Inge Diepman: Ko, waar zijn we?
Ko van Huisstede: We zijn hier in Assendelft, bij een melkveehouderij met 200 koeien. Daar zijn twee meetlocaties, waar we kunnen meten hoeveel CO2 er uit de bodem komt, en wat dat eventueel doet met de bodemdaling.
Inge Diepman: Laten we maar richting die meet plots lopen. Je hebt de grondboor bij je, maar een nog veel belangrijker tool voor jou is datgene wat in je rugzak zit, dat is de computer.
Ko van Huisstede: Ja, dat klopt. Ik doe beiden, ik meet CO2- en methaanemissies, en ik heb ook een model ontwikkeld voor het uitrekenen van CO2- en methaanemissies als je gegevens hebt over het weer, over de bodem, plantengroei en dergelijke.
Inge Diepman: Sinds wanneer ben je met dat model bezig?
Ivo de Wijs: Nou, dit is al heel lang. Dat is een ontwikkeling waar ik in 2000 zoveel aan ben begonnen, geloof ik.
Inge Diepman: Er zit er heel wat in dat model, onder andere bodemfysica. Dan lopen we even verder langs de koeien. Stoppen we die koeien er ook in?
Ko van Huisstede: De koeien zitten ook in het model.
Inge Diepman: Op welke manier?
Ko van Huisstede: Je kunt erin stoppen hoeveel gras wordt afgegraasd, hoeveel biomassa, hoeveel gras zij van het land afhalen. Mooi vee, hè!
Inge Diepman: Prachtig vee! Dit is de Holstein Friesian, denk ik, de bekende Nederlandse koe.
Ko van Huisstede: De hoogproductieve melkkoe.
Inge Diepman: En die staat nu op een weiland met een grondwaterpeil van?
Ko van Huisstede: Aan de linkerkant van de weg is het grondwaterpeil hoog, het wordt hoog gehouden door drukdrainage. Daar staan ze nu op. Kijk, ze vinden het allemaal erg spannend, erg leuk om even mee te lopen.
Inge Diepman: Koeien zijn nieuwsgierig.
Ko van Huisstede: Koeien zijn ontzettend nieuwsgierig, ja.
Inge Diepman: Een aan de rechterkant?
Ko van Huisstede: Aan de rechterkant is het normale peil, zonder enige maatregel. Dus aan de linkerkant hebben we de maatregelplot waar die instrumenten staan, en de rechterkant is het controleplot.
Inge Diepman: En wat stop jij daarvan in de computer?
Ko van Huisstede: Een heleboel. In de eerste plaats de bodemeigenschappen. Het weer vooral ook, want wat er allemaal gebeurt in die bodem is heel erg afhankelijk van temperatuur en grondwaterstand, en dus van hoeverre het verdampt en in hoeverre het regent.
Inge Diepman: Neem je het vliegtuig ook mee?
Ko van Huisstede: Nee, zo ver ga ik niet, gelukkig. Daar zou ik niet aan moeten denken.
Inge Diepman: Maar ja, het ik kan invloed hebben, toch? Alle processen kunnen verstoord worden.
Ko van Huisstede: Ja, alle processen kunnen verstoord worden. Wat er wel in het model zit, is de toename van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, want dat beïnvloedt ook weer de plantengroei.
Inge Diepman: We doen het hek van het meetplot open. Overal schrikdraad!
Ko van Huisstede: Ik zie daar ook een snoer waar we overheen moeten stappen, dat hoog ligt. Dat komt waarschijnlijk omdat het binnenkort gemaaid moeten worden.
Inge Diepman: Maar het is voorzichtig lopen, omdat je anders processen verstoort?
Ko van Huisstede: Ja, of instrumenten verstoort.
Inge Diepman: De computer komt uit de rugzak. Gelukkig dat het droog is vandaag.
Ko van Huisstede: Ja, computers en het veld gaan soms niet helemaal goed samen.
Inge Diepman: En hier staan we omheind door hekken in dat meetplot bij een peilbuis, neem ik aan?
Ko van Huisstede: Ja, dit is een peilbuis. Daarin meten we de grondwaterstand. Dat doen we automatisch met een apparaatje dat erin hangt. Dat registreert ieder uur de grondwaterstand, zodat je heel precies de grondwaterstand in dit meetplot weet. We gebruiken dit om het model op te ijken. Dat model kan zelf de grondwaterstanden uitrekenen, en we willen weten hoe goed het model dat doet. Als het model dat niet goed genoeg doet, kunnen we zeggen: "Gebruik de grondwaterstanden maar die hier gemeten zijn.". En dat is op dit moment even de praktijk, want veen is heel lastig spul, waar je ontzettend lastig de grondwaterstand van kunt modelleren. Want al die vergelijkingen voor stroming van grondwater en dergelijke, zijn vaak niet zo heel goed aangepast op veenbodems. Het eerste wat we gaan doen is even met de hand meten. Het is altijd wel handig om referentie van een handmeting te hebben. Dat doen we met dit ploppertje. Dit zakt erin, en als je op een gegeven moment bij het wateroppervlak bent, hoor je plop. Ik hoop dat het te horen is. Nou, eens horen waar 'ie zit, want ik denk dat we er al overheen zijn. Ja, hij is nat hier.
Inge Diepman: Op hoeveel?
Ko van Huisstede: Nee, dat is niet goed te zien, ik moet toch echt meekijken. Ja, nou hoor ik hem. Een grondwaterstand van 100-- van 30 centimeter onder het oppervlak. Dat valt nog mee inderdaad.
Inge Diepman: Even opschrijven, niet in de computer, maar nu doe je dat in de smartphone.
Ko van Huisstede: Even op de tablet.
Inge Diepman: Dit is eigenlijk een van de basisparameters.
Ko van Huisstede: Ja, dot is één van de basisparameters die je nodig hebt, die grondwaterstand. Dit is een apparaatje dat daar in het water hangt, en dat meet de grondwaterstand aan de hand van drukverschillen. Ik ga het nu even uitlezen.
Inge Diepman: Het goede programma staat voor, en hij leest nu de peilbuis uit.
Ko van Huisstede: Ja, de logger. Dit apparaatje heet een waterstandslogger. Die leest het uit. Je ziet hier nu in deze grafiek twee jaar grondwaterstandgegevens. In de zomer zie je het omlaag gaan, en 's winters gaat het weer omhoog.
Inge Diepman: Welke data moet je vanuit dit meetplot nog meer in de computer stoppen?
Ko van Huisstede: Heel veel gegevens over de bodem. Dus de hoeveelheid organische stof in de bodem, de worteldiepte moeten we erin stoppen. Wat ook heel belangrijk is, is de temperatuur, want bacteriën die dat veen afbreken reageren ontzettend sterk op temperatuur. Dat is een exponentieel verband.
Inge Diepman: Als ik hier nu in het gras op de plek waar ik mag rondlopen kijk, dan zie ik geen warmtesensoren, klopt dat? Die zitten diep in de grond?
Ko van Huisstede: Ja, die zitten diep in de grond. Die staan daar bij die stokjes, bij die witte kastjes daar. Daar staat ook een regenmeter. Wat er verder in de grond zit, zijn sensoren om bodembewegingen te meten.
Inge Diepman: We kijken even rond.
Ko van Huisstede: Er staan hier apparaatjes, zogenaamde lysimeters, om grondwater te bemonsteren voor de chemische samenstelling. Daar is een apparaatje dat de zonnestraling meet, en een klein weerstation dat de windrichting meet. Dat heb je ook allemaal nodig als invoer voor zo'n model.
Inge Diepman: Kan ik eromheen, Ko?
Ko van Huisstede: Ja, je kunt er omheen. Deze plexiglas cilinders meten de hoeveelheid CO2 die uit de bodem komt. Ze worden automatisch bediend. Je ziet dat er eentje dicht zit daar, die is nu aan het meten. Waarschijnlijk gaat hij straks open, dat hoop ik wel, want anders is hij stuk.
Jan Strijker: Dat kan natuurlijk, er kan er eentje stukgaan! Kan jouw model dat opvangen?
Ko van Huisstede: Ja, het model kan dat opvangen, want je kunt gaan interpoleren tussen de metingen die je mist. Als het model het goed doet, kun je inderdaad stukken waarin je metingen mist omdat de apparatuur niet goed gewerkt heeft, en je kalibreert dat goed op de gegevens die je wel hebt, dan kun je dat model gebruiken om te interpoleren.
Inge Diepman: Maar zal het model uiteindelijk dusdanig ingeregeld kunnen zijn dat we deze meetplots helemaal niet meer nodig hebben?
Ko van Huisstede: Nee, absoluut niet. Er zitten zoveel onzekerheden in de gegevens die je in zo'n model moet stoppen, dat je altijd een vorm van meten nodig zult hebben. Dus je kunt niet zonder meten, daar ben ik heilig van overtuigd. Vaak worden modellen ingezet want ja, meten is te duur. Nou ja, modelberekening die je niet kunt kalibreren op metingen, kunnen ook hele dure gevolgen hebben, omdat je dan maatregelen gaat nemen die op onvoldoende gegevens gebaseerd zijn.
Inge Diepman: Wanneer weet je of het model af is?
Ko van Huisstede: Het model is nooit af.
Inge Diepman: Maar kunnen we het nu al gebruiken?
Ko van Huisstede: Ja, je kunt het gebruiken, natuurlijk onder de voorwaarde dat je heel duidelijk vertelt wat je nog niet weet en wat nog niet in een model zit. En dat je daar rekening mee houdt met beslissingen die gebaseerd worden op zo'n model. Eén ding dat er nu nog niet in zit, is dat er ook onder de grondwaterspiegel organische stof afgebroken wordt, en dat produceert ook CO2. Dat zit er nog niet precies genoeg in.