Inge Diepman: Dat is hem, hè?
Youri Egas: Ja, dit is de mast waar het NOBV de broeikasgasuitstoot van dit lisdoddeveld meet.
Inge Diepman: Het staat midden in een lisdoddeveld. Hoe groot is het ongeveer?
Youri Egas: Dit lisdoddeveld is zo'n halve hectare, en die mast staat op deze plek, juist omdat we over het algemeen zuidwestenwind hebben hier, dus dan komt de wind daar vandaan. Eigenlijk al die uitstoot uit dit veld komt zo richting die mast. En die mast weet precies wat er in die lucht zit hier.
Inge Diepman: Het zijn buizen en witte kastjes.
Youri Egas: Ja, dat klopt, dat is een stellage met allemaal sensoren eraan. Je ziet de witte kastjes daar zitten.
Inge Diepman: Met die ribbels?
Youri Egas: Ja, met die ribbels. Eentje meet bijvoorbeeld de methaanuitstoot van dit veld, er is er ook één die de CO2-uitstoot meet en de verdamping dus de hoeveelheid vocht. Onderin zie ook allemaal nog kabels lopen, daar meten ze weer de grondwaterstand, dus wat is het waterniveau eigenlijk in dit lisdoddeveld? Bovenop wordt gemeten waar de wind vandaan komt: windrichting, windsnelheid om allemaal weer te kunnen kijken naar: wat is die uitstoot geweest in dit lisdoddeveld?
Inge Diepman: Hij is wel wat hoger dan de grote lisdodde als die tot bloei komt en die mooie sigaar laat zien. Hij is denk ik een meter of drie hoog?
Youri Egas: Hoe de mast zo is ingericht, is dat de sensoren met de plant mee omhoog gezet worden. Straks gaat die plant gaat groeien. Die lisdodde wordt wel twee meter hoog. Dan kan je je voorstellen als die sensor op een halve meter boven de grond blijft, net als die onderste die je daar ziet en er staat lisdodde omheen van twee meter, dan pakt die waarschijnlijk dat stukje lucht heel dicht om die sensor heen. Niet zozeer wat die wind meeneemt over dat veld heen. Dus daarom is die mast zo ingericht dat die mee omhoog kan groeien.
Inge Diepman: Dit is wel het meten van de meest extreme maatregelen.
Youri Egas: Ja, dat klopt. Als je kijkt naar het veenweidegebied dan kunnen we ervan uitgaan dat we gaan vernatten, alleen het is natuurlijk de vraag wanneer, hoe en in welke mate. En dan inderdaad, het veld wat je hier ziet is wel de extreme mate. We zetten gewoon water op maaiveld dus we zetten het gewoon onder water. En dan is natuurlijk de grote vraag: wat kan je er nog mee?
Inge Diepman: Kunnen we er doorheen lopen, of doen we het dan kwaad?
Youri Egas: Nou, ik zal mijn lange laarzen even aantrekken, dan zal ik er doorheen lopen, want het kan zomaar zijn dat je natte voeten haalt.
Inge Diepman: Nou, deze kun je met recht de lieslaarzen noemen.
Youri Egas: Ja, die doe ik ook niet voor niets aan, want het kan zomaar zijn in dit veld dat je voorbij je knieën erin zakt en dan kom je met kaplaarzen niet ver genoeg. Zie je dat goed als ik erdoorheen loop?
Inge Diepman: Je zakt weg.
Youri Egas: Dat is één en wat zie je nog meer gebeuren?
Inge Diepman: Je ziet belletjes.
Youri Egas: Ja, je ziet heel veel belletjes. Dat zijn eigenlijk allemaal gassen die uit die natte veenbodem komen. En dan is natuurlijk de grote vraag: wat zit er in die belletjes? Zit daar methaan bij of zit daar geen methaan bij? Dat wordt allemaal door die mast die hiernaast staat, door die toren, gemeten. Dus die zal inderdaad, als wij het hele veld hier doorlopen, of we hebben activiteiten in dat veld, andere dingen meten dan als we bijvoorbeeld niet door dat veld lopen.
Youri Egas: Die kaplaarzen, daar red je het niet mee, en je weet niet waar je wegzakt.
Inge Diepman: Youri, kom terug! Je zakt echt helemaal weg. Je hebt ook geen wortelmat natuurlijk waar je op kan steunen.
Youri Egas: Die lisdodde, als je goed naar die plant zelf kijkt, is het geen plant die een dichte wortelmat vormt. Een rietland bijvoorbeeld drijft ook, maar daar kan je altijd nog overheen lopen vanwege die wortelmat, en lisdodde heeft eigenlijk niet die wortelmat die het sterk maakt dat je eroverheen kan, want als ik hier doorheen loop, voel ik ook dat ik gewoon door de wortels heen zak.
Inge Diepman: Kun je zo'n wortelstok laten zien?
Youri Egas: Ja, ik zal er één uittrekken. Je ziet hier, dit is een wortel van de lisdodde, dus hier maakt die uitlopers mee, en hier komt weer een nieuwe plant en die komt weer omhoog. Maar je kan je voorstellen, deze wortel drijft dus eigenlijk in de bagger. Dus als ik hierop sta, je ziet het zelf hoe breekbaar, hoe kwetsbaar die is. Als ik hier doorheen zak dan gaat die wortel ook weer rotten, hij kan daar ook niet tegen.
Gilles Erkens: Met welk gevolg?
Youri Egas: Dat dit stukje doodgaat, dus deze plant gaat dood en je krijgt open plekken in je veld. Je kan ook heel goed zien met oogsten waar de oogstmachine heeft gereden. Precies op die plekken komt die gewoon niet gelijk weer terug, dus dan moet het weer helemaal opnieuw gaan groeien.
Inge Diepman: Zo'n natte teelt is een oplossing. Of, het wordt onderzocht of een natte teelt een oplossing is, maar dan kom je gaandeweg allerlei problemen tegen.
Youri Egas: Het interessante van dit veld is dat, doordat we het onder water zetten, je meerdere dingen ziet gebeuren. De ene is dat de bodem verweekt, dus je zakt er in één keer doorheen, je hebt geen draagkracht meer. Maar aan de andere kant zie je ook dat die bodem bijna gaat drijven, zelfs, doordat die als het ware helemaal opzwelt door het water, omdat die altijd onder water staat. En als je het over bodemdaling hebt, dan is de grote vraag voor mij in ieder geval in dit veld: hoe moet ik die meten? Omdat, je ziet het als ik hier ga staan, dan zak ik weg, waar is de bodem? En hoe moet ik dan bodemdaling meten, zeker langjarig? Dus het antwoord wat het bijdraagt aan de bodemdaling, dat kunnen we absoluut nog niet zeggen, omdat we het eigenlijk nog niet eens kunnen meten.
Inge Diepman: Ja, met andere woorden, we staan in één groot proefveld. Waarin proeven ook voortdurend worden aangepast.
Youri Egas: Precies, wat we in dit veld doen, is dus echt de lisdoddeteelt ontwikkelen. Dus wat is er nodig om die lisdoddeplant te houden? Wat is er nodig om hem langjarig te houden? Wat is het effect van waterstand bijvoorbeeld op die teelt? Dus heeft die lisdodde een hogere waterstand of lagere waterstand nodig? En wat je dan ziet is, al die stapjes die we in die teeltontwikkeling maken hebben ook weer effect op die broeikasgasmeting of de broeikasgassen die uit dat veld komen. Als ik bijvoorbeeld hier het water aflaat om bijvoorbeeld de oogsten zien we dat dat effect heeft op die broeikasgassen: dat die veranderen. Dus dat is eigenlijk een wisselwerking, enerzijds wil je de teelt optimaal ontwikkelen, maar anderzijds wil je ook teelt hebben, die de broeikasgasuitstoot maximaal reduceert.