Lezen: Psalm 23
We hebben gekeken naar God de schepper, naar Gods namen, naar Gods glorie en naar het raadsel van God. Ik hoop dat deze overdenkingen je nieuwe inzichten hebben gegeven.
Maar God is zo groot – alle Bijbelstudies ter wereld kunnen geen recht doen aan wie God is. Hij is niet in hokjes te stoppen.
Toch wil God dat we Hem beter leren kennen en daarom hebben we uitgebreid stilgestaan bij Gods eigenschappen en zijn karakter, al weten we dat we niet volledig kunnen zijn.
Tegelijkertijd besef ik dat juist door deze korte studies God misschien wat afstandelijk overkomt. Het doel is niet dat we kennis over God krijgen, maar kennis van God. Het verschil is dat je in het eerste geval iets weet over iemand, terwijl je bij het tweede de ander echt leert kennen.
Dat is Gods doel. In de Bijbel laat God zien wie Hij is, zodat we een persoonlijke relatie met Hem kunnen krijgen. Daarom kwam Hij ook in eigen persoon naar onze wereld. In de persoon van Jezus dus. We komen later nog uitgebreid terug op de persoon Jezus en hopelijk leren we door Hem heen God ook beter kennen.
Toch wil ik de themaweek over Gods karakter niet alleen met kennis over God, maar met kennis van God afsluiten. Je kunt de Bijbel eigenlijk zien als een lange brief van God aan ons waarin Hij zichzelf voorstelt. En een van de vele manieren waarop Hij dit doet, is door zichzelf te vergelijken met een herder.
Koning David, die rond het jaar 1000 voor nul over Israël regeerde, was herder voordat hij koning werd. En hij schreef een gedicht over God als herder.
Psalm 23
De HEER is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
Hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want U bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik verblijf in het huis van de HEER
tot in lengte van dagen.
Is God wel zo goed?
Zoals gezegd wordt God hier omschreven als een goede herder. De mens wordt in dit gedicht vergeleken met een schaap die door de herder naar een groen weiland vol vers gras wordt geleid. Het schaap mag bovendien uitrusten bij een kalme waterbron.
Voor een schaap is dit de hemel op aarde. Daar heeft ze alles wat ze nodig heeft. Gras, water en bescherming. Beter kan niet, toch?
Maar er zijn momenten dat ik deze psalm lees en denk: ‘Het is zo’n chaos in mijn leven. Waar is dat weiland nou? Ik ervaar die rust helemaal niet.’
Weet je, dat hoeft ook niet. Iedereen maakt moeilijke momenten mee. Iedereen ervaart chaos, pijn en verdriet. Soms intens, soms minder intens. Het hoort bij het leven. En toch zegt de Bijbel: ‘God is een goede herder’.
Het betekent dat God een goede herder is, zelfs als het niet zo lekker gaat in je leven. Deze psalm is geen beschrijving van ons leven, maar een uitroep: God is mijn Herder. Hij zal mij leiden naar grazige weiden en naar kalm water. Niets in deze wereld kan daar verandering in brengen. Hij zorgt voor mij. Hij is goed, zelfs als het tegenzit.
Niet voor niets zegt deze psalm dat God kracht geeft. Heb je het weleens zo zwaar gehad dat je je afvroeg hoe je erdoorheen bent gekomen? Dat was Gods kracht. Hij hield jou vast. Hij leidde je naar veilige paden.
Waarom? Omdat Hij jouw herder is.
Een vallei in de schaduw van de dood
Het wordt zelfs nog spannender. Een vers verderop zegt de Bijbel dat God bij ons is als we door een donker dal gaan. Letterlijk staat er: ‘Al gaan we door de vallei in de schaduw van de dood, wij vrezen geen gevaar’.
Waarom niet? Schapen hoeven niet bang te zijn. Ze zijn veilig als de herder bij ze is. Weet je namelijk wat een herder doet? Hij gebruikt zijn staf om de schapen te beschermen. Hij houdt hen bij de kudde. En als het donker is, dan tikt hij op de grond met die staf, zodat de schapen die hem horen hem kunnen blijven volgen. Zo leidt hij hen terug naar het licht.
Aan tafel voor het oog van de vijand
In het slot van deze psalm verandert het perspectief. Plotseling zijn we geen schaap meer, maar een mens in het huis van een persoon met macht, geld en status. En het bijzondere? We krijgen ons eten niet buiten in de stal. We zitten zelfs niet aan tafel bij de bedienden. We zitten bij de eigenaar van het huis aan tafel.
En onze vijanden? Mensen die het slecht met ons voor hebben? Zij mogen toekijken hoe wij eten en hoe wij eer krijgen. Onze hoofd wordt namelijk gezalfd met olie. En dat doe je bij mensen die je belangrijk vindt. Zo geef je hun eer. En onze beker vloeit over. Er is zo veel te drinken dat onze beker tot de rand wordt gevuld en dat het er zelfs overheen gaat.
Geluk en genade achtervolgen je
Maar het wordt nog mooier. Geluk en genade zullen je achtervolgen. Zoals een roofdier op jacht is naar een prooi, zo komen geluk en genade achter jou aan. Natuurlijk niet om je op te eten, maar juist om je te zegenen.
God wil ons alles geven. Nogmaals: dat betekent niet dat je nooit door een donker dal zult gaan. Het betekent wel dat God veel moois voor ons in het verschiet heeft. Tijdens dit leven vang je daar misschien af en toe al een glimp van op.
Net zoals iedereen weleens door moeilijke tijden heen gaat, gaat iedereen ook weleens door tijden dat het voor de wind gaat. De één meer dan de ander. Dat is waar. Maar onze uitroep blijft: geluk en genade zullen ons achtervolgen. Waarom? Omdat God een goede herder is.
Hoe gaat het met je? Ervaar je Gods geluk en genade? Zo ja, geniet ervan. Zo nee, geef dan de moed niet op. God is jouw herder, onder alle omstandigheden. Hij geeft je kracht en Hij leidt je. Op een dag zul je bij Hem aan tafel zitten.