Mijn Missie - S01 / E105

Legergroene Herinneringen: Van Bouwvakker tot Tankchauffeur in Duitsland

In deze aflevering van Legergroene Herinneringen spreken we met Henk, die zijn dienstplicht invulde als chauffeur in Duitsland. Henk deelt verhalen over zijn avonturen met viertonners en Leopards, zijn band met medesoldaten, en wat hij leerde over leiderschap en kameraadschap. Hij kijkt terug op de indrukwekkende oefeningen, zoals de grote Engelse oefening Lionheart, en geeft een unieke kijk op zijn tijd in de cavalerie.

Over Legergroene Herinneringen

‘Ik ging met tegenzin, maar heb de tijd van mijn leven gehad’, ‘De kameraadschap die je bij defensie hebt, is uniek’, ‘Je kan meer dan je denkt’ en ‘Leidinggeven doe ik nog steeds volgens de dingen die ik heb geleerd via de instructiekaart’. Het is maar een kleine greep uit de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen die geïnterviewd zijn voor de podcastserie Legergroene Herinneringen.

In die podcast belichten we niet alleen de geschiedenis van de dienstplicht maar besteden we vooral aandacht aan de persoonlijke verhalen van de dienstplichtigen.

Transcriptie:

00:00:00 - 00:00:19

Roos: Hallo, allemaal, en welkom bij Legergroene Herinneringen. In deze podcast gaan we de komende weken in gesprek met oud-dienstplichtigen over hun diensttijd. De hoogtepunten, maar ook de dieptepunten en de levenslessen die uit deze tijd stammen, worden hier aan het licht gebracht. Ik zit hier vandaag met Henk. Hij heeft zijn dienstplicht in het buitenland vervuld. Goedemiddag, Henk.


00:00:19 - 00:00:21

Henk: Goedemiddag, Roos.


00:00:22 - 00:00:22

Roos: Leuk dat u er bent.


00:00:23 - 00:00:23

Henk: Dank je wel.


00:00:23 - 00:00:33

Roos: We gaan het vandaag hebben over jouw diensttijd. Als je je diensttijd zou moeten omschrijven in één zin, wat zou die zin dan zijn?


00:00:35 - 00:00:36

Henk: Heel ontdekkend.


00:00:38 - 00:00:39

Roos: Ontdekkend.


00:00:39 - 00:00:40

Henk: Ja, heel ontdekkend.


00:00:41 - 00:00:42

Roos: Op welke vlakken allemaal?


00:00:43 - 00:01:00

Henk: Omdat je allerlei dingen doet die je in het normale burgerleven niet doet. Wat dat betreft, was het heel ontdekkend, maar ook in onderlinge relaties met mensen.


00:01:02 - 00:01:03

Roos: Die samenwerking.


00:01:03 - 00:01:57

Henk: Ja. Ik ben geboren in een hele rustige hoek van Nederland en voordat ik in militaire dienst ging, kwam ik niet zo heel ver uit het hoekje. Je kring van mensen die je kende, was ook heel klein en die werd toen natuurlijk veel groter. Je kreeg te maken met mensen uit andere culturen, maar ook uit andere streken van Nederland, maar ook dingen doen, het op oefening gaan in Duitsland, het Duitsland ontdekken. Ik ben geboren vlak aan de Duitse grens, 700 meter van de Duitse grens af, maar nu kwam je in hele andere hoeken van Duitsland. Wat dat betreft, was militaire dienst voor mij heel erg ontdekkend.


00:01:58 - 00:02:02

Roos: Hoeveel verschillen bijvoorbeeld mensen uit de Randstad van jou?


00:02:03 - 00:02:31

Henk: Ik moet eerlijk zeggen dat we ons heel snel aanpasten aan elkaar. Wat ik mooi vond, is dat we ook elkaars accent gingen aannemen. De Amsterdammers namen woorden van mij aan en ik nam weer woorden van de Amsterdammers aan. Dat vond ik heel fijn.


00:02:32 - 00:02:43

Roos: We gaan even beginnen bij het begin van de dienst. Je werd opgeroepen en dat ging door middel van een brief. Weet je nog die dag dat dat gebeurde?


00:02:43 - 00:03:46

Henk: Ja. Dat weet ik nog heel goed. Waarom weet ik dat heel goed? Ik had helemaal geen zin om een militaire dienstplicht te vervullen. Ergens in februari 1981 ben ik gekeurd in Groningen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar al niet al te fanatiek ben geweest: expres te laat komen, de boel een beetje tegenwerken. Ik werkte in de bouw en ik had het daar geweldig naar mijn zin. Ik studeerde erbij in de avonduren. Ik was me een beetje aan het opwerken. Toen was ik 20 en toen lag de oproep in de bus. Ze hadden gevraagd of ik voor de derde keer vrijstelling zou kunnen krijgen. Je kreeg dan namelijk uitstel, want ik zou dan nóg weer met een nieuwe opleiding beginnen. Dat had de vakopleiding allemaal voor mij geregeld, maar het ging niet door. Ik moest opkomen.


00:03:47 - 00:03:49

Roos: Had je al drie keer vrijstelling?


00:03:49 - 00:03:50

Henk: Twee keer had ik vrijstelling gehad.


00:03:52 - 00:03:54

Roos: Wat was dan de reden voor die vrijstelling?


00:03:55 - 00:03:59

Henk: Ik kreeg studieafstel.


00:03:59 - 00:04:01

Roos: Wat studeerde je toen?


00:04:01 - 00:04:02

Henk: Bouwtechniek.


00:04:04 - 00:04:10

Roos: Vond je dat ook echt leuk dat je daar uitstel voor aan het vragen was?


00:04:10 - 00:04:18

Henk: De bedoeling van het uitstel was om afstel te krijgen. Dat was de tactiek.


00:04:20 - 00:04:22

Roos: Dat tegenwerken wat je net zei.


00:04:22 - 00:04:24

Henk: Ja.


00:04:24 - 00:04:31

Roos: Had je dan bijvoorbeeld niet iets in de keuring anders kunnen doen? Had je daar niet over nagedacht?


00:04:31 - 00:04:39

Henk: Ja. Ik heb een beetje gehouden dat ik doof was, maar dat lukte niet.


00:04:41 - 00:04:41

Roos: Dat was het enige.


00:04:42 - 00:05:02

Henk: Dat was een van de enige. Sommige mensen moesten op het eind van de keuring nog een test doen. Dat hoefde ik niet. Ik mocht al heel vroeg weg. Toen had ik al zoiets van: het is me gelukt. Toen kreeg je zes weken later of zo een kaartje in de bus: geschikt.


00:05:04 - 00:05:05

Roos: Oh, dan doet het zeer.


00:05:05 - 00:05:05

Henk: Ja.


00:05:05 - 00:05:13

Roos: Keuring voorbij. Oproep gekregen. Wat was de eerste plek waar je naartoe ging?


00:05:14 - 00:06:18

Henk: Ik moest me melden op de Cort Heyligerskazerne in Bergen op Zoom. Ik zou van Bergen op Zoom doorgaan naar Ossendrecht, maar dat ging niet door. Ook die dag was ik de boel weer een beetje aan het saboteren. Je moest daar 's morgens om 07:00 of zo zijn. Ik ben samen gegaan met iemand bij mij in de woonplaats. Hij moest ook. We zijn pas om 10:00 gegaan. We zeiden: we doen rustig aan. Ze wachten wel op ons. Om 10:00 uur zijn we met de trein gegaan. Achteraf was dat een geluk. We kwamen later aan in Bergen op Zoom. Ik had al twee jaar een autorijbewijs. Ik zou eerst op de Landrover geplaatst worden in Ossendracht, maar ze hadden te weinig mensen in Bergen op Zoom voor de viertonner-opleiding. Toen werd mij gevraagd: wil je niet op de viertonner-opleiding? Dat is natuurlijk veel mooier dan een andere opleiding. Ik zei: natuurlijk wil ik dat.


00:06:18 - 00:06:21

Roos: Had je je autorijbewijs al?


00:06:21 - 00:06:35

Henk: Ja. Dat had ik toen al twee jaar. Daarom hadden ze ook gezegd: blijf maar hier. Dan hadden zij de opleiding ook vol. Dat vond ik een hele goede ruil. Toen begon al een klein beetje de jubelstemming.


00:06:36 - 00:06:38

Roos: Toen ging het weer heel anders.


00:06:39 - 00:06:42

Henk: Toen kwam toch dat ik dacht: nu heb ik er ook nog iets aan.


00:06:42 - 00:06:46

Roos: Toen rijopleiding in een viertonner.


00:06:46 - 00:07:07

Henk: Ja, rijopleiding in een viertonner. Die had ik al heel snel. Ik kom van het boerenland. Ik had heel vroeg op de tractor leren rijden. Mijn vader was vrachtwagenchauffeur. Ik reed al heel vroeg met een vrachtwagen. Ik had al heel snel mijn rijbewijs gehaald.


00:07:08 - 00:07:09

Roos: Je reed af en toe stiekem met je vader in de vrachtwagen.


00:07:09 - 00:07:14

Henk: Ja. Hij liet me af en toe stiekem rijden. Dat kon toen nog.


00:07:15 - 00:07:23

Roos: Toen waren ze nog niet zo streng. De rijoefening was in Bergen op Zoom.


00:07:24 - 00:08:39

Henk: Ja, in Bergen op Zoom had je de rijopleiding. Je had de theorie. Wij moesten daarmee experimenteren hoe dat was. Ik vond dat een stuk gemakkelijker dan de manier waarop ik toendertijd mijn theorie heb moeten halen. Je had motorvoertuigentechniek en je had velddienst in Bergen op Zoom, exercitie, dat soort dingen, en natuurlijk heel veel sporten. Dat vond ik geweldig. Dat paste precies bij mij. Gaandeweg werd ik een beetje ingeburgerd in het militaire leven, dat me steeds meer begon te bevallen. Ik moet zeggen dat ik wél van de eerste dag heb gezegd: ik moet hier nu toch veertien maanden zijn. Ik wil in die veertien maanden ook eruit halen wat erin zit en niet veertien maanden dwarsliggen. Daar had ik geen zin in.


00:08:39 - 00:08:41

Roos: Op een gegeven moment ga je jezelf ook dwarsliggen.


00:08:41 - 00:08:42

Henk: Precies.


00:08:42 - 00:08:56

Roos: Goede keuze dan. Zijn er ook dingen waarvan je vóór de dienstplicht dacht: oh, dit gaat echt zo zijn, dat gaat me echt niet bevallen, en die vervolgens heel anders bleken te zijn toen je eenmaal bezig was.


00:08:56 - 00:09:28

Henk: Waar ik tegenop zag en waar ik niet zo goed mee kan omgaan, is dat mensen boven mij gaan staan, dominant zijn in dat soort dingen. Dat was in Bergen op Zoom in mindere mate zo, - niet bij iedereen, bij sommige mensen wél - maar in Duitsland was dat absoluut niet meer zo.


00:09:28 - 00:09:30

Roos: Hoelang heb je op de rijopleiding gezeten?


00:09:31 - 00:09:41

Henk: Dat duurde normaal gesproken acht weken, maar omdat ik al heel vroeg mijn rijbewijs had, werd ik na zes weken overgeplaatst.


00:09:42 - 00:09:44

Roos: Naar waar?


00:09:44 - 00:10:41

Henk: Naar Langemannshof, in toendertijd West-Duitsland. Zoals ik al zei, had ik zoiets van: ik wil er ook iets van maken, zoveel mogelijk eruit halen. Ik had ook wel oren om naar Libanon te gaan, wat toendertijd nog speelde. Je kon ook naar de Sinaï. Daar had ik ook zin in. Ik heb het er met mijn oudere broer over gehad. Een tijdje daarvóór was mijn jongste broertje overleden. Mijn broer zei: je moet dat niet doen voor ons moeder. Toen heb ik daarvan afgezien, maar ik zei tegen hem: dan ga ik me wél opgeven voor Duitsland, want ik wil hier niet in Nederland blijven. Zodoende heb ik me toen opgegeven bij de commandant van: ik wil graag in Duitsland geplaatst worden.


00:10:41 - 00:10:43

Roos: Wat was de reden dat je niet in Nederland wilde blijven?


00:10:44 - 00:10:50

Henk: Ik wilde toch verder de horizon ruimen verruimen.


00:10:50 - 00:10:53

Roos: In de zin van het beste eruit halen.


00:10:54 - 00:11:27

Henk: Ik moest in Coevorden op de trein stappen. Van Coevorden naar Bergen op Zoom moest je Nederland helemaal kruiselings door. Ik was nog nooit met de trein in Zwolle geweest. Ik kwam in Zwolle in het station en dacht: jee, waar moet ik nu naartoe? Gelukkig was er heel erg behulpzaam NS-personeel. Dat was al een stuk horizonverruiming en dat wilde ik verder, meer.


00:11:30 - 00:11:39

Roos: Je had het er net over dat er een jongen was die ook uit jouw dorp kwam. Was hij ook meegegaan naar Duitsland?


00:11:39 - 00:12:11

Henk: Ja, maar hij is naar Seedorf gegaan. Ik naar Langemannshof en hij naar Seedorf. Dat verhaal is nog veel mooier, want we kenden elkaar wel, maar we wisten niet van elkaar dat we in militaire dienst moesten. We zaten op zondagavond in Coevorden in de kroeg. Hij kwam bij mij en vroeg aan mij: Henk, hoe gaat het? Ik zei: niet zo best. Hij zei: waarom niet? Ik zei: ik moet morgen in militaire dienst. Hij zei: echt? Ik zei: ja. Hij zei: ik ook, waar moet je naartoe? Ik zei: Bergen op Zoom. Hij zei: ik ook.


00:12:11 - 00:12:12

Roos: Toeval.


00:12:12 - 00:12:14

Henk: Dat was echt puur toeval.


00:12:15 - 00:12:17

Roos: Jullie kwamen uit dezelfde vriendenkring.


00:12:17 - 00:12:20

Henk: Nee. We kwamen niet uit dezelfde vriendenkring.


00:12:20 - 00:12:20

Roos: Oh, dat niet?


00:12:20 - 00:12:24

Henk: Nee. Hij was een stuk jonger dan ik.


00:12:24 - 00:12:38

Roos: Dat is echt toevallig dat jullie dat allebei precies op dat moment tegen elkaar zeiden en allebei ook dezelfde dag in dienst gingen. Je kwam aan in Duitsland, in Langemansshof. Hoe was dat die eerste week?


00:12:38 - 00:13:48

Henk: Dat ging nog niet in een-twee-drie. Voordat ik in militaire dienst ging, werkte ik in de bouw. In de bouw ben je gewend om van maandag tot en met vrijdag te werken. Vrijdags vertrok ik vanuit Bergen op Zoom en daar kreeg ik een papiertje mee dat ik me moest melden bij het 8ste detachement in Nunspeet, maar ik heb nooit op dat papiertje gekeken naar de datum. Ik ben op maandagmorgen weer op de trein gestapt naar Nunspeet, maar die maandag moest ik me helemaal niet melden. Ik moest mij pas op dinsdag melden. Ik was een dag te vroeg. Ik werd teruggestuurd. Toen kwam ik thuis en kwam er een busje van de PTT, heette dat toen nog. Dat kwam een telegram brengen dat in verband met bataljonsverlof ik me pas de week erop hoefde te melden. Ik kreeg zomaar een week vrij. Ik moet zeggen dat je heel gastvrij werd ontvangen. Dat is iets dat me echt is bijgebleven. Ik kreeg zelfs een eenpersoonskamertje, omdat ik de enige was die me moest melden.


00:13:48 - 00:13:48

Roos: Luxe.


00:13:48 - 00:14:05

Henk: Anderen kwamen allemaal later binnen. Ik was eerder omdat ik eerder mijn rijbewijzen had. Mijn voorganger had vervroegd verlof gekregen. Vandaar hadden ze het liefste dat ik zo snel mogelijk kwam.


00:14:08 - 00:14:10

Roos: Alle andere mannen kwamen later.


00:14:10 - 00:14:39

Henk: Ja. Ik zat in het stafpeloton. Ze hadden allemaal verschillende opleidingen, die ook allemaal verschillend duurden. Ze druppelden allemaal heel langzaam binnen. De gevechtseskadrons hadden vier maanden opleiding in Amersfoort. Zij kwamen allemaal begin januari met het hele eskadron in één keer. Dat was het verschil.


00:14:39 - 00:14:45

Roos: Was het dan ook zo dat jij tot die tijd nog niet begonnen was met jouw tijd daar?


00:14:45 - 00:14:59

Henk: Nee. Ik werd meteen overal voor de leeuwen gegooid. Dat maakte niet uit, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik dat ook heel prettig vond. Ik ging meteen aan de slag.


00:15:00 - 00:15:02

Roos: Je werd in het diepe gegooid. Dan leer je het beste zwemmen.


00:15:02 - 00:16:24

Henk: Ja. Ik had wel eens een tank gezien, maar nooit van dichtbij. Die mannen lieten me echt alles zien. Ik zat in het Alfa-eskadron van 43 Tankbataljon. Zij hadden toen nog de Leopard 1. Zij werden op dat moment ingewisseld voor Leopard 2. Ik kwam in het eerste eskadron met de Leopard 2. De Leopard 1 werd nog ingeleverd. Die mannen zijn ook minder op oefening geweest. Zij hadden op het laatst meer tijd nodig om de boel in te leveren. Zij gingen ook allerlei excursies doen om hun tijd nog mooi te maken. Ik mocht al die excursies ook meemaken. Ik ben met hen naar het IJzeren Gordijn geweest. Ik ben met hen naar Wolfsburg, naar de Volkswagenfabriek geweest. Dat soort dingen had ik anders allemaal gemist. Ik moest meteen mee wacht lopen, wat ik verder in mijn diensttijd gelukkig niet meer hoefde, omdat ik chauffeur en chauffeur van dienst en dat soort dingen was. Ik hoefde bijna geen wacht te lopen, maar dat moest ik toen wél, omdat er al heel veel mannen van hun eskadron afgezwaaid waren.


00:16:26 - 00:16:29

Roos: Het werk dat je daar deed, was vooral chauffeur.


00:16:30 - 00:16:31

Henk: Ja.


00:16:32 - 00:16:36

Roos: Was dat ook hetgeen jij het liefst wilde doen tijdens je diensttijd?


00:16:36 - 00:17:46

Henk: Ja. Ik moet zeggen: ik was chauffeur viertonner en ik was hulpfoerier erbij. Als viertonner-chauffeur voor de foerier heb je geluk, want dan maak je namelijk de meeste kilometers en je mag het meest in het terrein rijden, wat natuurlijk geweldig mooi is om te doen. In januari 1984 hadden we onze eerste oefening. Dan scheuren er zeventien spiksplinternieuwe Leopards twee voor je aan en dan mag jij met je kleine viertonnertje erachteraan hobbelen, wat niet altijd meevalt, maar dat waren hele leuke dingen. We zaten heel veel door Duitsland op oefening. Ik moest heel vaak naar Seedorf spullen ophalen. We oefenden soms vlak aan de Deense grens. Dat waren echt hele mooie ritten om te doen. Ik moet zeggen dat ik echt heel veel kilometers heb gereden.


00:17:46 - 00:17:48

Roos: Heel veel gezien zo.


00:17:48 - 00:18:36

Henk: Heel veel gezien ook. We waren altijd met z'n tweeën. De wachtmeester verzorging, de foerier was mijn direct leidinggevende. We hadden een verschrikkelijke klik met z'n tweeën. Dat moet je natuurlijk ook treffen. Dat hadden we echt met z'n tweeën. We hebben ook echt heel veel lol gehad. Ik noem maar wat. Als we in de zomervakantie van de Deense grens teruggingen, reden we expres op de parkeerplaats en keken we of er Nederlanders stonden met een caravan. Zij waren dan meestal aan het koffiezetten. Als je dan je viertonner erbij zette, zeiden ze: hé, Nederlandse militairen. Willen jullie een kop koffie? Ja, graag.


00:18:37 - 00:18:39

Roos: Dat was heel slim van jullie.


00:18:39 - 00:18:41

Henk: Dat leer je op den duur.


00:18:41 - 00:18:46

Roos: Dat is mooi. Lachen, gieren, brullen in die viertonner.


00:18:47 - 00:18:58

Henk: Ja. We hebben echt heel veel plezier gehad met z'n tweeën. Hij woont al jaren in Luxemburg en we zien elkaar nog altijd één keer in de twee jaar.


00:18:58 - 00:19:06

Roos: Oh, leuk. Uit al die oefeningen die je hebt meegemaakt in Duitsland, is er één die je echt nog heel erg goed bijgebleven is?


00:19:07 - 00:20:05

Henk: Ja. Dat was de laatste in september 1984. Dat was een hele grote Engelse oefening. Dat was toendertijd de grootste oefening die ooit is gehouden na de Tweede Wereldoorlog. Ze heette Lionheart. Het onderdeel van Lionheart dat wij deden, was de oefening Spearpoint. Die duurde voor ons tien dagen. Dat was een hele grote oefening. Wij hadden gelukkig al heel veel ervaring, maar het was ook heel veel improviseren met allerlei dingen: eten ophalen, eten verdelen, al dat soort dingen meer. Dat was echt heel veel improviseren. Wij hadden al tien maanden ervaring. Voor ons ging dat hartstikke goed.


00:20:05 - 00:20:10

Roos: Het was een hele grote Engelse oefening. Jullie werkten veel met de Engelsen.


00:20:12 - 00:20:36

Henk: De Engelsen waren onze oefenvijand. Wij waren met drie brigades de oefenvijand van de Engelsen: de 41 pantserbrigade die in Duitsland zat, een Amerikaanse pantserbrigade en een Duitse pantserbrigade. De Engelsen waren onze vijand. Daar werkten we niet mee samen.


00:20:36 - 00:20:37

Roos: Dat is ook nooit gebeurd.


00:20:37 - 00:21:05

Henk: Nee. De verhoudingen tussen de Nederlanders en de Engelsen lagen niet zo goed. Ik moet eerlijk zeggen: ik heb zelf altijd zoveel mogelijk geprobeerd om hen te mijden, want er kwamen namelijk ook heel veel knokpartijen uit onderling. Gelukkig heb ik het zelf nooit meegemaakt, maar ik weet dat er heel veel knokpartijen zijn geweest.


00:21:05 - 00:21:05

Roos: Waar kwam dat vandaan?


00:21:05 - 00:21:57

Henk: De Engelsen zaten in Hohne. Zij zaten het dichtst bij ons. Hohne was maar vijftien kilometer van ons vandaan. In Hohne zaten heel veel mensen die normaal gesproken in Engeland in de bajes moesten. Zij konden kiezen: of in Engeland in de bajes of uitgezonden worden naar Duitsland. Ik ben verscheidene keren in Hohne op de kazerne geweest. Als ik dan keek wat voor discipline die Engelse militairen hadden, hoe die onder de duim zaten bij hun meerderen, kan ik voorstellen dat ze, zo gauw als ze onder de meerderen vandaan waren, toch een stuk vrijheid weer inpikten. Ik denk dat dat ermee te maken heeft en natuurlijk te veel alcoholgebruik.


00:21:58 - 00:22:01

Roos: Was het alleen naar Nederlanders toe of was het ook naar Amerikanen?


00:22:01 - 00:22:05

Henk: Nee. Dat was over het algemeen. Dat ging naar iedereen toe.


00:22:06 - 00:22:08

Roos: Dat was de Engelsen tegen de rest.


00:22:08 - 00:22:11

Henk: Ja. Daar komt het op neer, denk ik.


00:22:11 - 00:22:13

Roos: Net zoals in de oefening.


00:22:13 - 00:22:21

Henk: Ja, maar het schijnt tussen de Amerikanen en de Engelsen nog veel erger geweest te zijn, maar dat heb ik zelf nooit meegemaakt.


00:22:21 - 00:22:41

Roos: U bent al die tijd chauffeur geweest in uw diensttijd. Op een gegeven moment kwam een eind de diensttijd. Hoe stond je toen tegenover het leger: dienstplichtig zijn, eventueel doorgaan als beroeps. Wat was je gedachte daarbij?


00:22:41 - 00:23:56

Henk: Omdat ik echt een hele mooie tijd heb gehad, heb ik inderdaad overwogen om beroepsmilitair te worden. Ik heb ook een paar gesprekken gehad. Als je eenmaal cavalerist bent, wil je daar blijven. Dan wil je je zwarte baret niet meer opgeven. Het leven in Duitsland was zo fijn en zo goed dat ik zei: ik wil bijtekenen, maar dan wil ik ook in Duitsland blijven. Het was die omgeving. Ik kom er ieder jaar nog terug. Op een of andere manier ben je er nog steeds aan verbonden. Je had eenmaal je ankers daar uitgeworpen. Het was een beetje moeilijk voor hen om mij te beloven ten eerste dat ik bij de cavalerie kon blijven en ten tweede dat ik terug kon. Dat had ook met mijn vooropleiding te maken. Ik zat in het bouwvakkerswerk. Bij de cavalerie worden er toch andere dingen van je gevraagd.


00:23:56 - 00:25:08

Henk: Dan kwam je op bepaalde functies, maar daar had ik dan zelf weer niet zoveel zin in. Je kon een chauffeur worden op de YPR. Dan rij je heel veel op oefening, maar voor de rest doe je alleen maar onderhoud en daar zat voor mij de uitdaging niet in. Ik heb heel erg moeten overwegen om het wél of niet te doen. Toen heb ik besloten om het niet te doen, waar ik een jaar later alweer spijt van had, waar ik nu nog heel veel aan heb. Ik werk in het onderwijs. Ik werk met allemaal pubers. Ik moet heel veel leidinggeven. Ik heb in militaire dienst echt geleerd hoe je niet en hoe je wél moet leidinggeven. Dat zit dan in de omgang met mensen, hoe je met mensen omgaat, dat je je ook kunt verplaatsen in de gedachtegang van een ander. Daar heb ik heel veel aan gehad.


00:25:08 - 00:26:06

Henk: We hebben heel vaak reünie en dan spreek ik nog heel veel van mijn oude leidinggevenden weer. Ik vertel ook iedere keer dat ik daar heel veel aan heb, maar ook de groepsvorming, dat je als groep zijnde veel meer met elkaar kunt bereiken dan met individualisten. Dat is ook iets wat me heel veel is bijgebleven. Ik heb altijd heel veel contact gehouden met de mannen die bij mij in het peloton zaten, maar ook met de leidinggevenden van de andere pelotons, omdat we echt een hele goede band met elkaar hadden. Dat vind ik heel waardevol.


00:26:06 - 00:26:23

Roos: Tegenwoordig is er geen sprake van dienstplicht, maar hebben we het Dienjaar. Dit is een mogelijkheid om een jaar kennis te maken met Defensie, persoonlijk te groeien en mee te bouwen aan een sterke krijgsmacht. U heeft hier al wat over gehoord, hoorde ik.


00:26:23 - 00:26:35

Henk: Dat klopt. Ik volg Defensie nog. Ik lees de Defensiekrant, de Landmachtkranten. Ik volg al dit soort dingen nog steeds.


00:26:36 - 00:26:40

Roos: Wat was het eerste dat je dacht toen je las over het Dienjaar?


00:26:41 - 00:27:32

Henk: Ik denk dat dit een hele listige is, omdat het op vrijwillige basis is. De verplichting vervalt. Ik hoor toch heel veel mensen die graag nader willen kennismaken met Defensie. Ik hoor ook heel veel mensen die bijvoorbeeld een tussenjaar nemen, die een jaar willen stoppen met studie en hun tijd toch nuttig willen besteden. Dan denk ik dat dit echt een hele goede keuze is als je toch actief bezig wilt blijven. Ik denk dat je op deze manier een heel goed beeld kunt krijgen van Defensie. Dat denk ik.


00:27:34 - 00:27:36

Roos: Zou je zelf meedoen aan het Dienjaar als je nog die leeftijd had?


00:27:38 - 00:28:13

Henk: Ik zou zeker willen meedoen aan dat jaar. Eerlijk gezegd denk ik dat, als ik dat zou verschuiven naar mijn eigen tijd, - dat ook het woord plicht eraf valt - ik misschien wat sneller in de rol van beroepsmilitair was gerold, omdat je dan toch met een iets ander gevoel erin gaat.


00:28:14 - 00:28:18

Roos: Is het dan echt per se die drempel van dat het toen een plicht was?


00:28:18 - 00:28:40

Henk: Ja. Dat vond ik. Dat heeft me toen een beetje op mijn nek gezeten. Ik moet trouwens eerlijk zeggen dat het verhaal achteraf nog veel mooier wordt, want ik had helemaal niet gehoeven.


00:28:40 - 00:28:41

Roos: Oh?


00:28:41 - 00:29:22

Henk: Ja. Dat heb ik pas gehoord op de dag van afzwaaien. Dat heeft mijn ritmeester mij verteld. Mijn oudste broer is geboren in 1959. Dat hele jaar hoefde niet op te komen. Dat hele jaar had vrijstelling, omdat er toen zoveel mensen waren. Ze hoefden niet. Mijn broer net boven mij is van 1960. Hij heeft vier maanden bij de Luchtmacht gediend. Toen is hij afgekeurd, maar dat telde als volledige dienstplicht. Ik had twee mensen vóór mij en ik had broederplicht kunnen aanvragen.


00:29:23 - 00:29:34

Roos: Oh, maar nu je dit weet, denk je dan dat je, als je dat toen had geweten, alsnog die broeder, hoe zei je dat?


00:29:34 - 00:29:34

Henk: Broederdienst.


00:29:34 - 00:29:35

Roos: Broederdienst. Had je dat dan aangegeven?


00:29:37 - 00:29:45

Henk: Als ik dat van tevoren had geweten, had ik - met de blik die ik toen had - dat aangevraagd.


00:29:45 - 00:29:46

Roos: En nu?


00:29:46 - 00:30:12

Henk: Nee. Achteraf zei ik ook tegen de ritmeester: ik ben blij dat u het mij nu pas vertelt, want ik had het niet willen missen. Het stappen in Duitsland was natuurlijk ook geweldig in het weekend met elkaar. Ik had toen zelf geen relatie. Je knoopt ook wel eens relaties aan met mooie Duitse Mädchen.


00:30:12 - 00:30:14

Roos: Wat miste u het meest aan uw diensttijd?


00:30:16 - 00:30:44

Henk: Wat ik het meest miste, was toch een beetje de omgang met elkaar, de kameraadschap, maar dat was voor ons ook door Duitsland. Ik had wel eens wachtdetachement. Dan zat je acht weken binnen. Je moest acht weken met elkaar optrekken. Die samenhorigheid heb ik daarna ook gemist.


00:30:45 - 00:30:48

Roos: Denk je dat je dat ergens anders - bij een andere werkgever - gaat vinden?


00:30:49 - 00:31:06

Henk: Nee. Dat ben ik niet meer - niet meer op die manier tenminste - tegengekomen. Dat komt misschien ook doordat je met allemaal dezelfde leeftijdgenoten bent. Ik weet niet of dat ermee te maken heeft.


00:31:09 - 00:31:11

Roos: Je zat toen echt met z'n allen in hetzelfde schuitje.


00:31:11 - 00:32:11

Henk: Je zat met z'n allen in hetzelfde schuitje en je regelde dingen met elkaar. Ik noem maar wat: wij moesten oefening marathon doen. Dan ga je met je peloton op vrijdagavond weg, moet je een heel eind sjouwen, iedereen heeft zijn persoonlijk wapen bij zich. Er moest nog een .50 mee, er moesten twee lange houten balken mee, er moesten twee munitiekisten mee en je gaat lopen met elkaar. Je moet 40 kilometer lopen en je gaat met elkaar weg, maar je moet ook met elkaar weer binnenkomen. De één is sportiever dan de ander. Ik was zelf heel sportief. Ik had misschien wel drie uzi's om mijn nek hangen, terwijl de jongens die niet meer konden zonder iets liepen, maar dat was vanzelfsprekend dat je dat met elkaar deed. Samen de eindstreep halen, maar ook andere dingen: je verantwoordelijkheid nemen.


00:32:11 - 00:33:07

Henk: Omdat ik hulpfoerier was, was ik ook - zo noemden ze dat dan - de sigarettenboer van het eskadron. Ik moest de belastingvrije sigaretten kopen. Ik had geluk dat ik daarvóór gewerkt had, want er werd ook van je verwacht dat je die zelf voorschoot. Wij betaalden toen - dacht ik - ongeveer 1,35 DEM voor een pakje sigaretten, behalve de Camel en de Marlboro. Die hadden een dagprijs, omdat dat Amerikaanse sigaretten waren. Het hele eskadron, de 100 man, moesten dan bij mij hun sigaretten bestellen. Dat ging soms echt om duizenden DEM.


00:33:07 - 00:33:08

Roos: Jee.


00:33:08 - 00:34:06

Henk: Ze bestelden en moesten betalen, maar niet iedereen had het geld, want je had ook jongens die nog niet gewerkt hadden. Zij hadden niets. Ik heb bijvoorbeeld ook voor jongens van mijn peloton heel veel geld voorgeschoten. Ik heb alles teruggehad, maar dat ging soms om honderden en duizenden euro's aan geld. Ik weet dat een voorganger van mij die hetzelfde deed, er met de poet vandoor gegaan is. Die hebben ze wel weer gekregen. Hij heeft een paar weken naar Nieuwersluis gemoeten. Als je zelf geen geld gewend bent en je dan in één keer zoveel geld van anderen binnenkrijgt om sigaretten te kopen, is de verleiding misschien heel groot om er met de poet vandoor te gaan en dat gebeurde nog wel eens.


00:34:07 - 00:34:16

Roos: We hebben een aantal vragen. Die hebben we opgeschreven op lootjes. Die liggen nu voor je. Je kan er eentje grabbelen en voorlezen en beantwoorden.


00:34:17 - 00:35:19

Henk: Kun je ons een verhaal vertellen over een keer dat je een grappige fout maakte tijdens een oefening? Een grappige fout weet ik niet, maar als we dan op oefening waren en ik iets voor de radio moest zeggen, praatte ik toen nog heel veel in dialect. Ik ben een geboren en getogen Drent. Als ik dan iets over de radio moest zeggen, moest je dan iets bevestigen: Roger. Dan zei ik bijvoorbeeld altijd: Rogge. Of als je het goed had verstaan, zei ik bijvoorbeeld: kappe. Dat mocht helemaal niet. In dat soort dingen was ik nog wel eens ondeugend.


00:35:19 - 00:35:20

Roos: Kappe?


00:35:20 - 00:35:33

Henk: Ja, kappe. Dat betekende dan dat je iets had begrepen. Dat was speciale taal. Dat waren dan nog wel eens de dingen die ik deed.


00:35:34 - 00:35:55

Roos: Dit was het voor deze aflevering. Henk, heel erg bedankt voor het delen van je verhaal. Het was hartstikke gezellig en ik vond de verhalen heel erg leuk om te aanhoren. Ben jij benieuwd naar nóg meer verhalen uit de diensttijd, dan heb ik goed nieuws voor jou, namelijk volgende week donderdag staat er weer een gloednieuwe aflevering online op jou te wachten. Dit was het voor nu. Groetjes.


00:35:55 - 00:35:56

Henk: Groetjes. Bedankt.

Over Mijn Missie

Ontdek het laatste nieuws, boeiende verhalen en adembenemende ontwikkelingen binnen de koninklijke landmacht met Mijn Missie. Stap in de wereld van toegewijde mensen die klaar staan te vechten voor vrede en veiligheid. Laat je inspireren en informeren door Mijn Missie.

Luister via ...

Volg ons op ...