
00:14:12 - 00:14:13
Fred Kerkhof: Ja.
00:14:13 - 00:14:18
Gastvrouw: Toen je dat briefje thuis kreeg, dacht je waarschijnlijk wel van: liever niet.
00:14:18 - 00:14:18
Fred Kerkhof: Ja.
00:14:19 - 00:14:23
Gastvrouw: Maar na die eerste twee weken, hoe stond je er toen in?
00:14:23 - 00:14:57
Fred Kerkhof: Dat was best leuk, want wat ik heel erg leuk vond, was die kameraadschap. Je zit allemaal in hetzelfde schuitje, je weet allemaal niet wat er gebeurt. Het was echt onzekerheid troef. Als je net in je bed lag, werd je weer wakker gemaakt, werd je eruit gehaald met ze allen en moest je met ze allen dingen gaan doen. Dus iedereen had hetzelfde. Je had heel snel een hele goeie band met degene die in je eigen tent liggen. De andere tenten wat minder, maar met je eigen tentgenoten ging dat hartstikke goed en dat was hartstikke leuk. Dus die kameraadschap vond ik veel leuker dan dat ik vroeger op school gewend was geweest toen ik studeerde. Dat was echt heel anders en dat maakte het wel heel mooi.
00:14:57 - 00:15:27
Fred Kerkhof: Toen ik thuiskwam vertelde ik ook wel dat het best wel leuk was met die jongens. Ik zei dat ik bij de padvinderij heb gezeten, dat is meestal hetzelfde. Het waren allemaal jongens, meiden had je toen nog niet in dienst. Dat is niet helemaal waar, want je had wel de Marva, de MILVA en de Luva, maar dat waren wel allemaal beroepsmilitairen die allemaal meestal of in een administratieve functie zaten, of als secretaresse ergens functioneerden, of bij de geneeskundige troepen zaten, maar die deden geen gevechtsfuncties, dat was toen nog helemaal niet. En dan kom je thuis en ga je al die verhalen vertellen.
00:15:27 - 00:15:41
Fred Kerkhof: Dat je een rode bloeibal hebt gehad en dat je je uitrusting moest samenstellen met een pukkel en dat je daar een berenlul van moest maken. Wat is dat dan een berenlul? Dan moet je dan uitleggen. En dat je met een wapen had gewandeld. Je had wel eens waar nog niet geschoten, maar je had er wel mee mogen lopen.
00:15:42 - 00:15:44
Gastvrouw: Wat is een berenlul?
00:15:48 - 00:16:26
Fred Kerkhof: Als je tegenwoordig kijkt bij de militairen, hebben ze hele mooie rugzakken. Dat hadden we toentertijd niet. We hadden toen echt een pukkeltje. De gevechtstas was M52 zoals dat normaal heet, dat kleine vierkante tasje, wat je wel eens ziet op scholen. Daar deed je bijvoorbeeld, je etensgerei, wat schoon ondergoed in. Het was allemaal bepaald wat erin moest. Je had een wat grotere pukkel, dat heet een ransel. Als je dan al je spullen mee moest nemen, dan maakte je die ransel en die pukkel aan elkaar vast met een draagstel. Daaromheen deed je je slaapzak in een tent. Die rolde je op tot een hele lange worst en die boog je om die pukkel en die ransel heen, en dat heet bij elkaar een berenlul.
00:16:26 - 00:16:44
Fred Kerkhof: Zo heet dat. Ik kan het niet mooier maken dan dat het is. Daar liep je mee rond, dat was vreselijk zwaar. Het was vreselijk onhandig om te dragen, want alles hing op je rug, aan een paar rare riempjes. Het was niet met wat je tegenwoordig hebt, met een band om je riem of op je buik, dat het op je heupen hangt, bijvoorbeeld. Nee, dat hing allemaal aan je schouders.
00:16:45 - 00:16:47
Gastvrouw: U heeft natuurlijk ook een boek geschreven over uw diensttijd.
00:16:47 - 00:16:48
Fred Kerkhof: Ja.
00:16:48 - 00:16:51
Gastvrouw: Dat heeft u alleen voor uzelf gedaan, toch?
00:16:51 - 00:16:51
Fred Kerkhof: Ja.
00:16:51 - 00:16:54
Gastvrouw: Wat is nu precies de reden dat u dat boek heeft geschreven?
00:16:56 - 00:17:39
Fred Kerkhof: De reden dat ik dat boek geschreven heb, is... Kijk, ik ben de dienstplichttijd doorgekomen. We komen er straks nog wel op. Op een gegeven moment vond ik het zodanig leuk dat ik zelfs beroepsmilitair geworden ben, en alles bij mekaar 38 jaar bij defensie heb gewerkt. Op een gegeven moment, een paar jaar geleden kwam de coronatijd, daar zat ik tevens in een reüniecommissie van een eenheid waar ik gezeten heb, het 103de Verkenningsbataljon. Daar was het plan om daar een boek van te maken, en daar had ik een boek van gemaakt. Toen zei een oudere collega, een ex-beroepsmilitair van: "Je maakt dat boek zo leuk. Waarom maak je geen boek van je eigen diensttijd?"
00:17:39 - 00:17:59
Fred Kerkhof: Ik zei: "Waarom zou ik dat doen? Voor wie zou ik dat doen?" Hij zei: "Het is altijd leuk voor jezelf om nog een keer na te kijken. Bovendien, als je later groot bent en sterker nog, je wordt misschien wel dement, dan heb je misschien nog iets om terug te kijken hoe leuk bepaalde dingen waren." Ik vond het wel een goed plan en het was de coronatijd waar je buiten vrij weinig kon doen. Dan is het heel erg makkelijk om iedere dag even achter je computer te gaan zitten en daar wat van te maken.
00:18:00 - 00:18:02
Gastvrouw: U bent ook naar het buitenland geweest.
00:18:02 - 00:18:02
Fred Kerkhof: Ja.
00:18:02 - 00:18:10
Gastvrouw: Hoe is die aanloop daarnaartoe geweest? Hoe bent u daarachter gekomen dat u naar het buitenland zou gaan? Heeft u de keuze gehad? Was het gewoon van: je gaat?
00:18:10 - 00:18:56
Fred Kerkhof: Er zijn meerdere dingen geweest. Mijn dienstplichttijd hoefde ik niet naar het buitenland. Er was toen wel de mogelijkheid. Ik ben op een gegeven moment sergeant geworden bij 425 Infanterie Beveiligings Compagnie, dan ging je dan op oefening naar het buitenland, maar verder kwam je niet in het buitenland. Wij gingen dan vaak naar Münster Zug met een Amerikaans Duits-Nederlandse eenheid mee, die misschien zelfs wel kernwapens zou verschieten. Je wist het niet. Dat heb ik dus wel gedaan. Op een gegeven moment ben ik beroeps geworden. Als beroeps maak je de keuze waar je geplaatst wil worden. Ik ben op een gegeven moment terechtgekomen in Duitsland, omdat ik dat wel wilde. Dat was ook vrijwillig, dat kon je ook. Er waren toen genoeg mensen die naar Duitsland wilden.
00:18:56 - 00:19:32
Fred Kerkhof: Ik heb zeven jaar in Duitsland gezeten bij de 103de Verkenningsbataljon. We hebben daar ook gewoond met mijn vrouw. Hartstikke leuk, hartstikke mooie huizen gehad. Je verdiende daar ook meer als in Nederland. Het was best wel goed. Heel veel belastingvrije voordelen. Je kon een belastingvrije auto kopen, de drank, de sigaretten, brandstof waren belastingvrij. Eigenlijk, kon ik het zo raar niet noemen, het was allemaal wat beter. Je had het daar wat beter financieel voor mekaar dan dat je in Nederland zou hebben. Dat zijn best wel voordelen. Op een gegeven moment moet je dan terug, want ik moest naar de vervolgopleiding om oppermachtmeester te worden, en daarvoor moet je terug naar Nederland.
00:19:32 - 00:19:49
Fred Kerkhof: Dat wilde ik helemaal niet, want ik had het daar vreselijk goed naar mijn zin. Maar je moet dan toch. Ik ben teruggegaan. Ik heb dan in Nederland weer wat toers gedraaid, en nadien ben ik naar Duitsland gegaan. Intussen had je wel meer mogelijkheden voor uitzending. Alleen, ik heb altijd geroepen dat je voor dat soort dingen je nooit vrijwillig moet op opgeven.
00:19:49 - 00:19:49
Gastvrouw: Waarom niet?
00:19:49 - 00:20:28
Fred Kerkhof: Ze moeten iemand aanwijzen. Omdat het iets is waar je wel zes/zeven maanden van huis bent, en dat is wel een keuze die je moet maken. Ik was gelukkig getrouwd, nog steeds. Ik vond het niet zo nodig om zes/zeven maanden naar het buitenland te gaan, niet zozeer vanwege het werk, want het werk zou hartstikke leuk zijn, maar waarom zou ik zeven maanden mijn vrouw in de steek laten? Want je praat dan gauw alles bij mekaar over zeven maanden. Kijk, als ze je aanwijzen, dat is wat anders. Ik heb één keer wel op het punt gestaan om... Het was in het begin van mijn beroepstijd, dan praat ik over '78, '79, toen vroegen ze mensen om naar Libanon om te gaan, ook weer datzelfde Libanon. Toen heb ik wel op het punt gestaan om daarnaartoe te gaan.
00:20:28 - 00:20:58
Fred Kerkhof: Alleen, ik wilde toen wel, want ik was intussen cavalerist geworden. Ik had een zwarte baret. Ik wilde wel mijn zwarte baret ophouden, en dat mocht niet. Ik moest een blauwe baret op en toen was ik zo best wel - noem het - wereldvreemd; maar in ieder geval, ik was zo trots op die zwarte baret dat ik dat niet wilde. Ik wilde helemaal geen blauwe baret of wat moest ik met een blauwe baret. Ik wil mijn zwarte baret, maar dat kon niet. Dan doe ik het niet. Dat kon toen nog, want dat was vrijwillig. Op een gegeven moment heb je ook je tweede periode Duitsland. Weer drie jaar ben ik weer naar Duitsland gegaan, ben ik teruggegaan, ben ik een havanter ter plaatse geworden.
00:20:58 - 00:21:26
Fred Kerkhof: Toen bleek dat de hele eenheid op uitzending zou gaan naar Bosnië. Ik was op dat moment brigade adjudant, de hoogste onderofficier van de brigade. En mijn brigade ging naar Duitsland. Toen begon ik wel te denken van: als mijn brigade dan gaat, dan vond ik het heel raar dat ik niet ga. Dus toen heb ik mezelf ook opgegeven: dan ga ik dus ook, dan wil ik mee. En ik ben toen naar Bosnië gegaan. Daar heb ik zes en een halve maand gezeten.
00:21:26 - 00:21:31
Gastvrouw: Hoe was dat daar in Bosnië? Want jullie waren daar als Nederland. Was Duitsland daar bijvoorbeeld dan ook?
00:21:32 - 00:22:18
Fred Kerkhof: Ik zat in Banja Luka. Het is een stad midden in Bosnië en Herzegovina. We praten over een periode na Srebrenica, dus de IFOR-periode en de blauwe baretten periode waren voorbij. We praten over SFOR, de Stabilisation Force, waarbij we al met zwaardere middelen in voormalig Joegoslavië rondrijden, om te voorkomen dat er weer een oorlog zou uitbreken. Dus het was minder spannend als in de beginperiode, omdat we een enorm overwicht hadden. Er zaten Duitsers, Amerikanen, Canadezen, Engelsen, Fransen, Nederlanders. Ik zat op een internationaal kamp, een Canadees kamp in Banja Luka Metal Factory, waarbij we met de staf zaten. We hadden een infanterie bataljon, die zat daar vlakbij in Bugojno. Daarvoor zaten ze ergens anders.
00:22:18 - 00:22:52
Fred Kerkhof: Eigenlijk was dat best wel mooi om te doen. Ik had een vrije baan als brigade adjudant op die staf. Dus het belangrijkste wat ik deed, was mijn eigen troepen bezoeken, overal langsrijden. Bij alle buitenposten van Bosnië ben ik geweest, maar ook bij de marechaussee die er zat. Daar zaten ze met twee man in een huisje, ergens midden in een dorpje, midden tussen de bevolking in. Ook daar kwam je. Dat was hartstikke mooi om te doen, dus op zich achteraf hartstikke mooi. Maar het is wel zeven maanden quality time die je niet hebt met je gezin, en dat is best wel lastig.
00:22:52 - 00:22:59
Gastvrouw: Dat wel, maar wel mooi dat u alsnog daarvoor heeft gekozen om te gaan van: oké, mijn brigade gaat erheen, dan ga ik ook.
00:22:59 - 00:23:00
Fred Kerkhof: Precies.
00:23:00 - 00:23:09
Gastvrouw: Duidelijk. Je zat daar met meerdere landen: Amerikanen, Duitsers. Hoe was die samenwerking?
00:23:10 - 00:23:40
Fred Kerkhof: Die samenwerking was hartstikke goed. Het kamp Banja Luka Metal Factory waar we zaten, daar zat een divisiestaf. Dat is best een hele grote staf. Aan het hoofd een Canadese generaal, Hillier, een tweesterren generaal. Wij hadden een generaal waar de commodore van de luchtmacht, detachementscommandant was van Nederlandse eenheid. Het kamp werd gerund door de Engelsen. Het was een Engelse stafhof, onderofficier die daar de inwendige dienst regelt, en daar was de samenwerking heel goed mee.
00:23:40 - 00:24:21
Fred Kerkhof: Met alles zo, om een voorbeeld te geven: er waren toen wat problemen, die er wel vaker zijn geweest, met name over criminele activiteiten waar heel veel geld in omging. Men wilde toen een uit een Kroatische bank het geld uit die bank halen, alleen vanaf dat moment dat daar troepen naar binnen gingen, werd er geschoten vanaf de daken door criminelen. Toen hadden ze zich teruggetrokken en is er een hele grote operatie gestart, gecombineerd waarbij de Nederlandse eenheden buitenring vormde en de Canadese en de Engelse de binnenring vormde, om toch te zorgen dat ze die geldsommen en dergelijke, maar ook alle papieren van die bank konden arresteren.
00:24:21 - 00:24:29
Fred Kerkhof: Dat was zo internationaal, omdat het toevallig ook lag in de Franse sector. Dus ook de Fransen hadden er nog wat mee te maken. Dat was echt een hele grote operatie.
00:24:30 - 00:24:34
Gastvrouw: De verschillen in die skills en drills per land, merkte je daar wat van?
00:24:34 - 00:25:03
Fred Kerkhof: Daar niet zozeer, omdat je je toch meer focust op je eigen eenheid en op je eigen handelen. Ik ben bijvoorbeeld, ook een aantal keren in [onhoorbaar 00:24:41] geweest waar we met Amerikanen geoefend hebben en ik ben ook scheidsrechter geweest van de Amerikanen. Daar merk je wel dat ze hele andere skills en drills hebben. Bijvoorbeeld, het terughalen van gewonden vanuit voor het front, - weliswaar met oefengewonden - gaat op een hele andere wijze dan dat het bij ons gaat. Dat zie je dan wel. Gaat het dan slechter, of beter? Nee, het gaat anders, want je moet hier niet praten van goed of slecht. Je moet hier echt praten over dat het anders gaat.
00:25:03 - 00:25:40
Fred Kerkhof: Laat ik daar een voorbeeld van noemen. De IK 27 is een instructiekaart en daar staan een aantal leidraden bijvoorbeeld in hoe je bepaalde dingen moet doen. Het leger is er heel goed in. Ik noemde net in het begin al over die methodische instructieboekjes, waar je op een hele korte wijze dingen op een instructiekaart moet zetten die je moet onthouden, of dat nu gaat om veiligheidsmaatregelen bij onontplofte minutie, of dat soort dingen. Het omgaan met wapens, maar ook het leidinggeven. Hele eenvoudige dingen waarbij je soms dingen uit je hoofd leert en andere dingen kan je terugvinden op die kaart.
00:25:40 - 00:26:24
Fred Kerkhof: Bijvoorbeeld leiding geven. Je begint al met een waarschuwingsbevel, het KVPOG: komende actie, verplaatsing, plaats en tijd bevelsuitgifte, verbindingen en ondersteuning. Ik ken ze nog steeds. Onder bevelstellingen zit er ook bij. Al dat soort dingen, die leer je en die neem je ook later mee in hetgeen wat je hierna gaat doen. Ik ben nu al een aantal jaren de dienst uit, maar ik werk bijvoorbeeld nog bij de veiligheidsregio. Maar dat leiding geven doe ik nog steeds volgens dezelfde instructiekaarten die ik toen ook gedaan heb hoe je daarmee zou omgaan. Dat wil dus zeggen dat een aantal dingen die ik geleerd heb, zowel in mijn diensttijd maar later ook in mijn beroepstijd, dat je die nog steeds meeneemt in de rest van hetgeen wat je doet.
00:26:24 - 00:26:36
Fred Kerkhof: Dat is wel heel fijn, want dat geeft je heel makkelijk... Op het moment dat er echt iets aan de hand is, hoef je niet te twijfelen, want je hebt die dingen ergens in een laatje in je achterhoofd zitten en je begint te handelen naar de wijze zoals je dat toentertijd moest doen.
00:26:36 - 00:26:47
Gastvrouw: Zijn er nog andere dingen die je in het dagelijks leven echt merkt van: oké, dit is iets wat ik echt van jongs af aan heb geleerd in die tijd en wat ik nog steeds elke dag meeneem?
00:26:47 - 00:27:26
Fred Kerkhof: Bijvoorbeeld, kameraadschap is iets bij defensie dat heel hoog in het vaandel staat. Mensen hebben altijd zoiets van: oorlog voeren doe je voor God en vaderland, of je doet het voor de koning en de koningin. In mijn tijd hadden we een koningin. Ik heb er drie gehad: Juliana, daarna Beatrix, en later Willem-Alexander als Koning. Dat je het daarvoor doet. Maar wat je merkt is, het moment dat je in het veld zit, dat je dat veel minder scheelt als degene die links of rechts naast je loopt. Je buddy zoals je dat noemt. Het buddysysteem, wat ze bij defensie hebben. Overigens was het in mijn dienstplichttijd minder als daarna, want het buddysysteem is pas later gekomen, dat je echt altijd verantwoordelijk bent voor degene die links of rechts naast je loopt.
00:27:26 - 00:28:00
Fred Kerkhof: Dat is iemand - zeker nu met een beroepsleger - die wordt vanaf het begin af aan dat je in dienst komt, al aan je gekoppeld, en hij blijft als je naar hetzelfde onderdeel gaat, altijd jouw buddy en daar doe je alles voor. Dat is veel belangrijker als God en vaderland, of de koning en de koningin. Daar doe je alles voor en als zij wat doen, dan ga je er naar handelen, want dat is jouw bescherming, die vertrouw je ook blindelings. Ik weet zeker dat degene waar ik in militaire dienst mee heb gezeten en waar ik nog steeds bevriend mee ben, - en ook met een aantal anderen - daar opnieuw in een situatie zouden komen, dat wel kaar blindelings kunnen vertrouwen.
00:28:00 - 00:28:16
Fred Kerkhof: Dat moet ook, want je kan het niet alleen, je bent altijd als eenheid heel belangrijk. Otto van Wiggen zegt het heel mooi: "Het team is groter als de enkele man, of de eenheid groter als team." Dus met een grote groep, kun je het mee doen. Dat is heel belangrijk.
00:28:16 - 00:28:29
Gastvrouw: Het is ook mooi dat jullie vanaf het begin af aan opgeleid worden. Van dit is je buddy, deze blijft altijd bij je, je let erop, je zorgt ervoor. Dat is een soort broederschap, wat altijd vastgehouden wordt.
00:28:29 - 00:28:55
Fred Kerkhof: Goed, dat is het voorbeeld wat ik net gaf, dat is het vriendje waar ik van het weekend mee heb zitten kaarten, waar die ik dus eigenlijk van het begin af aan al meegemaakt heb. Daar kwamen we samen op de keuring in Den Haag als beroeps. We werden allebei weggestuurd. Hij kwam uit Duitsland, ik ergens anders vandaan, omdat we onze papieren niet opgestuurd hadden. Dan heb je al een band, want je wordt allebei weggestuurd: wat is dat nu, we willen beroeps worden, en we worden weggestuurd. Hem kwam ik weer tegen op de KMS, de Koninklijke Militaire School in hetzelfde klasje, daar zit je dan ook weer mee samen.
00:28:55 - 00:29:33
Fred Kerkhof: Daar heb je wel een paar meer, want dan heb je intussen al acht-negen man waarmee je samen naar de school beroepsopleidingen gaat. Je zit met een groep van tienman, dat zijn jouw vrienden, daar doe je het allemaal mee, dan zit je - het was toen - bijna achttien maanden samen in een opleiding waarbij je samen alles doet. Die mensen heb ik nog steeds contact mee. Niet Iedere dag, dat is overdreven, maar wel heel regelmatig. Sommigen daarvan, waar je heel goed mee opschiet, worden je vrienden en de anderen zijn wel jouw buddy's maar die zitten dan op een iets lager niveau. Maar daar doe je wel alles voor. Je weet ook op het moment dat je in Bosnië zit en je gaat een operatie doen, dat jij afhankelijk bent van degene die links of rechts naast je loopt.
00:29:33 - 00:29:47
Fred Kerkhof: En ook al heb je net ruzie met iemand gehad, bijvoorbeeld, dat kan bij defensie. Je kan best wel eens woordenwisselingen hebben, je scheldt elkaar helemaal verrot, maar op het moment dat je samen de operatie ingaat, dan ga je weer blindelings op elkaar vertrouwen. Dat is zo verschrikkelijk mooi, heb je bij geen enkel ander bedrijf.
00:29:47 - 00:29:54
Gastvrouw: Tussen dienst en beroeps: hoe is dat gegaan? Want u was op een gegeven moment klaar met uw diensttijd, en toen?
00:29:54 - 00:30:00
Fred Kerkhof: Nee, zo was het niet helemaal. We hadden het er net over dat ik het best wel leuk vond, die kameraadschap en dergelijke.
00:30:00 - 00:30:00
Gastvrouw: Ja.
00:30:00 - 00:30:45
Fred Kerkhof: Op een gegeven moment ga je steeds verder die opleiding in, je krijgt wat meer te weten van die tank. Het bleek dus dat ze te veel mensen hadden opgeroepen voor die AMX-13 tank. Ze hadden tien mensen opgeroepen en er zou 30/40 procent afvallen. Er viel niemand af. Dus wij bleven met ze tienen over, maar daar waren maar zes plekken. Toen moesten wij bij de baas komen, bij ritmeester Severs en hij vertelde tegen drie van ons, waar ik er één van was, dat wij niet verder konden, want wij moesten weg. Ik zei: "Waarom dat? Wij doen toch hartstikke ons best?" "Ja, dat doen jullie wel, maar jullie gaan ergens anders heen." Ik zei: "Waarom dat dan? Maar we willen graag." "Daar valt niemand af, en we hebben gekeken wie er nog geen mutatie heeft gehad." Mutaties is dat je last hebt gehad van je been of wat anders, en naar een dokter ben geweest.
00:30:46 - 00:31:20
Fred Kerkhof: "Julie hebben geen mutatie gehad voor lopen en jullie kunnen heel goed lopen. Dus jullie gaan naar de infanterie." " We gaan naar de infanterie?" "Ja, jullie gaan naar Ermelo naar de SROKI, de School Reserve Officieren en Kader Infanterie en je wordt sergeant bij de infanterie." En ik dacht: wat zonde, want ik vond die tank geweldig. We hadden een opleiding op die tank gehad. Het was wel een heel klein tankje vergeleken bij die anderen, de grootste tank, toentertijd was een Centurion. Dat was een heel groot, lomp ding en je had dan de Leopard 1 tank. Dat was een redelijke, middelzware tank en ik zat op een heel klein tankje. Als je 'Hallo hallo' kijkt, zo'n tankje van die oude Duitser. Dit was een AMX-13 tankje en werd ook wel een pistool op rolschaatsen genoemd.
00:31:20 - 00:31:52
Fred Kerkhof: Als de loper aan de zijkant zou schieten, dan zou die omvallen. Zo erg was dat. Maar dat vond ik echt wel mooi, maar we moesten naar de infanterie. Dus ik ben bij de infanterie terechtgekomen. Ik ben opgeleid als sergeant. Het was in één keer een heel ander soort werk, maar nog steeds leuk. Ik vond het best wel grappig, ik wou eigenlijk wel beroeps worden. Ik dacht: dat lijkt me wel grappig, dus ik had dat gevraagd. Ik zei: "Kan ik ook beroeps worden?" "Ja, dan moet je naar een bureautje in Arnhem, en dan moest je dan vertellen dat je beroeps wilde worden." Dus ik ging daarnaartoe en zei: "Ik wil graag beroeps worden."
00:31:52 - 00:31:53
Gastvrouw: Als een soort sollicitatie.
00:31:53 - 00:32:29
Fred Kerkhof: Ja, een soort sollicitatie. Het was een soort bureau, een soort banen winkeltje waar je dan naartoe kan om beroeps te worden. Ik kreeg een heel goed gesprek met die mensen die er zaten, en ik was uitermate geschikt om dat te worden, dacht ik. Dus hij zei: "Dat kan wel. Je kan wel beroeps worden." Ik zei: "Dat is mooi." Toen gingen ze naar mijn gegevens: "Hey, wacht eens even. Jij bent 22 jaar oud." Ik zei: "Ja." "Maar dat kan dan niet, dan ben je te oud." Ik zei: "Hoezo?" "Bij de KMS nemen we geen mensen aan van 22 jaar, dat is hooguit tot de twintigste." Ik zei: "En nu?" "Dan kan je geen beroeps worden." Dat was best een domper, want ik wilde toen graag beroeps worden, maar dat kon dus niet, want ik was te oud.
00:32:30 - 00:33:00
Fred Kerkhof: Ik dacht: shit. Op een gegeven moment ga je naar die infanterie en ik ben toen bij de Infanterie Beveiligings Compagnie terechtgekomen bij 425 van Heutsz in 't Harde. Daar moest ik dan met soldaten werken, wat ook hartstikke leuk was. Echte pure infanterie werk, maar ik vond het nog steeds leuk. Ik dacht: ik kan hier die achttien maanden voortbrengen, maar eigenlijk vind ik dit zo leuk. Ik wil het wat langer doen. Er was toen de mogelijkheid om kort verband vrijwilliger te worden, dat wilde zeggen dat je voor vier jaar tekende. Je kreeg het salaris van een beroeps, dus meer dan een dienstplichtige.
00:33:00 - 00:33:00
Gastvrouw: Oké.
00:33:00 - 00:33:41
Fred Kerkhof: Dat was hartstikke leuk. Alleen na vier jaar kreeg je een premie van ongeveer een jaarsalaris wat je aan premie meekreeg. Dat is best veel geld. Ik dacht: dat vind ik ook wel leuk, want dan heb ik toch een leuke tijd. Dus ik zei tegen mijn baas: "Ik wil wel KVV'er worden." "Dan moet je naar de Banenwinkel in Arnhem." Ik zei: "Oh, die ken ik al, dan ga ik daar naartoe." Ik ging keurig en netjes naar die Banenwinkel toe. Ik zei: die en die, ik wil graag KVV'er worden. Hij had alles genoteerd, ze buiten mij geschikt, en toen zeiden ze: "Waarom wil je geen beroeps?" Ik zei: "Ik ben hier een half jaar geleden geweest, toen was ik 22 en toen was ik te oud. En ik mocht geen beroeps worden. Nu zeg je: waarom geen beroeps? Ik ben niet jonger geworden, ik ben ouder geworden."
00:33:41 - 00:33:47
Fred Kerkhof: "Ja, maar nu ben je sergeant, en dan ben je al onderofficier en dan mag je tot je vierentwintigste." Ik dacht: top!
00:33:47 - 00:33:48
Gastvrouw: Had dat dan eerder gezegd.
00:33:48 - 00:34:26
Fred Kerkhof: Ik zei: "Kan ik dat dan nu nog veranderen?" "Ja hoor, dat kan." Ik had toen daar de ter plekken gesolliciteerd en de formulieren ingediend. In september '76 mocht ik naar de Koninklijke Militaire School in Weert om daar opgeleid te worden tot sergeant. Vervolgens moet je daar gaan bepalen welke kant je op wil, dan moest je bij een adjudant komen. Een adjudant was toen een heel belangrijke man. De hoogste onderofficier op de KMS, daar keek iedereen tegenop. Er was de personeelsman en hij ging dan vragen wat jij wilde. Ik was heel duidelijk: ik wilde naar de cavalerie. Hij zei: "Dat is mooi, één is cavalerie, en wat is de tweede waar je naartoe wil?" Ik zei: "Ook cavalerie." "En de derde dan?" Ik zei: "Ook cavalerie."
00:34:28 - 00:34:58
Fred Kerkhof: "Waarom dat, dan?" Ik zei: "Ik heb bij het Amersfoort gezeten, ik heb een tankopleiding gehad. Dat vond ik het mooiste wat er was, dat wil ik graag weer gaan doen." Hij zei: "Vriend, maar dat gaan we niet doen. Je hebt bouwkunde gestudeerd en jij gaat naar de genie, want daar hebben we jou nodig." Ik zei: "Ik heb een verassing voor je, ik ga niet naar de genie." Het mooie was, in die periode dat je op de KMS zat, dan had je aan het einde van die KMS-periode een beroepssalaris gehad. In die tijd kon je zeggen: dat doe ik niet, ga ik weg. Dan had je toch nog leuk verdiend en had je meer verdient dan dienstplichtigen. Ik riep: "Schoppen jullie mij er maar uit, want dat ga ik niet doen."
00:34:58 - 00:35:18
Fred Kerkhof: Toen moest ik eruit, moest ik op de gang wachten en even later mocht ik weer naar binnen. Hij zei: "Wij hebben het goed gemaakt, je mag naar de infanterie. Je bent ook infanterist geweest, je mag naar de infanterie." Ik zei: "Volgens mij heb ik niet goed verteld wat ik wilde. Ik wil naar de cavalerie, anders ga ik het niet doen." Dan moest ik er weer uit. Even later mocht ik weer naar binnen en toen werd ik goedgekeurd voor de cavalerie, en mocht ik naar de cavalerie.
00:35:18 - 00:35:19
Gastvrouw: Voet bij stuk houden.
00:35:19 - 00:35:26
Fred Kerkhof: Als je voet bij stuk houdt, komt het allemaal goed. Dus zo ben ik beroeps geworden bij de cavalerie.
00:35:26 - 00:35:26
Gastvrouw: Oké.
00:35:26 - 00:36:09
Fred Kerkhof: Het belangrijkste was daar een stuk vorming. Ze hebben me daar wel gevormd als onderofficier. Beter dan toen ik in de dienstplichttijd zat, want dat was wel anders. In de dienstplichttijd wist iedereen wel dat je daar zat omdat je moest en nu wilde jezelf. Dan moest je er ook wat voor doen. We waren intussen al wachtmeester-titulair. Je zag eruit als een onderofficier, maar je was het nog niet echt. Zo werd er ook naar je gekeken door oudere onderofficieren, want je begint net. Je bent net een puppy en dat was ook helemaal niet erg. Maar je voelde je wel al wachtmeester. Je kwam bijvoorbeeld, de onderofficiersmess binnen, en dan dacht je even aan het tafeltje te gaan zitten. Daar werd je zowat vanaf geslagen door de oude adjudanten, dat was hun tafel, daar mocht je helemaal niet zitten, want als jonge hond mocht je ergens achterin zitten, maar daar nog helemaal niet. Het was een hele andere tijd.
00:36:10 - 00:36:19
Fred Kerkhof: Die vijftien maanden, dat was geweldig! Daar leerde je echt heel veel aan het leiding geven, maar ook aan het wapen-technische gedeelte van de cavalerie: tanks, verkenningsvoertuigen, eigenlijk alles. Echt heel leuk.
00:36:20 - 00:36:23
Gastvrouw: Je bent uiteindelijk toch op uw eigen plek terechtkomen waar u heel graag heen wilde.
00:36:23 - 00:36:24
Fred Kerkhof: Ja, zeker wel. Precies.
00:36:24 - 00:36:26
Gastvrouw: Dat is echt wel heel wat.
00:36:26 - 00:36:53
Fred Kerkhof: Maar ik weet ook niet of ik het anders had volgehouden. Ik heb mij altijd voorgenomen... Ik moet niet zeggen altijd, want dat is overdreven. Maar zeker in mijn latere periode, wilde ik alleen maar dingen doen die ik leuk vond. Dat is een tip die ik iedereen wil meegeven: doe alleen de dingen die je leuk vindt, want je kan ergens wel veel geld verdienen, maar als je dingen doet die niet leuk zijn, dan word je daar niet gelukkig van. Ik heb altijd voorgenomen dingen te doen die ik leuk vind. Ik heb die 38 jaar bij defensie alleen maar gedaan omdat ik het leuk vond, anders had ik het niet gedaan.
00:36:53 - 00:36:55
Gastvrouw: U heeft natuurlijk heel veel geleerd in uw diensttijd.
00:36:55 - 00:36:56
Fred Kerkhof: Ja.
00:36:56 - 00:36:58
Gastvrouw: Onverwacht, want u had er geen zin in.
00:36:58 - 00:36:58
Fred Kerkhof: Precies.
00:36:58 - 00:37:39
Gastvrouw: Tegenwoordig hebben wij iets wat het Dienjaar heet en in die jaar kunnen jongeren kennismaken met defensie, meer over hunzelf te weten komen en zichzelf ontwikkelen. In dit jaar krijgen ze een opleiding en gaan ze aan het werk bij één van de krachtsmachtsdelen van defensie. Ik wil het hier even met u over hebben, want het is iets wat heel erg lijkt op de dienstplicht van vroeger. Maar alleen is dit iets waar jongeren zichzelf voor op kunnen geven en een tussenjaar nemen, in die zin om meer aan hunzelf te werken en meer over hunzelf te leren kennen. Wat vindt u daarvan?
00:37:39 - 00:38:24
Fred Kerkhof: Ik vind het van beide kanten slim, denk ik, wat er gebeurt. We hebben op een gegeven moment, eind jaren '80, beginjaren '90, zijn we overgegaan van dienstplichtenleger, naar een beroepsleger. Ik moet zeggen dat ik daar in het begin best wel moeite mee had. En hoe kwam dat? Omdat ik in Duitsland ook heel veel te maken had met Engelse militairen, omdat wij in de Engelse sector zaten. Dat was een beroepsleger. In Engeland was het zo, als je een beetje ondeugend was geweest, dan kon je kiezen: of je ging de gevangenis in of je ging voor een paar jaar als beroeps het Engelse leger in. Wij hadden daar te maken met Engelse beroepsmilitairen die nu niet de beste brave mensen waren die je zou willen verwachten: vechtersbazen en dat soort dingen.
00:38:24 - 00:38:49
Fred Kerkhof: Daar zaten we helemaal niet op te wachten. Dienstplicht toentertijd, dat waren mensen die uit alle lagen van de bevolking, van ingenieur tot boer, daar zat alles tussen. Die kon je kneden en deden precies wat je wilde, en ze waren nog goed ook, want we wonnen de ene wedstrijd na de andere. Of het nu schietwedstrijden waren of het waren andere wedstrijdbeoefeningen. We waren echt vreselijk goed, ondanks het feit dat heel veel buitenlandse beroepslanden zeiden: die gasten met dat lange haar, die kunnen helemaal niks. Dat viel dus heel erg tegen.
00:38:49 - 00:39:27
Fred Kerkhof: In het begin had ik er best wel moeite mee dat wij over zouden gaan naar een beroepsleger. En ik moet zeggen: toen het eenmaal geworteld was en ik had meegemaakt hoe die beroepsmilitairen daadwerkelijk waren en veel meer tijd konden besteden aan het vaktechnische als dat je kon bij dienstplichtigen, dat ik eigenlijk een groot voorstander was van het beroepsleger. Sterker nog, dat enorme tekorten ontstaan, duizenden militairen tekort. En ja, we nemen wel burgers aan bij defensie, maar het verschil tussen een burger en een militair is toch wat anders. Zeker als je gaat praten over operationaliteit. Als je mensen wil gaan inzetten voor acties, dan kan je makkelijker een militair inzetten. Die is ook beter geschikt voor hetgeen wat hij of zij moet doen, dan dat je daar een burger voor gebruikt.
00:39:27 - 00:40:12
Fred Kerkhof: Moet je die burgers niet hebben? Ja, die moet je wel zeker hebben, maar dat is 'en- en'. Je hebt ook de mensen, the boots on the ground nodig die wat kunnen. Als je dan te weinig hebt, dan moet je gaan kijken hoe je dat dan wil. De wereld is er niet veel beter op geworden. Als je gaat kijken na het vallen van de Muur in 1989, dan dacht iedereen dat het allemaal wel beter zou worden, maar dat was niet zo. Je zag dat er overal - nog steeds - oorlogen blijven ontstaan. We hebben Bosnië gehad, vlakbij. We hebben het nu over Oekraïne, 1.200 kilometer hiervandaan. Enorme oorlog, Gaza, Palestina, Iran. Je kan het allemaal opnoemen. De ellende zit vol in de wereld. Maar wat moet je dan? We hebben heel veel ingeleverd de afgelopen jaren, omdat wij dachten dat die wereld zo veilig werd als vredesdividend.
00:40:12 - 00:40:41
Fred Kerkhof: Defensie is uitgekleed tot op het bot. En één van de dingen... Wij hebben tankbataljons. We hebben het net gehad over de cavalerie. Cavalerie was mijn lust en mijn leven, maar in mijn hoogtijdagen hadden wij 1.000 tanks. We hebben er nu geen één. We hebben er achttien die we lenen van Duitsland of leasen van Duitsland, hoe je het noemen wil. We hebben geen echte tanks meer, dus daar is best wel een hele hoop uitgekleed. Het enige wat we wel hebben, zijn vreselijk goede militairen, alleen veel te weinig, veel en veel te weinig. Dan moet je wat. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Je kan zeggen van: we gaan weer terug naar de dienstplicht.
00:40:42 - 00:41:16
Fred Kerkhof: Terug naar de dienstplicht is niet helemaal juist, want de dienstplicht, die bestaat nog steeds. Alleen de opkomstplicht is afgeschaft en niet de dienstplicht, dus die hebben we nog steeds. Maar je kan ook kijken naar andere oplossingen. Enige tijd geleden zijn er dan wat enquêtes geweest waarbij er gevraagd was of mensen bereid zijn om bijvoorbeeld, een jaar lang te dienen om te kijken of defensie wat voor ze is. Het dienjaar waar jij het over hebt, bijvoorbeeld. Als ik het goed heb, zijn er nu 75 mannen en vrouwen die daadwerkelijk daarmee bezig zijn. Maar we willen naar veel meer. Ik denk dat het wel een oplossing kan zijn.
00:41:16 - 00:41:40
Fred Kerkhof: Het voorbeeld wat ik je net gaf, dat ik eigenlijk als dienstplichtige helemaal de dienst niet in wilde, maar pas merkte hoe leuk het was toen ik erin zat, zou je hier misschien ook wel bij een aantal mensen kunnen bereiken. Zodat mensen die aan dat Dienjaar hebben deelgenomen, zeggen: maar dat is leuk. Ik wil juist wel langer blijven zitten. Ik ben nu soldaat, of ik zit bij luchtmobiel, of ik rij op een pantservoertuig, ik ben verkenner, of ik doe iets in de logistiek, maar ik wil zo meteen een kaderfunctie hebben erin. Dus ik ga verder.
00:41:40 - 00:41:48
Fred Kerkhof: Kijk, als je dat kan bereiken, denk ik dat het heel goed is. Het is een prima tussenstap. Ik ben wel een groot voorstander van het Dienjaar.
00:41:48 - 00:41:55
Gastvrouw: Ja, want het biedt wel een goede kans om in een korte tijd heel veel te kunnen doen binnen defensie.
00:41:55 - 00:41:55
Fred Kerkhof: Absoluut.
00:41:55 - 00:42:22
Gastvrouw: Het maakt het best wel aantrekkelijk voor jongeren om in dat jaar... Wat heel veel jongeren tegenwoordig doen, is een tussenjaar nemen, omdat ze na hun havo, vwo, vmbo niet weten wat ze willen doen. En dan is zo'n tussenjaar makkelijk te vullen met een vakantie, een wereldreis, een bijbaantje in de horeca. Maar je kan dus ook zo'n jaar gebruiken om echt waardevolle inzichten over jezelf en over bijvoorbeeld, een baan bij defensie te kunnen krijgen.
00:42:22 - 00:42:23
Fred Kerkhof: Absoluut.
00:42:23 - 00:42:28
Gastvrouw: Of daarnaartoe te kunnen werken. Überhaupt oriënteren bij de defensie. Wat mist u het meeste aan uw diensttijd?
00:42:30 - 00:42:59
Fred Kerkhof: Wat mis je het meeste? Ik heb al gezegd: de kameraadschap die je bij defensie hebt, is uniek. Ik heb dat nergens anders meegemaakt en ik heb best wel andere banen gehad, maar ik heb het nergens anders zo meegemaakt zoals bij de defensie. Dat is dan die kameraadschap, echt samen dingen doen. Wij staan samen voor een job. Bij sommige andere banen heb je dat niet, daar sta je er vaak alleen voor. Is dat verkeerd? Helemaal niet, want ook daar leer je van. Maar het is wel anders. Dus die kameraadschap is wat ik het grootste gemis vind bij andere banen in de burgermaatschappij.
00:42:59 - 00:43:05
Gastvrouw: Als je nu iets mee zou mogen geven aan de jeugd van tegenwoordig, wat zou je dan meegeven?
00:43:05 - 00:43:36
Fred Kerkhof: De belangrijkste boodschap heb ik al in het begin gezegd: ga de dingen doen die je leuk vindt, want dat vind ik het belangrijkste. Het is niet zozeer het geld verdienen. Natuurlijk, je moet een bestaan opbouwen, je moet zorgen dat je geld hebt, maar geld is niet alles. Je moet zorgen dat je gelukkig wordt. En gelukkig kan je onder andere worden door dingen te doen die je leuk vindt. Natuurlijk zijn er mensen die zeggen van: de dienst is niks voor mij. Prima, dan moet je dat ding doen wat je wel leuk vindt. Als jij zegt van: luister, ik word helemaal gelukkig van het werken met computers of met computerprogramma's, of als ik met mijn handen kan werken in de bouw, moet je dat lekker gaan doen.
00:43:36 - 00:43:46
Fred Kerkhof: Maar er zijn heel veel mensen die niet weten wat ze doen. En daar had je het net over. Als je dan die gelegenheid krijgt om bijvoorbeeld, zo'n Dienjaar te doen om te kijken of defensie misschien toch wat voor je is, zou ik het zeker proberen.
00:43:46 - 00:43:50
Gastvrouw: Voor het laatste stukje van deze aflevering heb ik wat vragen. Die liggen hier allemaal.
00:43:51 - 00:43:51
Fred Kerkhof: Oh, jeetje. Ik dacht al: wat zijn dat voor lootjes?
00:43:51 - 00:44:05
Gastvrouw: Het zijn allemaal verschillende geheime vragen en lootjes. Er staan allemaal vragen op en het zijn allemaal leuke vragen, dus ik zou zeggen: pak er eentje en lees hem voor.
00:44:05 - 00:44:55
Fred Kerkhof: Nu weet ik natuurlijk niet wat ik ga openmaken. Dat maakt het wel heel spannend. Welk bizar gebruik of traditie in het leger begreep je aanvankelijk helemaal niet? Dat zijn er heel weinig. Traditie is iets wat je van overlevering meekrijgt en wat dan een aantal keren gedaan wordt. Ik maak het altijd wat makkelijker. Ik roep altijd: iets wat je twee keer gedaan hebt en wat leuk is, daar moet je onmiddellijk een traditie van maken. En bij het leger heb je heel veel tradities. Ik draai hem om. De mooiste traditie die ik vind, is als wij een regimentsdiner hebben. Dat is een diner door alle rangen heen. We hebben een diner voor de soldaten, soldatencorporaal, voor de onderofficieren en voor de officieren bij ons bij het regiment.
00:44:55 - 00:45:34
Fred Kerkhof: En de mooiste traditie die daar is, is dat er altijd een tafel staat, wit gedekt met een stoel, met een omgekeerd glas, met zout op de tafel, een kaars die uit is en een roos, en die is voor de militairen die niet meer onder ons zijn. En die willen we mee laten vieren met wat wij doen in dat regimentsdiner, en dat is zo'n verschrikkelijk mooie traditie. Je zou het bizar kunnen noemen, maar ik vind het zo'n verschrikkelijk mooie traditie. Die heb je nergens anders. Die heb je alleen bij ons. Die vind je niet in de burgermaatschappij. Dat mee laten genieten en het herdenken van die collega's van je die er niet meer zijn, dat zou voor mij de mooiste traditie zijn.
00:45:34 - 00:45:40
Gastvrouw: Het is een soort ongeschreven iets. Jullie weten allemaal, als jullie dat zien staan, waar dat voor staat.
00:45:41 - 00:46:16
Fred Kerkhof: Ja, maar dat is pas sinds kort, want vroeger was dat niet. In mijn begintijd was dat niet. Ik ben dat pas de laatste tien jaar tegengekomen. Het is een traditie die overgenomen is van het Engelse leger. Het Engelse leger is daar ooit mee begonnen en daar is ooit iemand geweest die zei: "Dat is een mooie traditie. Die gaan wij ook doen." Ik zeg: een traditie is iets wat je iedere keer herhaalt en dat doe je hier dus ook. Dat vind ik vreselijk mooi. En zo zijn er meer tradities. We hebben de traditie bij ons regiment, dat er aan het begin van zo'n diner... Als ik het toch over zo'n diner heb, dan heb je het over feestjes en partijen. Daar gebeuren vaak veel tradities, omdat als je in het veld bent, je wat minder tijd hebt voor tradities, want dan ben je je werk aan het doen.
00:46:17 - 00:47:03
Fred Kerkhof: Er worden er bijvoorbeeld, drie kaarsen aangestoken: een rode, een blauwe en een witte, of een rood en wit, en een blauwe. Eentje door de oudste familielid van het regiment waar ik deel van uitmaak. Ik maak deel uit van het Regiment Huzaren van Boreel, en de oudste nazaat is de Jonkheer van Boreel. Hij steekt een kaars aan. De regimentscommandant, dus de basis van het regiment, - als je dat zo mag noemen- en de oudste reservist steekt een kaars aan. Allemaal met als idee van de verbondenheid die je dan samen hebt. Daar heb ik het iedere keer over, die kameraadschap en die verbondenheid, die kom je in ieder wapendienst-vak tegen. Niet alleen bij de cavalerie, bij het regiment, maar ook bij de Genie, bij de infanterie, overal. Die vind ik zo verschrikkelijk mooi en die tradities moet je koesteren.
00:47:03 - 00:47:24
Gastvrouw: Goed, dit was hem weer voor deze aflevering. Fred, heel erg bedankt voor het delen van uw verhalen en ervaringen! Ik vond het echt onwijs interessant om te horen hoe de diensttijd voor u is geweest. Ben jij nou benieuwd naar nog meer verhalen uit de diensttijd, dan heb ik nog goed nieuws voor je. Namelijk, volgende week donderdag staat er weer een gloednieuwe aflevering online op jou te wachten. Dit was hem voor. Groetjes!