Bijbellezen met Jan - S04 / E09

S4, A5: Het evangelie in één gebeurtenis

Lezen: Marcus 15:1-39

Ben je toevallig bekend met De kronieken van Narnia? Deze fantasyreeks is geschreven door een christelijke professor: C.S. Lewis. Hierin ontdekken drie broers en hun zusjes een magische kleerkast. Deze kast blijkt een portaal te zijn die hen naar een andere wereld brengt, naar Narnia.

In deze wereld heerst een eeuwige winter, omdat een heks het land in bezit heeft genomen. Er is ook een goede leeuw. Die heet Aslan. Hij offert zichzelf op voor de bevolking van Narnia en komt daarna weer tot leven. Eigenlijk vertelt dit verhaal het evangelie op een nieuwe manier. De leeuw Aslan staat hierin symbool voor Jezus.

Hoe is C.S. Lewis op dit idee gekomen? Op een koude winterdag liep hij eens door het bos. Hij zag daar een lantaarnpaal staan en bij die paal stond een beeldje van een kabouter. Even had de professor het idee dat hij in een andere wereld was beland.

Het idee voor zijn boek ontstond dus uit één enkel beeld: een lantaarnpaal in een winters landschap. De rest van het verhaal is om dit ene plaatje heen gebouwd.

Het bijzondere is dat dit voor de Bijbel ook geldt. Dat wil zeggen: in de hele Bijbel staat één beeld centraal, namelijk het beeld van Jezus die aan het kruis hangt. Het hele Oude Testament wijst hiernaar vooruit en het hele Nieuwe Testament bouwt hierop voort.

De kruisiging van Jezus is het belangrijkste moment in de geschiedenis van de mensheid. Als je dus op zoek gaat naar één enkele gebeurtenis die het evangelie vertelt, kom je uit bij de kruisiging van Jezus.

Laten we gaan lezen in het evangelie van Marcus. Dit is de oudste beschrijving van Jezus’ leven die we hebben. Marcus was een volgeling van Jezus en iemand die Petrus – de leider van de twaalf discipelen – goed kende. Zijn verslag is waarschijnlijk gebaseerd op wat Petrus hem heeft verteld.

Marcus legt uit wat Jezus zei en deed, en hoe Hij zich uiteindelijk liet oppakken door de Joodse leiders, hoewel Hij onschuldig was.

Marcus 15:1-39

’s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Nadat ze Jezus geboeid hadden, leidden ze Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus.

Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’

De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen Hem in. Pilatus vroeg Hem toen: ‘Waarom antwoordt U niet? U hoort toch waar ze U allemaal van beschuldigen?’

Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. Pilatus had de gewoonte om op het pesachfeest één gevangene, die door het volk gekozen werd, vrij te laten.

Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was. Pilatus vroeg hun: ‘Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?’

Want hij begreep wel dat de hogepriesters Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten. Toen zei Pilatus tegen hen: ‘Wat moet ik dan doen met de man die u de koning van de Joden noemt?’ En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig Hem!’ riepen ze. Pilatus vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig Hem!’

Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij Hem eerst nog had laten geselen.

De soldaten leidden Hem weg, het paleis (dat is het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken Hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten Hem die op. Daarna brachten ze Hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’

Ze sloegen Hem met een rietstok op het hoofd en bespuwden Hem, en bogen onderdanig voor Hem. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem het purperen gewaad uit en deden Hem zijn kleren weer aan.

Toen brachten ze Hem naar buiten om Hem te kruisigen. Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen. Ze brachten Hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent.

Ze wilden Hem met mirre vermengde wijn geven, maar Hij nam die niet aan. Ze kruisigden Hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang dat ze Hem kruisigden. Het opschrift met de aanklacht tegen Hem luidde: ‘De koning van de Joden’.

Samen met Hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Ach, kijk nou toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van het kruis af te komen.’

Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet; laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten Hem.

Op het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’

Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, Hij roept om Elia!’ Iemand ging snel een spons halen, dompelde die in water met azijn, stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia komt om Hem eraf te halen.’

Nadat Jezus luid geroepen had, blies Hij de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover Hem stond, Hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’

Wie is wie?

In de tekst die we zojuist hebben gelezen maken we kennis met verschillende personen. In de eerste plaats met Jezus natuurlijk. Maar ook gaat het over de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden. Dit zijn dus alle belangrijke Joodse leiders. Zij moeten het volk voorgaan in hun aanbidding van God, maar ze doen het tegenovergestelde. Ze willen van de Zoon van God af en Hem doden.

Hun probleem was dat ze het Joodse paasfeest niet konden vieren als ze bloed aan hun handen hadden, en dat was de belangrijkste gebeurtenis van het jaar. Daarom nemen ze Jezus mee naar Pilatus. Dat is een wrede, Romeinse gouverneur. De Romeinen waren namelijk de baas in dit gebied, en de provincie Judea – waar Jeruzalem lag – werd door deze Pilatus bestuurd.

Hij verhoort Jezus om te controleren of de beschuldigingen juist zijn. Jezus antwoordt echter niet, tot frustratie van Pilatus. Ergens weet hij wel dat Jezus onschuldig is. Maar hij wil geen onrust in de stad. Dus probeert hij er met een list van af te komen.

Hij laat een ter dood veroordeelde gevangene komen, genaamd Barabbas, en zegt dat de aanwezige mensen mogen kiezen wie er blijft leven en wie moet sterven: de moordenaar Barabbas of de onschuldige Jezus? Opgehitst door hun leiders kiezen de mensen voor de dood van Jezus.

Jezus wordt vervolgens gemarteld en gekruisigd. Deze hele gebeurtenis laat zien hoe slecht de mensen zijn, in het bijzonder Pilatus en de Joodse leiders. Ze laten een onschuldige man op een verschrikkelijke manier sterven.

Het evangelie wordt zichtbaar aan het kruis

Toch was het nodig, want anders zouden onze zonden niet vergeven kunnen worden. Maar als je goed leest, dan zie je dat Marcus dit nergens letterlijk zegt. Er staat niet dat Jezus in onze plaats sterft.

Nu moet je weten dat het Marcus’ bedoeling is om ons aan het nadenken te zetten. Is Jezus werkelijk de Zoon van God? Hoe kan iemand die gelijk is aan God dan sterven? Om dit duidelijk te maken, vermeldt Marcus allerlei details die zijn verbonden aan verhalen en gebeurtenissen uit het Oude Testament.

Daarin wordt namelijk een koning beloofd die zal overwinnen. Marcus laat zien dat Jezus deze koning is. Hij krijgt een koningsmantel en een rietstok. Hij wordt dus neergezet als koning, maar dan wel als een koning die moet lijden. Hij wordt ook koning genoemd, maar tegelijkertijd wordt Hij hard geslagen.

Jezus wordt vervolgens gekruisigd, terwijl de soldaten om zijn kleren dobbelen. Psalm 22 is een gedicht dat eeuwen eerder is geschreven, maar die vermeldt wel hoe iemand aan paal hangt terwijl er om zijn kleren wordt gegokt!

Dat Jezus aan het kruis hangt, verwijst ook nog naar een ander verhaal uit het Oude Testament. Hierin werd het Israëlitische volk met een slangenplaag gestraft voor hun zonden. Hun leider moest toen een bronzen slang maken en deze aan een paal spijkeren. Iedereen die door een slang was gebeten maar naar dit beeld keek, werd gered. Het gif was niet dodelijk voor hem of haar. En hier in Marcus hangt een mens aan het kruis…

Door God verlaten

Een ander bijzonder detail is dat het drie uur lang donker werd. Duisternis staat symbool voor de afwezigheid van God. Het is dus een soort zichtbare straf voor het volk. Maar juist in deze uren moest Jezus zo lijden.

En het aan eind daarvan, vlak voor Hij stierf, riep Jezus woorden uit die ook in Psalm 22 staan: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Door deze woorden uit te spreken aan het eind van de uren van duisternis laat Jezus zien dat Hij onze straf droeg.

Het meest schokkende is misschien nog wel dat het gordijn in de tempel scheurt. Dit gordijn was centimeters dik. Het was bedoeld om het meest heilige deel van de tempel – waar God zich bevindt – af te schermen van de rest. Niemand mocht in dat heilige gedeelte komen, behalve het hoofd van de tempel één keer per jaar.

Dus wat is de boodschap als dit gordijn scheurt? Het betekent dat God weer toegankelijk is! De scheiding tussen God en mens is weg!

Hoe moet je hierop reageren? Een Romeinse legerofficier geeft het goede voorbeeld. Hij zegt: ‘Deze mens was Gods Zoon’.

Geloof jij dat ook?

Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.

In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. 

Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop.