Inge Diepman: Ja, hier is er eentje open.
Merit van den Berg: Ja, hij is opengegaan. Hij heeft een paar minuten gemeten. En als hij dicht zit, dan vangt hij eigenlijk alle CO2 op die in de bodem wordt geproduceerd.
Inge Diepman: Het is eigenlijk een soort klein broeikasje, een oester die open en dichtgaat.
Merit van den Berg: Ja, dat is het. En hij is dus ook transparant. Dus het is zo, dat het licht er doorheen komt en die gas nog wel gewoon kan groeien en zijn ding kan doen. Het is een soort broeikas, dus dat betekent ook dat de temperatuur hoger wordt. Dus je moet hem ook niet te lang dicht hebben. En dan kan hij weer open. En dan kan hij weer op adem komen, zou ik bijna zeggen.
Inge Diepman: Nu zijn dit automatische kamers. Dat is wel fijn, want in het begin waren het handmatige en dan moet je er eigenlijk volgens mij met een tentje naast slapen, omdat 's nachts in verband met het niet aanwezig zijn van fotosynthese, er natuurlijk anders gemeten wordt.
Merit van den Berg: Ja, daar waren dan geen transparante kamers, maar donkere kamers voor die overdag ingezet werden. Dus het was niet dat je midden in de nacht ging meten maar je zorgt ervoor dat er geen licht bijkwam kwam door gewoon de kamers niet transparant te hebben. Je ziet heel duidelijk 's nachts, dan is er dus geen licht en dan is er geen fotosynthese en dan zie je dat er telkens een toename is in je CO2. En overdag nemen die planten dus die CO2 op en dan zie je weer een afname in de CO2, dat kan je heel mooi in die data zien, dat dag en nacht ritme.
Inge Diepman: Deze kamers geven ons dus duidelijkheid over de CO2 vorming. Waardoor precies?
Merit van den Berg: Ja, het moeilijke van CO2 meting is, is dat dat altijd een combinatie van alles is. Dus je hebt je veenoxidatie daar komt CO2 vrij. Dan heb je je planten, die nemen CO2 op en via de wortels komt er weer koolstof in de bovenste laag van de grond en dat gaat ook weer uiteindelijk een keer ook de lucht in. Dus dat is eigenlijk een kort cyclische vorm van CO2. Koolstof wordt opgenomen door planten, komt in de bodem, wordt weer gerespireerd. Dan heb je die lang cyclische dat is eigenlijk een veenoxidatie. En dan heb je ook nog op een gegeven moment wordt dat gas ook weggehaald, dus je neemt ook koolstof weer uit je systeem en dat moet je dus ook bepalen om uiteindelijk je totale balans te maken van: wat komt er nu uit je systeem en wat gaat erin?
Inge Diepman: Moet je dan niet de vegetatie eruit halen. Hoe zou je dat dan moeten doen?
Merit van den Berg: Ja, je kan dat eigenlijk op twee manieren doen door te bepalen: wat is nou het effect van je vegetatie? Enerzijds is dus als je lang genoeg meet dan is eigenlijk die kort cyclus, koolstofcyclus, niet zo belangrijk dan meer. Op een lange termijn kun je wel, de netto CO2-emissie is dan je veen oxidatie.
Inge Diepman: Ze zijn lekker actief.
Merit van den Berg: Ja, ze gaan om de drie minuten open en dicht. En een andere idee is om dat met een model te doen. Dus dan heb je een model waarin zowel je veengrond wordt gemodelleerd als de vegetatie. En als je die goed parametriseert, dan kan je dus ook bepalen welk deel van je totale flux van die planten komt en welk deel komt van je veen. Maar er is nog een ander idee nu en dat is, dat zien we hier, dat is een experiment waarbij het gras weg is gehaald en er is een nog een variant waarbij ook nog een deel van de bodem weg is gehaald. En nog een deel waar nog meer bodem is weggehaald om gewoon te zien: wat is dat effect van planten en de bovenste laag van je bodem?
Inge Diepman: Is het alleen zuurstof dat zorgt voor afbraak van veen?
Merit van den Berg:Nee, het is niet alleen een zuurstof. Eigenlijk alles wat met veenafbraak te maken heeft, zijn de redoxreacties. Dat betekent dat het organische materiaal levert elektronen en je hebt een oxidator nodig die dat opneemt. Zuurstof is een hele sterke oxidator, dus die neemt heel goed elektronen op. En daar komt de meeste energie bij vrij. Maar je hebt bijvoorbeeld ook nitraat, sulfaat of ijzer, dat kan ook elektronen opnemen en dat kan ook dat organische materiaal afbreken. Dus op het moment dat je veel van nitraat of sulfaat in je bodem hebt, dan krijg je alsnog dus snel weer die veen afbraak, ondanks dat je bijvoorbeeld geen zuurstof hebt. En dat is dan de 'anaerobe veenafbraak' wat we zo noemen. En dat weten we nu niet direct hoeveel dat is. Dus dat is nog wel een uitdaging om te bepalen: hoeveel is anaerobe? Hoeveel is inrobe veenafbraak? Maar we weten wel redox potentiaal en dat is eigenlijk een soort maat van welke oxidator er in de bodem zit, op welke diepte. Dus dat kan wel iets zeggen over waar er potentieel anaerobe veenafbraak plaatsvindt.
Inge Diepman: Zijn deze CO2 flux kamers het hart van dit meet plot? Want ik zie veel meer, ik zie stokjes uit het gras naar boven komen. Ik zie kastjes, ik zie meters van twee meter hoog.
Merit van den Berg: Ja, we weten echt alles, ongeveer wat mogelijk. Dus naast dat --
Inge Diepman: Alles heeft met alles te maken.
Merit van den Berg: Alles heeft met alles te maken. Dus uiteindelijk je grondwaterstand verander je met een maatregel, dus die grondwaterstand wordt gemeten. Uiteindelijk verandert de grondwaterstand je bodemvocht dus dat wordt ook gemeten. Temperatuur is een hele belangrijke voor afbraak van veen en überhaupt van afbraak van organische materiaal, dus dat wordt gemeten. We zien daar een kast staan, dat iets hoger is, dat logt de data van de Extenso meter. De Extens-meter zie je daarnaast staan. Dat is dat grijze ding op de grond en dat is eigenlijk, simpel gezegd, een soort pin wat in de bodem gaat, met ankers eraan op verschillende diepten, en hij meet eigenlijk die beweging van de bodem op verschillende dieptes heel nauwkeurig over de tijd.
Inge Diepman: En waarom is dat belangrijk voor het meten van de uitstoot van broeikasgas?
Merit van den Berg: Uiteindelijk, wat er op dit moment wordt gedaan, is dat bodemdaling metingen zijn direct gerelateerd aan CO2 metingen en daar is eigenlijk het beleid op gebaseerd. En wat we zien is dat bodemdaling ook niet alleen maar afhankelijk is van die veenoxidatie. De bodemdaling zelf wel, maar de beweging varieert behoorlijk over tijd en dat heeft dan weer te maken met je grondwaterstand. Als je een hele hoge waterstand hebt, het veen is een soort spons en dat zet dan weer uit. Dus dan krijg je dat je bodem weer omhooggaat. En als de waterstand weer lager gaat, dan zakt hij weer. Dat kan tien centimeter per jaar op en neergaan zonder dat dat echt CO2-emissie oplevert. Dus die beweging wil je heel nauwkeurig weten om uiteindelijk dus op de lange termijn bodemdaling daaruit te kunnen halen en ook die link dan weer te maken met je CO2-flux. En als je die link goed kan leggen, dan kun je ook bodemdaling bijvoorbeeld gebruiken als proxy voor je CO2-flux. De paal die we hier zien, daar zie je een soort sensor op staan en die meet temperatuur en luchtvochtigheid. Je ziet een zwarte sensor, nog iets daarvoor die meet de straling die van boven komt en weer teruggekaatst wordt. Er staat een regen meter, dat lijkt een beetje op een grote beker die je daar ziet, daar wordt regen gemeten.
Inge Diepman: En die stokjes die hier uit de grond komen?
Merit van den Berg: Ja, die stokjes die zitten op verschillende diepte in de bodem. Daar zit aan de onderkant een keramische cup, zoals dat heet, verbonden aan een slangetje en die komt boven uit de grond. En uit dat slangetje daar kun je water uit zuigen en dat is eigenlijk het water van de bodem. Dus op verschillende dieptes kun je dan dat bodemwater er uithalen. En dan kun je zien: wat is de samenstelling? Hoeveel nitraat zit erin? Hoeveel koolstof zit erin? En dat kan bijvoorbeeld ook iets zeggen over die drainage buizen, die voeren bijvoorbeeld water weer aan en zorgt dat dan voor een andere samenstelling van nitraat in de bodem? En neemt dat koolstof mee? En dat soort dingen.
Inge Diepman: Als je dit plot nu 100 meter verderop zet, krijg je dan andere metingen?
Merit van den Berg: Dat weet ik niet. Je kiest een locatie en we hebben wel natuurlijk gekeken hoe is de samenstelling van die bodem, er zijn wel van voor boringen gedaan om te zien: is dit een juiste locatie of niet? Of zitten hier rare dingen in de bodem die we niet willen weten. Maar je hebt altijd variaties en we zorgen ook voor variatie en om die te bepalen, hebben we geen één kamer, maar hebben we hier vijf kamers op een rij staan. Dus daarmee wil je die variatie ook al een beetje wegnemen en dat doen we doordat alle sensoren altijd in meervoud aanwezig zijn. En daarnaast hebben we hier ook nog een Eddy Covering toren staan en die meet eigenlijk de flux van dat hele perceel. Dus die vergelijking kan je dan ook nog maken en zien: was dit het eigenlijk wel? Hebben we het goed gedaan? Weten we het juiste hier?
Inge Diepman: Dus dit plot blijft waar het is. Dat gaan we niet verplaatsen. Het lijkt me wel een goed idee als we onszelf gaan verplaatsen, want als we de lucht bekijken, komt er een enorme bui.
Merit van den Berg: Ja, goed, laten we gaan.
Over Studio Veenweide | De Veldreportage
Studio Veenweide | De Veldreportage