Mijn Missie - S01 / E104

Legergroene Herinneringen: Van Groningse Roots tot Duitse Tanks

In deze aflevering van Legergroene Herinneringen spreken we met Pieter, die een deel van zijn diensttijd doorbracht in Duitsland. Pieter vertelt over zijn avonturen op Langemannshof, de kameraadschap met medesoldaten en zijn ervaringen met de Amerikaanse en Britse legers. Hij deelt ook zijn kijk op discipline en wat zijn diensttijd voor zijn latere leven betekende.

Over Legergroene Herinneringen

‘Ik ging met tegenzin, maar heb de tijd van mijn leven gehad’, ‘De kameraadschap die je bij defensie hebt, is uniek’, ‘Je kan meer dan je denkt’ en ‘Leidinggeven doe ik nog steeds volgens de dingen die ik heb geleerd via de instructiekaart’. Het is maar een kleine greep uit de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen die geïnterviewd zijn voor de podcastserie Legergroene Herinneringen.

In die podcast belichten we niet alleen de geschiedenis van de dienstplicht maar besteden we vooral aandacht aan de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen.

---

Transcriptie

00:00:00 - 00:00:19

Interviewer 1: Hallo allemaal. Welkom bij Legergroene Herinneringen. In deze podcast gaan we de komende weken in gesprek met oud-dienstplichtigen over hun diensttijd. De hoogtepunten, maar ook de dieptepunten en de levenslessen die uit deze tijd stammen worden hier aan het licht gebracht. Ik zit hier vandaag met Pieter en hij zat in het buitenland in dienst. Goedemiddag, Pieter.


00:00:19 - 00:00:19

Pieter: Goedemiddag.


00:00:19 - 00:00:22

Interviewer 1: Leuk dat u er bent.


00:00:22 - 00:00:23

Pieter: Dank je.


00:00:23 - 00:00:34

Interviewer 1: We gaan vandaag in gesprek over jouw diensttijd, want jij hebt in het buitenland een deel van je dienst vervuld.


00:00:34 - 00:00:41

Pieter: Een deel van mijn diensttijd heb ik in Duitsland vervuld. In Langemannshof op de Lüneburger Heide in Duitsland.


00:00:41 - 00:00:49

Interviewer 1: We gaan beginnen bij het begin, want je werd opgeroepen.


00:00:50 - 00:01:15

Pieter: Dat zat eraan te komen, want de dienstplicht was nog in volle gang in mijn periode. Je wist op een gegeven ogenblik dat je ergens een keer een oproep zou krijgen voor dienstplicht. Op een dag viel de oproep voor een keuring in de bus.


00:01:16 - 00:01:17

Interviewer 1: Wie vond hem als eerst?


00:01:19 - 00:01:30

Pieter: Ik geloof dat die tussen de post zat en dat mijn moeder zei van: volgens mij moet jij je gaan melden. Ik zei van: dat is fraai, dus dat hebben we gedaan.


00:01:31 - 00:01:33

Interviewer 1: Was jij toen nog bezig met school?


00:01:33 - 00:02:11

Pieter: Ik zat op de mts in Appingedam. Ik woonde in Delfzijl. Ik deed de opleiding Werktuigbouw en dat was in volle gang. Ik was ook in volle gang met mijn jeugd, dus een beetje flierefluiten en allerlei dingen doen. Ik was nogal cultureel gearrangeerd, dus ik deed allerlei dingen. Toen die oproep binnenkwam voor de keuring was het wel even een mindset van: dit zit aan de horizon eraan te komen.


00:02:13 - 00:02:15

Interviewer 1: Had je enige tegenzin, of dat niet?


00:02:15 - 00:02:37

Pieter: Ik kan niet zeggen dat ik tegenzin had, maar ik wist niet helemaal wat ik ervan moest verwachten. Je zit in een redelijke vriendenbubbel met al je vrienden, schoolmaatjes en dat soort dingen. Ik had geen tegenzin, maar ik heb het over me heen laten komen.


00:02:40 - 00:02:43

Interviewer 1: Werden al je vrienden om je heen ook allemaal opgeroepen of was je de enige?


00:02:43 - 00:03:19

Pieter: Als je uit Delfzijl komt, heb je een grote kans dat je vrienden hebt die op de Zeevaartschool zitten. Die jongens gingen op een gegeven ogenblik varen. Die hadden stages en die hoefden niet in dienst, omdat ze die stages hadden en naar de Zeevaartschool gingen. Ik geloof dat twee van mijn vrienden naar de marine zijn gegaan, maar voor de rest niet. Daarna had ik vrienden die ook in dienst moesten en die de oproep ook hadden gehad.


00:03:20 - 00:03:22

Interviewer 1: Jij moest eerst nog je school afmaken?


00:03:24 - 00:04:30

Pieter: Ja, en dat ging niet zo vlot. Ik heb er twee jaar langer over gedaan. Het eerste jaar ging vrij vlot mis en toen heb ik het weer opnieuw gedaan. Naarmate de schooltijd vorderde kwam de oproep om in dienst te gaan, dus de dienstoproep. Ik zou in '84 in dienst moeten, maar ik zat nog volop in mijn studie en die duurde wat langer. Ik zou mijn school niet kunnen afmaken als ik in '84 in dienst zou moeten. Ik heb destijds een brief geschreven naar Ministerie van Defensie, want ik wist dat er een mogelijkheid was om uitstel te krijgen. Die uitstel heb ik ook gekregen. Er staat keurig netjes in de brief 'bij hoge uitzondering', maar dat zullen ze wel meer gezegd hebben. Toen mocht ik dus in '86 opkomen, dus in september '86. Lichting 86-5 ben ik dan opgekomen.


00:04:31 - 00:04:37

Interviewer 1: Met die keuring waren er veel mensen die deden alsof ze iets mankeerden.


00:04:38 - 00:05:32

Pieter: Dat zijn altijd de verhalen van de S5, je gek verklaren, niet tegen prikken kunnen en dat soort dingen. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik dat zelf niet heb gezien toen ik voor de keuring ging. De verhalen gingen wel rond. We waren een stelletje nuchtere Groningers bij elkaar van: stel je niet aan. Je gaat voor die keuring. Als je wat mankeert dan mankeer je wat, dan komen ze daar wel achter en dan vertellen ze het wel. Dat hoef je niet nep te doen, dat is geen probleem. Achteraf heb ik in mijn vriendenkring gehoord dat iemand absoluut niet in dienst wilde. Die heeft om vervangende dienstplicht gevraagd.


00:05:32 - 00:05:34

Interviewer 1: Wat heeft hij uiteindelijk dan gedaan?


00:05:34 - 00:05:35

Pieter: Hij heeft in een bibliotheek gezeten.


00:05:38 - 00:05:41

Interviewer 1: Heb je dan zoiets van: lafaard, waarom heb je het niet gewoon gedaan?


00:05:41 - 00:06:00

Pieter: Nee, helemaal niet. Iedereen heeft zijn redenen voor wat hij wil en doet. Ik heb daar nooit bezwaren tegen gehad. Je moet het gewoon aanpakken.


00:06:00 - 00:06:01

Interviewer 1: Iedereen moet zelf weten hoe ze het doen?


00:06:01 - 00:06:01

Pieter: Ja.


00:06:05 - 00:06:12

Interviewer 1: Oké. Op een gegeven moment had je je school afgerond en toen was het tijd voor de dienst?


00:06:12 - 00:06:14

Pieter: Ja.


00:06:14 - 00:06:16

Interviewer 1: Waar ging je toen heen?


00:06:16 - 00:07:05

Pieter: Naar Blerick, in de Willem Frisokazerne. Er staat geloof ik nog een gedeelte van in Blerick. Ik zie het af en toe nog op Facebook voorbijkomen. Vanuit Delfzijl kreeg ik een treinkaartje en kon ik me gaan melden. Er stond in de brief dat ik niet verder mocht reizen dan het NS-station in Blerick. Alsof je nog plannen had om door te reizen naar Maastricht, dus dat zat er niet in, want ik mocht niet verder. Daar hield het ook wel op. Daar stond de kazerne en konden we ons gaan melden. Daar heb ik mijn uitrusting en opleiding gekregen, de basisopleiding soldaat. In primair is het de rijopleiding waarvoor ik daarnaartoe werd gestuurd.


00:07:06 - 00:07:08

Interviewer 1: Hoe was die rijopleiding?


00:07:08 - 00:08:01

Pieter: De rijopleiding was op zich plezierig. We hadden een fantastische korporaal die ons rijles gaf, dat kan ik me nog herinneren. Ik had liever vrachtwagenrijles gedaan, want ik werd op de Landrover gezet. Ik had mijn burgerrijbewijs al, want ik was de achttien al gepasseerd. Ik heb toen mijn rijbewijs gehaald. Achteraf had ik even moeten wachten tot mijn diensttijd, want dan had ik het gratis kunnen halen, maar dat weet je van tevoren niet. Ik had liever geswitcht naar de vrachtwagen, maar de Landrover was prima. Ik heb veel terreinrijden gedaan, dus dat neem ik nu nog mee in de hobby.


00:08:02 - 00:08:08

Interviewer 1: Als je een rijbewijs hebt en je gaat de dienst in, waarom moet je dan nog een keer je rijbewijs halen?


00:08:08 - 00:08:10

Pieter: Dat is een goede vraag.


00:08:10 - 00:08:12

Interviewer 1: Daar is zeker geen antwoord op?


00:08:12 - 00:08:12

Pieter: Nee.


00:08:12 - 00:08:16

Interviewer 1: Dat is wel jammer.


00:08:19 - 00:08:48

Pieter: Je diensttijd bestaat niet uit alleen maar rijden in de Landrover. Je komt op en moet een soldaat worden. Daar zitten allerlei lessen in, zoals: discipline, marcheren en noem maar op. Je zit erin om jou tot een soldaat te maken, dus daar ben je dan druk mee de eerste drie of vier maanden.


00:08:48 - 00:08:50

Interviewer 1: Dus het was niet alleen maar rondjes rijden en rijlessen?


00:08:50 - 00:08:54

Pieter: Nee.


00:08:55 - 00:08:58

Interviewer 1: Wat stond na die rijopleiding toen op de planning?


00:08:58 - 00:09:46

Pieter: Ik kreeg toen een dienstvak toegewezen, dus je werd dan uitgezonden naar het onderdeel waar je naartoe zou moeten gaan. Ik kreeg een zwarte baret, dus dat betekent dat ik naar de Cavalerie Huzaren zou gaan. Ik ben ook Huzaren dienstplichtig soldaat en dat hou ik nog steeds altijd omhoog. Dat vind ik wel belangrijk. Voor mijn dienstvak zou ik wapenhersteller worden. Ik werd naar de Du Moulinkazerne gestuurd tussen Amersfoort en Utrecht. Daar heb ik zo'n beetje twee maanden lang mijn wapenopleiding gedaan.


00:09:49 - 00:09:52

Interviewer 1: Dacht je toen je daar bijvoorbeeld aankwam van: die en die ken ik nog wel?


00:09:53 - 00:11:16

Pieter: Nee, want daar is Defensie wel goed in. Defensie is goed in het mengen van mensen, want dat is één van de dingen die je gelijk meeneemt. Ik kwam als jongen uit Delfzijl en was niet wereldvreemd. Ik ging ook op vakantie naar het buitenland, maar de kring waarin je in zit is vrij beschermend. Het zijn je vrienden. Je kent je vrienden en vriendinnen. Dan kom je in Blerick aan op de rijopleiding en dan sta je tussen Hagenezen, Amsterdammers en Rotterdammers. Daar sta je dan als Groninger boerenlul zo van: ik dacht dat ik wat van de wereld had gezien. Die jongens konden er ook wat van. Met die mengelmoes kom je dan samen en moet je samen dingen gaan oplossen. Dat was les nummer één. In je verdere opleiding slaat die hele groep weer uit elkaar en dan kom je weer op de nieuwe kazerne. Dan begint het hele riedeltje weer opnieuw. Je kunt leren om met iedereen samen te werken.


00:11:16 - 00:11:25

Interviewer 1: Precies. Dat wordt je op die manier mooi aangeleerd en niet zoals bijvoorbeeld op school, want daar ga je altijd bij je vrienden of vaste clubje zitten.


00:11:25 - 00:12:13

Pieter: Absoluut. Defensie was er destijds goed in om je behoorlijk uit je comfortzone te halen. Dat merk je pas later, want eerst denk je van: wow, wat overkomt me nu weer? Wat is dit voor groep? Je bent onzeker en weer met twaalf man op een zaal. Gesnurk van die en geklets van die ander. Elke scheet hoor je en dan ebt dat een klein beetje af totdat je naar je eigen kamer wordt toegewezen. Daar zit je met vier man op een kamer, maar je moet die kamer wel schoonhouden en daar zit een bepaalde discipline in. 'S ochtends moet je je melden, je hebt een kamerhoofd, enzovoort. Dat wordt er goed ingeslagen.


00:12:13 - 00:12:15

Interviewer 1: Wist je toen al dat je naar Duitsland ging?


00:12:16 - 00:13:10

Pieter: Dat is een mooi verhaal, want ik wist niet dat ik naar Duitsland zou gaan. Voordat ik in dienst ging, had ik een oudere vriend en die zat een klas hoger dan ik. We waren samen gestart, maar ik ben blijven zitten, dus hij zat inmiddels een klas hoger. Die jongen had zijn oproep voor diensttijd al gehad en die kwam ik in Delfzijl tegen. Op een gegeven ogenblik zegt hij van: moet jij nog in dienst? Ik zeg: "Ja, ik moet nog in dienst." "Oké", zegt hij. Hij zei van: ik zit in Duitsland en dat bevalt me hartstikke goed. Toen zei ik van: waar zit je dan? Ik zei: "Op één of andere grote kazerne?" "Nee", zegt hij. "Ik zit op Langemansshof. Dat is hartstikke mooi. Een kleine kazerne met twee mannen op een kamer." Ik zeg: "Wow, dat lijkt me wel wat." In Delfzijl, Hamburg, dus die route van Lüneburger Heide is nog niet eens zo slecht.


00:13:10 - 00:14:05

Pieter: Je dienst is zestien maanden en je verdiende meer. Dus ik zeg van: dat lijkt me wel wat om in Duitsland in dienst te gaan en om daar paraat te gaan. Hij zegt: "Maar dan moet je het volgende doen." Op een gegeven ogenblik dan komt tijdens je tweede opleiding een adjudant - ik weet het niet meer, want dat kan net zo goed een korporaal geweest zijn - maar het was volgens mij een hogere rang voor adjudanten en die komt het klaslokaal binnen. Als hij het klaslokaal binnenkomt, zal hij zeggen: "Ik heb tien vrijwilligers nodig voor Duitsland." Die hele klas gaat op apen gapen en die raakt helemaal in paniek. Dat is één grote chaos. Hij zei: "Dan moet je gewoon je vinger opsteken en zeggen van: ik wil wel naar Duitsland en ik wil naar Langemannshof."


00:14:05 - 00:15:02

Pieter: Zo geschiedde. Ik zat in de klas op Soesterberg in de wapenopleiding tijdens de theorie iets en er komt inderdaad zo'n adjudant binnen. Die zegt van: tien vrijwilligers nodig voor Duitsland. Die hele klas ging inderdaad compleet in de stress, want eigenlijk wilde niemand naar Duitsland toe. Ze wilden allemaal thuis slapen en dan naar de kazerne dicht in de buurt. Dat maakte mij verder helemaal niet uit, dus ik heb mijn vinger opgestoken en ik zeg van: ik wil wel naar Duitsland. Ik zeg: "Maar ik wil naar Langemannshof." Die adjudant zegt van: dat gaat niet lukken, want dat kan ik niet beloven. Ik zei tegen die adjudant: "Jawel, dat kunt u wel beloven. U kunt dat regelen, maar als u het niet regelt dan wil ik naar de kazerne in Zuidlaren."


00:15:02 - 00:15:36

Pieter: Die had toen wel een kazerne en dat was 25 kilometer van mijn woonplek af. Ik zeg dus: "Graag regelen, ik meld me vrijwillig aan." Er was verder niemand in de klas die zich vrijwillig aanmeldde, met als gevolg dat er negen anderen werden aangewezen die naar plekken toe moesten waar ze helemaal niet naartoe wilden. Twee weken later - nadat ik mij vrijwillig had aangemeld - kreeg ik het bericht en hij zegt van: je kunt naar Langemannshof.


00:15:37 - 00:15:38

Interviewer 1: Van diezelfde adjudant?


00:15:38 - 00:15:39

Pieter: Ja.


00:15:39 - 00:15:44

Interviewer 1: Dat is mooi. "Dan kan ik niet regelen", maar twee weken later...


00:15:44 - 00:15:46

Pieter: Natuurlijk wel.


00:15:46 - 00:15:49

Interviewer 1: Instant alsnog naar Langemannshof, en toen naar Duitsland?


00:15:50 - 00:16:32

Pieter: Ja. Ik moest me melden in Zwolle en de eerste keer op de kazerne. Even kijken, want dat was Hardenberg, denk ik. Dat weet ik niet meer helemaal zeker. Ik heb me daar gemeld en de eerste keer van daaruit met de bus naar Langemannshof. De volgende ritten kon je je melden en met de trein naar Zwolle, dan stond er een bus klaar en dan kon je met een bus. Ik had inmiddels een auto en een motor, dus ik ging vanuit huis en reed rechtstreeks naar de kazerne toe.


00:16:34 - 00:16:37

Interviewer 1: Was die vriend er toen ook die eerste keer op die kazerne?


00:16:39 - 00:16:41

Pieter: Nee, die was inmiddels afgezwaaid.


00:16:42 - 00:16:43

Interviewer 1: Wat jammer. Dat was leuk geweest om de handen te schudden.


00:16:43 - 00:16:53

Pieter: Dat was wel grappig, want ik geloof op een halve maand na. We hebben elkaar net overlapt.


00:16:53 - 00:16:53

Interviewer 1: Jammer.


00:16:53 - 00:16:56

Pieter: Dat maakte verder niet uit.


00:16:56 - 00:16:58

Interviewer 1: Wist je al dat hij wegging?


00:17:00 - 00:17:00

Pieter: Ja.


00:17:00 - 00:17:02

Interviewer 1: Dus het was niet zo van: ik ga hem zoeken. Waar is hij nou?


00:17:02 - 00:17:06

Pieter: Nee, we waren vrij close.


00:17:06 - 00:17:15

Interviewer 1: Toen begon uw tijd in Duitsland. Waren er op die kazerne alleen maar Nederlanders of ook Duitsers?


00:17:15 - 00:18:03

Pieter: Nee, alleen maar Nederlanders. Dat was een compleet Nederlandse kazerne. Je komt eraan en het was winter. Er lag echt veel sneeuw. Ik dacht dat ik op een wintersportvakantie ging, want echt werkelijk waar zoveel sneeuw lag er. Op een gegeven moment kom je een besneeuwde kazerne binnen. Natuurlijk weet niemand wat je komt doen. Dat is altijd zo. Dan ben je er weer en dan denk ik van: wat doe jij hier en wat moet je gaan doen? Dan moet je je eerst melden en dan kom je eerst weer met tien man op een zaal. Uiteindelijk werd ik toegewezen aan de staf en heb ik de wapenkamer van de staf bestierd.


00:18:04 - 00:18:05

Interviewer 1: Wat doe je in zo'n wapenkamer?


00:18:06 - 00:18:49

Pieter: In de wapenkamer onderhoud je de wapens van jouw afdeling - dus van de afdeling van de staf - en je begeleidt schietoefeningen op de schietbaan. Je gaat veel naar de schietbaan toe met schietoefeningen als er schietoefeningen zijn. Aangezien we ook tanks hadden - we hadden drie squadrons met tanks - en die schoten op de grote schietbanen. We gingen regelmatig daarbij langs. Elk onderdeel had zijn eigen wapenhersteller. Ik ging dan vaak mee om weer van hun te leren en om te kijken van: wat voor problemen zijn er.


00:18:52 - 00:18:58

Interviewer 1: Zijn er wel eens vervelende dingen gebeurd bij die schietoefeningen op de schietbaan?


00:18:58 - 00:20:00

Pieter: Niet in mijn periode. Er is één voorval geweest tijdens een schietoefening waar ik zelf bij was. Er was een schietoefening met IPS en punt 50 op bewegende doelen. Je moet je voorstellen dat op het schietterrein bij Langemannshof dat daar een schietbaan omheen liep en die was 60 kilometer lang. In het middenterrein daarvan had je allerlei schietbanen liggen. Het kon zijn dat jij op de ene schietbaan zat en dat tegenover jou een andere eenheid zat die ook aan het schieten waren. Met zijn allen schiet je dan naar het middelpunt van die schietbaan toe. Wij waren daar bezig en op een gegeven ogenblik was ik als een soort observator bezig. Ik reed mee in de tank van de Commandant en opeens explodeerde er een granaat achter ons.


00:20:00 - 00:21:01

Pieter: Dat kon helemaal niet, want wij zaten al in het voorveld. Ik zag in mijn ooghoek een ontploffing. Ik heb tegen de Commandant gezegd van: ze hebben een inslag achter. De luiken gingen dicht en vervolgens werd alles stilgelegd. Het bleek dus dat de Engelsen tegenover ons zaten. De Engelsen zaten in Bergen-Hohne en die deden ook bij ons de oefeningen. Die schoten met mortieren, maar die schoten een beetje te ver en die zaten op onze baan. Dat is toen allemaal stilgelegd en gelijk helemaal... Dat is misschien wel grappig, want de eerste dag en nachten dat ik op de kazerne in mijn bed lag - het was een uur of negen à tien - hoorde ik een geluid van: woef, en dat ging zo over de kazerne heen.


00:21:01 - 00:21:54

Pieter: Dat ging de hele avond zo door en ik had zoiets van: ik heb geen idee wat hier gebeurde. Ik ging naar de wacht en die vertelde mij van: dat zijn de Engelsen. Die zijn bezig met schietoefening. Die schieten over onze kazerne heen naar het schietterrein achter de kazerne. Ik zei van: dat is fijn. Dat geeft me een goed gevoel. Hij zei van: nou, ik zou meer oppassen. Een jaar of twee geleden voordat ik daar kwam hebben die Engelsen dat ook gedaan en toen hebben ze een camping geraakt. Dat soort voorvallen vonden wel plaats. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik gelukkig geen slechte dingen heb gezien, behalve het voorval op de schietbaan zelf.


00:21:54 - 00:22:00

Interviewer 1: Op het moment dat daar iets gebeurt, ben jij dan als begeleider verantwoordelijk voor dit soort dingen?


00:22:01 - 00:22:24

Pieter: Nee, het was gewoon een observatie. Ik was Huzaar. Ik was niet eens Huzaar eerste klas of Korporaal, dus niet hoger in rang, maar je hebt wel de plicht om het te melden. Je kan niet zeggen van: wat grappig, ik houd mijn mond dicht. Dat gaat niet.


00:22:24 - 00:22:39

Interviewer 1: Oké. Je hebt het net over de Engelsen, hoe was die relatie met hun? Het was niet alsof je hun nooit sprak of zag, want werkten jullie ook samen?


00:22:39 - 00:23:37

Pieter: Ja, we werkten af en toe samen. We hadden nog een oefening met Amerikanen en dat was ook op dat schietterrein. Je moet je voorstellen dat de Engelsen op Bergen-Hohne zaten en dat was een beroepsleger. Die stonden onder een behoorlijk streng regime. Elke keer als de Engelsen naar ons keken dan dachten ze van: dat losgeslagen zooitje Nederlanders met die dienstplichtigen, daar komt helemaal niks van terecht. Ik moet je eerlijk zeggen dat we soms beter waren dan de Engelsen en Amerikanen. Het zag er een beetje losgeslagen uit. Wij konden van onze kazerne met de auto naar Bergen-Hohne en daar zat... Iedereen zal het zich nog wel herinneren wat een Navie betekent, maar Navie is een grote supermarkt en daar konden we belastingvrij kopen.


00:23:38 - 00:24:10

Pieter: Wij gingen regelmatig elk weekend naar die Navie toe. Daar kochten we ons helemaal lam alles wat belastingvrij was. Van cd's tot drank, parfum voor onze vriendinnen en noem maar. Dat deden we. Dat ging op een gegeven ogenblik gedurende de diensttijd zover dat je met een boodschappenlijst van huis kwam en dat er gezegd werd van: we moeten dit en dat hebben.


00:24:11 - 00:24:12

Interviewer 1: Vooral als het lekker goedkoop is, gewoon inslaan.


00:24:12 - 00:24:33

Pieter: Ja, dus in die hoedanigheid kwamen we wel samen. Oefeningen heb ik niet met de Engelsen gedraaid, wel met Amerikanen. Dat ging op zich altijd wel goed. Er zitten altijd haperingen. Het is altijd één groot avontuur als je met zoveel mensen samenkomt.


00:24:34 - 00:24:38

Interviewer 1: Waren die Amerikanen ook beroeps?


00:24:38 - 00:24:38

Pieter: Ja.


00:24:40 - 00:24:44

Interviewer 1: Kenden de Britten en Amerikanen überhaupt zoiets als dienstplicht?


00:24:45 - 00:24:50

Pieter: Dat weet ik niet. In die tijd geloof ik niet. Dat waren volgens mij allemaal beroepslegers.


00:24:51 - 00:24:53

Interviewer 1: Dus Nederland is één van de weinigen?


00:24:53 - 00:25:00

Pieter: Ik durf het niet te zeggen, want ik weet het niet helemaal specifiek, maar ik geloof van wel.


00:25:01 - 00:25:15

Interviewer 1: Toen waren het beroeps. Misschien was het zo omdat jullie allemaal dienstplichtigen waren en dat zij als beroeps niet naar jullie opkeken?


00:25:16 - 00:26:24

Pieter: Ze keken behoorlijk op ons neer, want ten eerste was onze haardracht vrij. Niet dat wij met lange hippie haren in dienst zaten. Dat waren onze dienstmakkers voor ons in de jaren lichting 60 en die dat voor elkaar gebokst hadden. Wij hadden geen discipline in haardracht bijvoorbeeld. Als je bij een tankbataljon zit... Wij waren allemaal dienstplichtigen. Die jongens die op die tank zaten waren ook allemaal dienstplichtig en die hadden net als ik - ik heb de wapenopleiding gehad - maar de jongens die op de tank zaten hebben hun opleiding ook ergens gehad. Die waren daar chauffeur of schutter. Die hadden hun bekwaamheid in twee à drie maanden opgedaan. Een Amerikaanse chauffeur moet er een jaar over doen, plus examens om chauffeur te worden.


00:26:24 - 00:26:58

Pieter: Die hadden Abrams tanks, dus die hadden een heel traject doorlopen wat die Nederlandse soldaat in die drie maanden had gefikst. Die waren behoorlijk zo van: nou, rijd jij rond in een Leopard twee tanken en je hebt maar drie maanden een opleiding gehad? Die hadden echt zoiets van: wat gebeurt hier? We kregen een hele kazerne Amerikanen naast ons, want die bouwden daar een kamp op. Daar zat een MCDonalds en een pizza in. Wij hadden echt zoiets van: wat gebeurt hier?


00:27:00 - 00:27:00

Interviewer 1: Best lekker?


00:27:00 - 00:27:22

Pieter: Ja. Daar hebben we veel baretten geruild voor kleding, want die jongens keken naar onze zwarte baret en dat betekent in een Amerikaanse leger heel wat. Wij hadden zoiets van: we gaan naar de foef en daar halen we nieuwe op. Vervolgens kregen wij Amerikaanse camouflage jassen, broeken, enzovoort.


00:27:23 - 00:27:24

Interviewer 1: Één grote ruil.


00:27:24 - 00:27:26

Pieter: Dat was één grote ruilhandel.


00:27:28 - 00:27:31

Interviewer 1: Wat betekende die zwarte baretten in het Amerikaanse leger?


00:27:31 - 00:27:38

Pieter: In het Amerikaanse leger zijn zwarte baretten - even cross fingers - volgens mij iets van special forces.


00:27:39 - 00:27:43

Interviewer 1: Special forces?


00:27:43 - 00:27:43

Pieter: Ja.


00:27:43 - 00:27:43

Interviewer 1: Onder ons zijn die groen, toch?


00:27:43 - 00:27:57

Pieter: Ja. Je hebt allerlei schakeringen, zoals rood-groen en voor Amerikanen zwart. Ze vonden het fantastisch en wij wilden wel zo'n camouflage jas.


00:27:57 - 00:28:03

Interviewer 1: Die Amerikaanse soldaten konden niks met die Nederlandse baretten, toch?


00:28:03 - 00:28:03

Pieter: Nee.


00:28:03 - 00:28:04

Interviewer 1: Dat was gewoon voor de heb?


00:28:05 - 00:28:05

Pieter: Ja.


00:28:06 - 00:28:06

Interviewer 1: Dat is wel grappig.


00:28:07 - 00:28:41

Interviewer 1: Je zoekt wat te ruilen en wat te kletsen met elkaar. Bij ons gebeurde het regelmatig dat de kleding werd geruild. Ik weet niet hoe het nu is, maar ik denk dat het nu behoorlijk beperkt is, maar toen kon het gewoon. We hadden in onze groep een foerier. We gingen dan naar de foerier toe en dan zeggen we van: ze zijn een kledingstuk kwijt, dus doe maar wat nieuws.


00:28:41 - 00:28:41

Interviewer 1: Ging dat zo makkelijk dan?


00:28:41 - 00:29:45

Pieter: Ja. Ik weet nog dat wij allemaal dat groene met die druk knopen... Het jaren '80 uniform was in. Daarvoor zat een uniform... Dat kwam nog een beetje uit de jaren '50. Af en toe kwamen de kledingstukken bij onze foerier voorbij, onder andere T-shirts. Die waren van stof, maar dat noemden ze Herringbone. Dat is een soort visgraat motief in de stof en dat waren jaren '50 uniformjasjes. Ik ben met die foef de hele kledingoutfit doorgegaan zo van: kan ik dat en dat ruilen en mag ik daarmee lopen? Op een gegeven ogenblik liep ik in jaren '50 kleding in plaats van de originele kleding die aan ons was uitgedeeld. Ik heb het ook niet ingeleverd. Ik heb het altijd gehouden.


00:29:45 - 00:29:46

Interviewer 1: Dus dat ligt nog ergens.


00:29:46 - 00:29:51

Pieter: Ja, ik heb het in burger afgedragen.


00:29:51 - 00:29:55

Interviewer 1: Je had veel spullen die je kreeg, zoals een baret en een jas.


00:29:56 - 00:29:56

Pieter: Gasmaskers.


00:29:57 - 00:30:04

Interviewer 1: Wat was het meest nutteloze stuk wat je hebt gehad en wat je nooit gebruikt hebt?


00:30:06 - 00:30:07

Pieter: Een gasmasker.


00:30:07 - 00:30:08

Interviewer 1: Gasmasker?


00:30:08 - 00:30:08

Pieter: Ja.


00:30:08 - 00:30:09

Interviewer 1: Nooit mee geoefend?


00:30:09 - 00:30:32

Pieter: Ja, één keer in Blerick in de gaskamer zoals ze dat dan noemden. Daar werd traangas ingegooid en dan was het klaar, want dan moest je eruit. Dan trokken ze die gasmaskers van je kop af en dan moet je weer zo snel mogelijk... Daarna heb ik dat ding nooit meer gezien en nooit meer gebruikt.


00:30:33 - 00:30:39

Interviewer 1: Heb je de rest van je diensttijd in Duitsland gezeten op Langemannshof?


00:30:42 - 00:30:43

Pieter: Ja.


00:30:43 - 00:30:44

Interviewer 1: Heb je altijd hetzelfde gedaan?


00:30:46 - 00:31:33

Pieter: Ja, je krijgt een bepaald patroon net als de mensen hier op de kazerne die hun patroon van werk hebben. Dat loop je af. Af en toe komen de gekke dingen voorbij. Dan moet er een oefening gedaan worden of moet er materiaal gerepareerd worden. We hadden wel eens wat reparaties die naar Hohne toe moesten en dan werden ze daar door een Nederlandse afdeling gerepareerd. Dat is dan zo'n beetje je leventje en 's avonds was je vrij. Je zit dan midden op de hei, want je kunt nergens heen. Gelukkig hadden we ons eigen vervoer, dus dan kun je een keer op een vrijdag- of woensdagavond naar een discotheek of dat soort dingen. Dat deden we wel veel.


00:31:34 - 00:31:36

Interviewer 1: Hebben jullie daar een beetje kattenkwaad uitgehaald?


00:31:37 - 00:31:38

Pieter: Kattenkwaad uitgehaald?


00:31:41 - 00:31:42

Interviewer 1: Ongetwijfeld.


00:31:45 - 00:31:52

Pieter: Ja, wij hebben wel wat kattenkwaad uitgehaald.


00:31:53 - 00:31:54

Interviewer 1: Heb je een leuk voorbeeld?


00:31:55 - 00:33:03

Pieter: We proberen dat het niet al te schuin wordt, maar wij zaten dus op Langemannshof. Dat ligt bij Soltau tussen Hamburg en Hannover in. De weken dat wij op de kazerne waren gingen we stappen, dat konden we doen in Soltau en dan gingen we naar de discotheek. Dat was voor ons vaak niet goed genoeg, dus gingen wij als jonge jongens naar Hamburg. Hamburg kent de repenbaan en dat is de roze buurt van Hamburg. Daar gingen we vaak naartoe om te kijken. Een keer was dat met een grote groep jongens van onze kazerne en dat ging bijna min in een of andere club. We moesten te veel betalen. We waren het met elkaar eens dat we dat niet wilden. Bij al die clubs staan binnenpraters. Dat zijn mannen die ervoor moeten zorgen dat de publiek in die clubs komen.


00:33:03 - 00:34:05

Pieter: Op een gegeven ogenblik hadden we zoiets van: we hebben het eigenlijk allemaal wel gezien en alles is hetzelfde. We zijn met die lui gaan praten en ik zei van: hebben jullie nooit drank of parfum voor de meiden nodig? Daar kwamen wel wat vragen terug zo van: wat kun je dan leveren? Ik zei van: drie literflessen Bacardi en allemaal dat soort dingen. Dus datgene wat we in de Navie belastingvrij konden kopen. Op een gegeven ogenblik werd dat onze tweede bijverdienste, dus dat we naar die mannen toe gingen en zeggen van: wat is jullie bestelling? Dan namen we de bestelling op. Het ene weekend namen we de bestelling op en door de week gingen we naar de Navie toe om die bestelling in te vullen. Vervolgens gingen we naar Hamburg en leverden we de bestelling af. Daar hebben we aardig wat aan verdiend.


00:34:12 - 00:34:18

Interviewer 1: Dat vind ik wel mooi. Op een gegeven moment kwam u dienstplicht aan een eind. Vond je dat jammer?


00:34:19 - 00:35:21

Pieter: Nee, want het was tijd om door te gaan. Je weet dat je veertien of zestien maanden moet dienen. Ik moest zestien maanden dienen. Ik kon twee maanden korter, omdat mijn opvolger al op de kazerne was. Toen heb ik met de overste gepraat. Ik had behoorlijk wat overuren gedraaid, want dat is één ding wat je graag doet. Als je dan toch op die kazerne bent en je moet uren draaien, dan kun je maar beter zoveel mogelijk uren draaien als je kan. Dat heb je alleen in je vrije tijd. Al was het voor sport, wat ik gedaan heb, omdat je weer terug naar Nederland moet. Of dat je extra vakantie hebt, maar ook met je afzwaaien. Ik had zoveel uren bij elkaar verzameld dat ik twee maanden eerder weg kon. Ik ben naar mijn overste toegegaan en ik heb gezegd van: luister even, mijn opvolger is er al en ik heb hier eigenlijk niks meer te doen, dus ik wil afzwaaien.


00:35:22 - 00:35:58

Pieter: Ik weet niet of je de term kent, maar hij zei van: zet die maar in een VRA. Zorg maar dat je dat doet met motivatie en dan zal ik het wel tekenen, want dat is een verlofaanvraag. Toen kreeg ik hem terug en toen had hij hem afgewezen. Toen ben ik weer naar die overste toegegaan en ik zei van: wat maak je me nou? We hebben het er net over gehad dat je hem zou aftekenen en vervolgens wijs je hem af. Hij zei van: oh nee, dat komt goed. Het is afgetekend. Toen kon ik twee maanden eerder uit dienst, dus ik heb veertien maanden gediend.


00:36:01 - 00:36:07

Interviewer 1: Had je achteraf geen spijt dat je niet die twee maanden af had gemaakt?


00:36:07 - 00:36:07

Pieter: Nee.


00:36:07 - 00:36:09

Interviewer 1: Het was mooi geweest!


00:36:13 - 00:36:54

Pieter: Het is een beetje raar, maar je hebt daar verder geen toekomst. Je dient je rol uit en dan is je toekomst beperkt. Als ik ervoor had gekozen om kortverbandvrijwilliger te worden of echt beroeps te worden in dienst, dan wil je verder en door. Ik had zoiets van: ik moet die dienst uit, want ik wil op mezelf gaan wonen en ik wil gaan werken. Ik had mijn school afgemaakt, daarvoor is de diensttijd afgewerkt en hup weer het burgerleven in. Ik was er wel klaar mee.


00:36:54 - 00:36:55

Interviewer 1: Het was goed zo?


00:36:55 - 00:36:56

Pieter: Ja.


00:36:56 - 00:36:59

Interviewer 1: Had je een vriendinnetje dat thuis op je zat te wachten?


00:36:59 - 00:37:00

Pieter: Nee.


00:37:00 - 00:37:02

Interviewer 1: Dus het was een compleet nieuw begin?


00:37:02 - 00:37:02

Pieter: Ja.


00:37:04 - 00:37:05

Interviewer 1: Je had eindelijk je school af en je dienst gehad?


00:37:09 - 00:38:09

Pieter: Ja. Ik had in mijn diensttijd nog een opleiding gedaan tot parachutist. Daar kon je via de sportkant vrij voor krijgen en dan kon je op Texel parachute gaan springen om je wing te halen. Dat lijkt me wel fantastisch om zo'n wing op je uniform te hebben, dus dat had ik ook afgemaakt. Ik woonde destijds in Delfzijl, maar ik was van plan om in Groningen te gaan wonen. Daar zaten inmiddels een paar studiegenoten van mij op kamers. In Eelde was er een parachutisten vereniging, de NPC destijds, daar heb ik me bij aangemeld. Daar heb ik mijn opleiding verder afgemaakt. Dan ga je naar een volgende stap in je maatschappelijk leven, dus je gaat naar andere vrienden toe. Dat was ook al weer een uitdaging.


00:38:11 - 00:38:19

Interviewer 1: Had je voordat je begon aan de dienst een plan van: dit wil ik na mijn dienst gaan doen?


00:38:24 - 00:38:26

Pieter: Nee, totaal niet. Ik had geen idee.


00:38:27 - 00:38:30

Interviewer 1: Heb je ooit overwogen om als beroeps verder te gaan?


00:38:30 - 00:39:27

Pieter: Ja, dan moeten we even een paar stappen terug nadat ik van de lts afkwam en naar de mts ging. Het eerste jaar ging dat faliekant mis. Toen heb ik gedacht van: die hele opleiding wil ik helemaal niet. Ik had veel met luchtvaart. Ik vond vliegtuigen mooi. Ik kom uit de zeevarende familie en hoe kan het ook anders in Delfzijl. Mijn vader was stuurman geweest. Mijn grootvader en oom waren machinist op de kustvaart. Het was een beetje voorbestemd dat ik die kant op zou gaan. Waar wilde ik heen met het verhaal? Ik ben het even kwijt.


00:39:27 - 00:39:27

Interviewer 1: Over beroeps.


00:39:27 - 00:40:29

Pieter: Het eerste jaar op de mts was echt rampzalig. Toen dacht ik bij mezelf van: die hele opleiding ga ik helemaal niet doen en ik meld mij aan bij de Luchtmacht. In de televisiegids had je van die bonnetjes. Daar kon je die bonnetjes invullen. Ik had een bonnetje ingevuld: keuring voor de Luchtmacht. Ik kon naar Gilze-Rijen toe om daar gekeurd te worden. Ik werd daar gekeurd en toen zeiden ze tegen mij van: je bent wel goedgekeurd, maar we nemen je niet aan. Ik zei van: oké, maar waarom? Ze zeiden van: we willen graag dat je je technische opleiding afmaakt. Ze zeiden van: kom dan alsjeblieft terug. Ik zei van: dat wil ik helemaal niet, ik wil die opleiding helemaal niet doen, want ik wil hier in dienst. Dat ging niet door. Ik werd afgewezen.


00:40:30 - 00:41:15

Pieter: Bij de marine werd ik op die manier afgewezen en zelfs bij de Landmacht. Op een gegeven ogenblik had ik er zo'n sik in. Dus ik dacht van: nou, dan doe ik die opleiding maar. Dat was de laatste keer dat ik dat zei tegen één van zo'n keuringsbegeleider. Hij zei van: we nemen je graag in dienst als jij je technische opleiding klaar hebt. Toen zei ik tegen die beste man van: ja, dat kan allemaal wel zo zijn, maar als ik mijn technische opleiding klaar heb dan ga ik meer verdienen in de burgermaatschappij dan dat ik hier in dienst doe. Ik zei van: ik meld mij nu aan, want nu ben ik beschikbaar en na die tijd niet meer. Dus ik ben op alle dienstvakken afgewezen.


00:41:16 - 00:41:17

Interviewer 1: Dat was voor de dienst, toch?


00:41:17 - 00:41:17

Pieter: Ja.


00:41:18 - 00:41:24

Interviewer 1: Had je na de dienst niet zoiets van: ik heb mijn opleiding afgerond en ik heb een leuke diensttijd achter de rug?


00:41:24 - 00:42:02

Pieter: Nee, want ik kon toen... Ik heb wel overwogen om Kort Verband Vrijwilliger te worden, maar dat was zoals het woord zegt kort verband. Dat was maximum vier jaar. Daar had ik zoiets van: nee, daar zit geen carrière in. Dus ik ben afgezwaaid en het burgerleven ingegaan. Heel veel later heb ik nog wel eens gedacht van: jammer, ik had misschien in dienst gemoeten en had ik het maar gedaan. Dat zijn dan van die melancholieke overwegingen af en toe.


00:42:05 - 00:42:23

Interviewer 1: Tegenwoordig is er geen sprake van de dienstplicht, maar tegenwoordig hebben we wel een dienjaar. Dit is een mogelijkheid om een jaar kennis te maken met Defensie, persoonlijk te groeien en om mee te bouwen aan een sterke krijgsmacht. Heb je hier al veel van gehoord?


00:42:26 - 00:42:44

Pieter: Ja. Ik heb ook mensen in mijn omgeving die beroeps zijn geweest, nog steeds zijn of in de Natres hebben gezeten. Die zijn na hun diensttijd nog vrijwilliger gebleven. Ik hoor daar veel van.


00:42:45 - 00:42:47

Interviewer 1: Wat vind je van een dienjaar?


00:42:47 - 00:42:47

Pieter: Doen!


00:42:47 - 00:42:48

Interviewer 1: Ja?


00:42:48 - 00:42:49

Pieter: Absoluut.


00:42:51 - 00:42:53

Interviewer 1: Zou je het ook echt aanraden?


00:42:53 - 00:42:56

Pieter: Ja, zonder twijfel.


00:42:58 - 00:42:58

Interviewer 1: Waarom?


00:43:00 - 00:44:11

Pieter: Omdat ik denk dat - en nu wordt het belerend - dat de jeugd van vertegenwoordig het wel nodig heeft om dat te gaan doen. Je doet een ervaring op. Dat is een ervaring achteraf, want die merk je niet zo snel in je diensttijd. In je diensttijd is het allemaal zeuren, want je moet dit, dat, zus en zo en je moet daar weer heen. Als je uit je dienst bent - en je bent 20 of 30 jaar verder - dan pas ga je de effecten merken van datgene wat je ouders je nooit hebben geleerd. Dat heb je in je dienst geleerd. Dat heeft te maken met een stukje discipline, samenwerken met mensen, mensen kunnen begrijpen en leiding geven. Dat zijn allemaal dingen die je niet meer meekrijgt en zeker nu niet in je schoolopleiding. Daarom kan ik het iedereen aanraden om dat te doen.


00:44:12 - 00:44:33

Interviewer 1: Zou het voor bijvoorbeeld studenten die een tussenjaar nemen iets aantrekkelijks kunnen zijn? Of is het heel aantrekkelijk om zoiets te gaan doen? Het is niet alleen kennis maken met Defensie of Landmacht, want het is ook voor jezelf heel goed.


00:44:33 - 00:45:42

Pieter: Voor je persoonlijke vorming zeg ik altijd: "Baat het niet, dan schaadt het niet." Doe het, kijk of het wat voor je is en bekijk die wereld ook eens. Haal eruit wat je nodig hebt. Er speelt nog een andere rol mee en dat vind ik persoonlijk, want veel dingen nemen wij voor lief, zoals onze vrijheid. Ik kom uit een generatie die net na de Tweede Wereldoorlog komt, want ik ben in '63 geboren. Mijn vader heeft bewust de oorlog meegemaakt. Mijn grootvader, die ik goed heb gekend, heeft ook de oorlog meegemaakt. Dat is mijn geschiedenis, want er kon geen verjaardag voorbijgaan of de oorlog werd genoemd. Een oom van mij is in Engeland vader geweest, dus die heeft Duitsland ontvlucht en is via Zweden naar Engeland gevlucht.


00:45:42 - 00:46:37

Pieter: Dat soort dingen heb je allemaal in je bagage, neem je mee en doet je realiseren dat die vrijheid niet voor niks komt. Die vrijheid is duur betaald door de mensen die ons hebben bevrijd, maar je moet het ook in stand houden. Het leven is niet een heel groot feest en laten we het maar doen. We moeten op onze hoede zijn - hoe erg dat ook klinkt - maar we moeten iets doen. Ik vind dat daarin - of je nu een militaire of een sociale dienstplicht doet - dat elke jongere een plicht heeft tegenover de Nederlandse staat om iets te doen. Doe in ieder geval een jaar iets.


00:46:40 - 00:47:08

Interviewer 1: Het verschil tussen dienstplicht en dienjaar is groot. Toen ging je gewoon, want je werd opgeroepen. Je wordt gekeurd en je gaat. Tegenwoordig is het heel anders. Het dienjaar is voor mensen om het aan te bieden en wat nog steeds aantrekkelijk is om te doen. Denk je dat er dan ook een hele andere slag jongeren opkomt?


00:47:12 - 00:48:11

Pieter: Ik denk het wel. Ik denk dat er jongeren opkomen die zich al dermate bewust zijn of zich overwegen om zich in te zetten voor iets, want anders verken je die optie niet. In onze tijd moest iedereen gewoon opkomen, dus de inslag van de mensen zou heel anders zijn, denk ik. De lessen blijven hetzelfde en daar gaat het om. Het gaat erom dat je ook in dat dienjaar die lessen meeneemt die worden aangeboden. Zie het als een soort moment van opvoeding van datgene wat jouw ouders je niet hebben kunnen leren.


00:48:15 - 00:48:20

Interviewer 1: Als je jouw diensttijd in één zin kan samenvatten, wat zou je dan zeggen?


00:48:23 - 00:49:35

Pieter: Ik heb een goede diensttijd gehad, maar ik realiseer me ook dat dat niet altijd voor iedereen geldt. Ik zei het al, want er zijn drie fases: je hebt je jeugd, je diensttijd en dan heb je na je diensttijd. Als je nu aan iemand van mijn leeftijdsklasse, of zelfs nog ouder, vraagt van: hoe was je diensttijd? Dan was die diensttijd fantastisch. Als ik voor mezelf spreek dan is die diensttijd niet altijd 100 procent fantastisch geweest. Natuurlijk niet, want dat kan niet. Het is de realisatie bij jezelf - ook op deze leeftijd - wat die diensttijd je heeft gebracht. Die diensttijd heeft je kameraadschap en van alles gebracht, zodat je leven verrijkt werd met allerlei indrukken. Dat maakt voor veel mensen - nogmaals dat geldt niet voor iedereen - maar voor veel mensen maakt dat dat hun diensttijd goed was.


00:49:37 - 00:49:42

Interviewer 1: Als je nu iets zou mee kunnen geven aan de jeugd van tegenwoordig, wat zou je dan zeggen?


00:49:43 - 00:50:28

Pieter: Ten eerste zou ik willen zeggen van: realiseer je dat de vrijheid die wij nu hebben - de vrijheid die jij geniet - niet vanzelfsprekend is. Realiseer je dat op een gegeven ogenblik er iets van je gevraagd zal gaan worden waar je misschien geen zin in hebt, maar wat toch gedaan moet worden. Heel frappant vond ik - want een aantal weken geleden ben ik naar een bijeenkomst geweest - een theater bijeenkomst van de Krijgsheren. Je kent de Kruif en hoe heet hij ook alweer?


00:50:28 - 00:50:30

Interviewer 2: Van Uhm?


00:50:30 - 00:51:22

Pieter: Ja, ik was even de naam kwijt. Die vroegen aan de hele zaal van: stel dat je land je nodig heeft, ga je dan in dienst? Wie gaat er hier dan in dienst? Degenen die de vingers opstaken waren de oud-dienstplichtigen. De oudere 50-plussers zeiden van: ja, we gaan gelijk weer in dienst. De jeugd bleef stil en dat wil ik meegeven: denk daarover na, want op een gegeven ogenblik hebben we ook jou nodig. Dan kun je beter nu je daarop oriënteren en op voorbereiden dan dat het als een koude douche over je heen komt.


00:51:23 - 00:51:28

Interviewer 1: Oké. Dan hebben we nog één laatste vraag voor je. De vragen liggen voor je, dus ik zou zeggen: "Pak er eentje."


00:51:28 - 00:52:50

Pieter: Oké. Heb je ooit een onverwacht talent ontdekt tijdens je tijd in het leger? Bleek je bijvoorbeeld ineens goed te zijn in het schoonmaken van je uitrusting? Schoonmaken was echt wel een dingetje, want daar werd er wel voor gezorgd dat alles schoon werd gemaakt. Daar werd op gecontroleerd. Een talent ontdekt tijdens het leger, tijdens je diensttijd? Ik heb dat talent niet tijdens mijn diensttijd ontdekt, maar wel na mijn diensttijd. Dat heeft mij gebracht tot de functie waar ik nu in zit. Ik heb een leidinggevende functie. Leidinggeven en met mensen omgaan. Het is na die tijd gebleken dat ik heel makkelijk met mensen kan omgaan, dus ik ben niet bang om voor een groep te staan. Ik ben niet bang om mensen toe te spreken. Ik ben niet bang om leiding te geven of een verantwoordelijkheid op mij te nemen. Toen ik een punkende puber was in de jaren '80 had ik dat niet in mijzelf gezien. Dat ontwikkelt zich. Voor de 100 procent komt dat uit de dienst.


00:52:50 - 00:53:01

Interviewer 1: Goed. Dit was het weer voor deze aflevering. Pieter, heel erg bedankt voor je verhalen en ervaringen. Ik vond het onwijs leuk om het met jou hierover te hebben. Je had mooie verhalen.


00:53:02 - 00:53:02

Pieter: Insgelijks.


00:53:02 - 00:53:13

Interviewer 1: Ben jij benieuwd naar nog meer verhalen uit de diensttijd, dan heb ik goed nieuws voor je. Volgende week donderdag staat er weer een gloednieuwe aflevering online op jou te wachten. Dit was het voor nu.


00:53:13 - 00:53:14

Interviewer 1: Groetjes.


00:53:14 - 00:53:15

Pieter: Groetjes.

Over Mijn Missie

Ontdek het laatste nieuws, boeiende verhalen en adembenemende ontwikkelingen binnen de koninklijke landmacht met Mijn Missie. Stap in de wereld van toegewijde mensen die klaar staan te vechten voor vrede en veiligheid. Laat je inspireren en informeren door Mijn Missie.

Luister via ...

Volg ons op ...