Bijbellezen met Jan - S04 / E25

S4, A14 Gevangen door de zonde

Lezen: Romeinen 1:18-32

De Bijbel vertelt het verhaal van deze wereld, van de schepping tot nu, en van nu tot het eind van de tijd. Sommige christenen vinden dat je de Bijbel geen verhaal mag noemen, omdat een verhaal verzonnen is.

Toen ik als journalist werkte, schreef ik dagelijks journalistieke verhalen. Waargebeurd dus.

Zo zijn er ook Bijbelse verhalen: dat zijn verhalen die in de Bijbel staan. Ze zijn waargebeurd, maar ze worden op een specifieke manier verteld zodat ze meer betekenis krijgen. Maar wat is eigenlijk een verhaal?

Een verhaal gaat over een personage dat iets wil en obstakels moet overwinnen om te krijgen wat hij of zij nodig heeft.

In de Bijbel zijn God en de mens de hoofdpersonen. God wil uit liefde dicht bij de mens zijn, want dat is het beste voor de mens. De mens is echter opstandig en raakt door een fout gescheiden van God.

In ieder verhaal is er een probleem dat overwonnen moet worden. Het probleem dat de Bijbel beschrijft is: hoe kan een goede, rechtvaardige God de relatie met de zondige mens herstellen? Omdat God heilig is – oftewel: moreel compleet zuiver – kan Hij zich niet inlaten met zondige mensen. Stel je God eens voor als een koning met een zuiver witte mantel, en de mens als zijn grondpersoneel met allemaal modder aan zijn handen en voeten. Die koning wil natuurlijk niet dat die dienaren hem aanraken, want dan wordt de mantel smerig.

Op dezelfde manier kan God niet aangeraakt worden door zondige mensen, want dan is Hij niet heilig meer. Dat is het probleem van de Bijbel. Hoe los je dat op? Daar komen we nog uitgebreid op terug uiteraard.

Maar laten we eerst eens inzoomen op het probleem: sinds die eerste misstap van Adam en Eva wordt de mens gevangen gehouden door de zonde.

Zonde is als drijfzand

Zonde is als drijfzand. We hebben niet door dat we erin stappen en langzaam wegzinken. Tot onze voeten zwaarder worden en we ze nauwelijks nog kunnen optillen. We proberen onszelf te bevrijden maar hoe meer we ons best doen, hoe sneller we in de grond verdwijnen, maakt Paulus duidelijk in Romeinen 1. Hoe ziet die vicieuze cirkel er precies uit?

Romeinen 1:18-32

Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn.

Want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas geworden en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren.

Daarom heeft God hen uitgeleverd aan hun zedeloze begeerten, waardoor ze hun lichaam onteren. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.

Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo ontvangen ze, door eigen toedoen, het verdiende loon voor hun dwaling. Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen uitgeleverd aan hun eigen onwaardige ideeën en doen ze wat verwerpelijk is.

Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig. Ze roddelen en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, arrogant en zelfingenomen. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders, zijn kortzichtig en trouweloos, liefdeloos en onbarmhartig. En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen.

De glijdende schaal

Dit is een heftige tekst en ik kan me voorstellen dat deze woorden veel vragen oproepen. Zoals bijvoorbeeld: veroordeelt God mensen die nog nooit van Jezus hebben gehoord? En hoe moet je de teksten over homoseksualiteit interpreteren? Dat zijn logische vragen, maar ze zijn te groot en soms ook te persoonlijk om hier te behandelen. Sommige onderwerpen kun je beter in een persoonlijk gesprek bespreken.

De bedoeling van deze tekst van de rondreizende evangelist Paulus is om de glijdende schaal van de zonde te laten zien. Ik zal dit stapsgewijs met je doornemen. Daarbij kies ik er bewust om jou (en mijzelf!) rechtstreeks aan te spreken. We hebben namelijk allemaal te maken met deze zonden.

Het is niet mijn intentie om je je heel schuldig te laten voelen, of om je te ontmoedigen. Integendeel. Ik wil graag laten zien hoe groot het wonder is dat Jezus deze vicieuze cirkel voor ons omkeert.

Gebrek aan respect en eer

De eerste zonde is altijd het gebrek aan respect en eer voor God. Je verzuimt Hem te danken, legt Paulus aan de Romeinse christenen uit. ‘Hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen.’

God is een idee geworden, geen levende realiteit. Hij zit niet meer op de troon en Hij hoeft niet meer te worden vereerd. Dat wil niet zeggen dat je nooit meer uit de bijbel leest of niet meer naar de kerk gaat. Wellicht blijf je dat doen omdat het nu eenmaal ‘zo hoort’.

Echter, in de praktijk is er maar één iemand de baas over je leven: jij. Jouw ‘ik’ is degene die de dienst uitmaakt. Je laat je leiden door gevoelens van trots op wat je bereikt hebt, over hoe goed je je best doet. Anderen moeten vooral niet over je heenlopen. Om dat te voorkomen ontwikkel je een patroon van zelfbevestiging en zelfs zelfverheerlijking. Je wijst anderen en jezelf regelmatig op je goede eigenschappen en je goede daden. En soms, of wellicht zelfs dagelijks, laat je je gaan. Dan neem je wat jou ‘rechtmatig’ toekomt.

Je hart raakt verduisterd

Paulus gaat verder met: ‘Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen.’

Zonde is een monster dat in je woont. Zijn honger is nooit gestild. Altijd wil het meer. Drank, drugs, seks, eten, complimenten, geld, macht, een mooier huis, een comfortabelere auto, meer luxe, meer spullen die het leven ‘makkelijker’ maken. Je hebt het toch verdiend? Daar is toch niets mis mee?

Nee, met het meeste van bovenstaande dingen is in principe niets mis. Behalve als het tussen God en jou in komt te staan. Spullen kunnen je zicht op God belemmeren. Dat geldt ook voor drank, drugs, seks of eten, als dat is waar je je troost en bevrediging zoekt in plaats van bij God. Wees eerlijk tegen jezelf. Is je hart verduisterd?

De waarheid onderdrukt

Als je hart is verduisterd, ga je jezelf rechtvaardigen en onderdruk je de waarheid, maakt Paulus duidelijk. ‘En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.’

Diep van binnen weten we dat wat we doen verkeerd is. Tegelijkertijd willen we niet veranderen. Er is maar één optie: de waarheid manipuleren. We zeggen dingen als:

‘Het is niet zo erg wat ik doe. Anderen zijn veel slechter.’

‘Ik wandel met God, maar ik heb één probleempje.’

‘Ik ga nu door een moeilijke periode in mijn leven, ik kom er wel overheen.’

‘Ik probeer wel te veranderen, maar ik kan het niet.’

‘Nee hoor, dat is geen zonde. Jezus heeft nooit gezegd dat dit of dat fout is.’

Overgeleverd aan je lusten

Als je bewust de waarheid geweld aandoet, levert God je uit aan je lusten. ‘Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid.’

Is dit niet wat we overal om ons heen zien? Schaamteloze zelfverrijking bij grote bedrijven, beroemdheden die dan met die en dan weer met die trouwen, mensen die hun huwelijk vernietigen voor een ‘affaire’, leraren en priesters die zich vergrijpen aan jonge kinderen. En zelf zijn we niet of nauwelijks beter. Want ook bij ons staat onze eigen ‘ik’ centraal. Als wij maar gelukkig zijn. Dat is uiteindelijk waar het om draait.

Ons verlangen naar geluk zou ertoe moeten leiden dat we God aanbidden en dat we leven volgens zijn plan in volmaakte gemeenschap met Hem. Maar onze verlangens zijn gebroken. Er zit een gat in ons hart. Een gat dat God wil helen, maar dat wij vullen met zonde die de opening nooit kan dichten.

Doen wat verwerpelijk is

We hebben God niet voldoende geëerd, ons hart is verduisterd, we onderdrukken de waarheid en we zijn uitgeleverd aan de zonde. Kan het nog erger? Helaas wel. ‘Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen overgeleverd aan hun eigen onbetrouwbaarheid en doen ze wat verwerpelijk is.’

We dachten dat wij God achter ons hadden gelaten, maar in feite laat God ons hier in de steek. Letterlijk staat er dat God ons overlevert aan verwerpelijke gedachten. Het Griekse woord adokimos – vertaald met ‘verwerpelijk’ – betekent eigenlijk dat je gezakt bent voor de test. We zijn mensen geworden zonder karakter die zeggen en doen wat ze willen. Ze achtervolgen alles wat hun eigen ik bevredigt, met nietsontziende passie.

Toejuichen dat anderen kwaad doen

En dan ben je nog slechts één stap verwijderd van het absolute dieptepunt... Je juicht toe dat anderen kwaad doen.

De zonde heeft het leven volledig overgenomen. Van God verlaten, werp je jezelf dieper in de duisternis. De vlammen van de lust worden heter, de dorst naar meer van dit en meer van dat wordt niet gelest. Je schaamt je nergens meer voor. Het is jij tegen de wereld en o wee als iemand je veroordeelt. Je zoekt je heil wel bij mensen die net zo ‘ruimdenkend’ zijn als jij.

Het verraderlijke is dat je voor de buitenwereld nog steeds een aardige en/of uitermate succesvol persoon kunt zijn en ’s zondags in de kerk kunt zitten. Misschien ben je wel iemand tegen wie anderen opkijken. Ze willen zelfs zijn zoals jij. Net als jij zien ze niet in dat je hopeloos in een eigengemaakte cel zit opgesloten.

Wanhoop niet

Dit is het tragische lot van de mens die God niet volgt. Maar… er is hoop! Jezus heeft ons bevrijd van de zonde. Hij heeft de kerker geopend en leidt ons terug naar de Vader. En daarom kan Paulus in diezelfde brief aan de Romeinen later zeggen:

Romeinen 8:31-34

Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons.

De zonde heeft ons in de cel gestopt, maar Christus pleit voor ons en God spreekt ons vrij!

Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.

In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. 

Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop.