Geloof het of niet
Na een flinke winterdip - zou het met onze achtergrond te maken hebben? - duiken we weer in de kas en openen we het gesprek met een gebed. Want ja, zo deden we dat vroeger ook. Voor Joost werd dat al gauw een gimmick, voor Tamar was het tot voor kort menens. In onze Nederlandse familie was het Christelijke geloof alomtegenwoordig, maar ook onze Molukse opa ging ‘s zondags naar de kerk. Hoe zat dat eigenlijk? En moest hij daarvoor zijn spirituele gebruiken opzij zetten?
Zo hebben we allemaal onze heiligdommen, tradities en overtuigingen. Net zoals in the middle of nowhere van Nederlands Nieuw-Guinea, waar opa op jonge leeftijd kwam te werken tussen rivaliserende papoeastammen. Het koppensnellen zat voor hen vol poëzie, buitenstaanders vonden het een vreselijk barbaars gebruik. Het Nederlands-Indische gouvernement deed er alles aan om de stammen te ‘pacificeren’.
Joost begrijpt er niks van waarom missionarissen naar deze afgelegen en onbekende oerwouden trokken om het woord van God te verspreiden; Tamar weet uit eigen ervaring waar deze ijver vandaan komt.
We spreken over de heilige waterbron van onze familie op het eilandje Nusalaut en over wat vroeger bij ons thuis ‘occult’ werd genoemd: opstijgen tijdens een feestje en de kracht van witte magie. Ook opa’s wonderdrankje van hertenembryo en krokodillenballen komt aan bod, maar onze eigen lofzang is voor het gebruik van de onvolprezen apostrof.
Muziek: Tamar - Nia