Bijbels geweld: Lessen van Jericho
‘Ik volg jouw Bijbel in 2 jaar-programma en ben nu al een tijdje onderweg in het Oude Testament. Maar wat een verschrikkelijk boek is dit! Dit kun je toch niet verkopen aan andere mensen?’
Deze vrouw doelde op het geweld in de Bijbel. En weet je, ik geef haar gelijk. Soms word ik ook misselijk van de teksten die ik in Gods Woord lees. Neem nou deze verzen:
Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. (Psalm 137:9)
Wanneer de HEER, uw God, u de overwinning op hen schenkt, moet u hen doden. U mag geen vredesverdrag met hen sluiten en hen niet sparen. (Deuteronomium 7:2)
‘Mijn pijlen maak ik dronken van het bloed van vijanden, gevallen en gevangen; mijn zwaard verslindt het vlees van hun mannen die zo dreigend hun haren hadden losgeworpen.’ (Deuteronomium 32:42)
Ik snap wel dat mensen afhaken bij het lezen van de Bijbel vanwege de vele gewelddadige teksten. Of dat mensen liever alleen het Nieuwe Testament lezen. Wat moet je met al dit geweld? God lijkt in het Nieuwe Testament zo anders dan God in het Oude Testament. Is dat ook zo?
Van God = God tot je eigen Bijbel samenstellen
Discussies over het geweld in de Bijbel zijn misschien al wel zo oud als de Bijbel zelf. Het is ook een belangrijk kritiekpunt van niet-christenen: hoe kan een weldenkend mens geloven in een God die zo gewelddadig is? De Bijbel moet wel een antiek boek zijn dat je alleen nog met een leeswaarschuwing zou mogen lezen.
Er zijn verschillende manieren om om te gaan met het geweldsvraagstuk. Sommige zijn weinig behulpzaam. Bijvoorbeeld door te stellen dat God nu eenmaal God is en dat Hij mag doen wat Hij wil.
Ja, God is God. Hij is de Schepper van het universum en ja, Hij kan en mag doen wat Hij wil. Niemand kan Zijn autoriteit in twijfel trekken.
In de Bijbel openbaart God zich echter als Iemand die zich wil openstellen voor de mens. Hij wil dat wij Hem leren kennen en dat wij ontdekken wat Hem drijft. Het antwoord ‘God = God’ is daarom niet toereikend. Het kapt de discussie af.
Wat ook gebeurt, is dat mensen hun eigen Bijbel gaan samenstellen. Ze lezen alleen maar die teksten die hen aanspreken en verdiepen zich niet in de gedeeltes die schuren met hun beeld van God. Eigenlijk proberen ze God in een hokje te stoppen waar Hij niet in past.
Nog erger is het als mensen de geweldspassages gewoon ontkennen. ‘Ze staan in de Bijbel, maar dat is per vergissing. Het is niet echt gebeurd.’
De Bijbel is een eerlijk boek. Het verdoezelt de feiten niet en dat is juist één van de redenen waarom de Bijbel zo betrouwbaar is.
De voorgeschiedenis
In deze aflevering gaan we het thema geweld in de Bijbel verder onderzoeken en dat doen we door naar één van de bekendste passages over geweld in de Bijbel te bekijken: de val van Jericho en de verovering van Kanaän door Israël.
Nu is het zo dat als je in de Bijbel leest en zeker als het over dit soort gevoelige passages gaat, we ons altijd moet realiseren waar op de tijdlijn van de Bijbel we zitten. De Bijbel vertelt namelijk een doorlopend verhaal.
Dus wat is er vooraf gegaan aan de tekst die we zo gaan lezen? In Genesis kun je lezen over hoe God de wereld schept en hoe de mens de kroon is van die schepping. Helaas komt de mens in opstand en ontstaat er vervolgens een spiraal van geweld. Die begint met Kaïn maar breidt zich over de hele wereld uit. God had echter een verlosser belooft uit het nageslacht van Eva.
In Genesis 11 begint Hij met een kinderloos echtpaar, Abraham en Sarah. Ze krijgen uiteindelijk een zoon Isaak en uit hem ontstaat een volk: Israël genaamd. Dit volk komt in Egypte terecht en wordt daar tot slaaf gemaakt. In het tweede Bijbelboek lezen we hoe God dit volk bevrijdt uit slavernij en hoe Hij een verbond met hen sluit. Hij zal hun God zijn en zij moeten een koninkrijk van priesters vormen. Ze moeten God dus de eer geven die Hem toekomt en zo andere volken jaloers maken.
God had echter al aan hun voorvader Abraham beloofd dat het land Kanaän – het huidige Israël – voor hen zou zijn. Na hun bevrijding uit Egypte was het tijd om dit land te gaan innemen. Dit gebeurde onder leiding van Jozua. De eerste stad die ze aanvielen was Jericho. Laten we gaan lezen, Jozua 6:1-5 en 6:20-26.
Jozua 6:1-5
Jericho was toen al volkomen afgegrendeld uit angst voor de Israëlieten, er kon niemand in of uit. De HEER zei tegen Jozua: ‘Ik lever Jericho met zijn koning en al zijn dappere krijgslieden aan je uit. Jullie moeten om de stad trekken; alle weerbare mannen moeten eenmaal om de stad gaan, en dat zes dagen achter elkaar. Er moeten zeven priesters met zeven ramshoorns voor de ark van het verbond uit gaan, terwijl ze op hun ramshoorn blazen. Maar op de zevende dag moeten jullie zevenmaal om de stad trekken, en als jullie dan de ramshoorns horen schallen, moet het volk uitbarsten in luid geschreeuw. De muur van de stad zal dan instorten en iedereen zal de stad binnenklimmen vanaf de plaats waar hij zich bevindt.’
Jozua 6:20-26
Toen de ramshoorns schalden, brak het volk uit in een donderend geschreeuw. De muur stortte in en iedereen klom de stad binnen vanaf de plaats waar hij zich bevond. Ze namen de stad in en doodden alles wat erin was, zowel mannen als vrouwen, zowel kinderen als oude mensen, zowel runderen als schapen en ezels.
Maar aan de twee mannen die het gebied hadden verkend droeg Jozua op: ‘Ga naar het huis van die hoer en breng haar met haar hele familie naar buiten, zoals jullie haar hebben gezworen.’ De verkenners brachten Rachab naar buiten, samen met haar vader en moeder, broers en zussen en verdere familie, en gaven hun een verblijfplaats buiten het kamp van Israël. De Israëlieten lieten de stad met alles wat erin was in vlammen opgaan; alleen het zilver en goud en de koperen, bronzen en ijzeren voorwerpen brachten ze in de schatkamer van het heiligdom van de HEER.
Maar de hoer Rachab werd door Jozua gespaard, samen met haar hele familie. Hun nakomelingen wonen tot op de dag van vandaag onder de Israëlieten, want Rachab had de mannen die in opdracht van Jozua Jericho moesten verkennen een schuilplaats gegeven.
Op die dag sprak Jozua de volgende vervloeking uit: ‘Moge de HEER eenieder vervloeken die het waagt deze stad, Jericho, weer op te bouwen. Hij zal de fundamenten leggen ten koste van zijn oudste zoon en de poortdeuren bevestigen ten koste van zijn jongste zoon.’
Waarom al dit bloedvergieten?
De eerste vraag die dit bij de kritische lezer oproept, is: ‘Waarom was dit bloedvergieten nodig? Waarom laat God überhaupt Israël het land innemen waar al andere volken wonen? Ook hier lijkt God weer zo hard en oneerlijk.
Maar weet je dat wij mensen God langs twee verschillende meetlatten leggen, net hoe het ons uitkomt? Enerzijds zeggen wij tegen God: ‘Waarom bent U zo wreed?’ en anderzijds: ‘Waarom doet U niets aan het kwaad in de wereld?’ Eigenlijk is dat heel krom. Willen we nu dat God alles maar vergeeft en de mens zijn gang laat gaan? Of willen we dat Hij mensen straft?
Misschien zeg je wel: ‘Laat Hem dan alleen de echt slechte mensen straffen!’ Maar in ieder mens zitten sporen van het kwaad. Niemand is onschuldig. Dus waar moet God dan stoppen? Bij jou? Dan ben je waarschijnlijk de enige mens op aarde die overblijft omdat God alle andere mensen heeft omgebracht vanwege hun zonden.
Ieder mens schiet tekort en daarom hebben we Jezus nodig. Zodat Hij kan aanvullen waar wij tekort schieten.
Terug naar Jericho. Wat gebeurt hier? Gods belofte aan Abraham wordt vervuld. Hij had gezegd dat zijn nakomelingen in Kanaän zouden wonen, maar pas als de zonden van deze volken ‘vol zouden zijn’.
Met andere woorden: deze volken krijgen van God eeuwen de tijd om tot inkeer te komen. Dan kun je je afvragen: wat hadden ze dan verkeerd gedaan?
Stel je jezelf eens het meest misdadige, terroristische regime voor dat je je kan voorstellen. Een bloeddorstig volk dat afgoden vereert. Zo moet je de volken in Kanaän zien. Er was een afgod Moloch genaamd en die verlangde dat onschuldige kinderen werden geofferd. Deze Moloch werd afgebeeld als een bronzen stier. Kinderen werden hierin opgesloten en levend geroosterd, terwijl buiten mensen op trommels sloegen zodat ze het gegil niet hoefden te horen.
Dit is toch verschrikkelijk? Hoe kun je dit je eigen kinderen aan doen? Maar toch gebeurde dit. En het erge was: God wist dat Israël hetzelfde zou gaan doen als zij zich zouden vermengen met de Kanaänieten. Dan zou Israël ook kinderen offeren op deze wrede manier. En God haat kindoffers.
Het punt is dat de volken in Kanaän verre van onschuldig waren. In onze tijd zouden we misschien wel oorlog voeren met een land waarin de mensenrechten op zo’n verschrikkelijke manier werden overtreden. God gebruikt Israël om zijn oordeel over Kanaän te vellen. Op Gods oordelen komen we later in deze serie over Bijbels geweld nog terug, maar hier zien we in ieder geval dat God zich aan zijn woord houdt: er komt een eind aan het geweld. Op een dag is er geen weg meer terug.
Dus de eerste les van Jericho is: deze mensen waren niet onschuldig. God roept hen ter verantwoording.
Uitroeien of verdrijven?
Toen ze bleven volharden in hun zonden, gaf God hun land aan Israël met de opdracht om hen te verdrijven. Nu weet ik wel dat de Bijbel regelmatig zegt dat iedereen moest worden uitgeroeid, mannen, vrouwen en kinderen.
Laat er geen misverstand over bestaan. Er heeft veel bloed gevloeid. Maar het doel was niet totale uitroeiing. Soms gebruikt de Bijbel militaire taal. Dat doen wij ook wel eens. Dan zijn we heel stellig over iets wat je eigenlijk niet letterlijk moet nemen. Als een voetbalteam met 7-0 wint, dan zeggen we: ‘Ze hebben hun tegenstander verpletterd’. Dat is militair taalgebruik, maar we bedoelen dat ze een grote overwinning hebben behaald.
De Bijbel is geschreven in een taal die wij niet kennen en een cultuur die verloren is gegaan. De wereld is de laatste eeuwen in rap tempo veranderd, waardoor wij bijzonder ver af staan van de beleving van de mensen die in het Oude Testament leefden. Hun tijd was radicaal anders dan de onze en daarom spraken en dachten ze zo anders dan wij.
Dat maakt Bijbel-onderzoek en -interpretatie lastig. Toch is het goed om altijd te kijken of er daadwerkelijk staat wat er staat.
Ik bedoel daarmee niet dat we moeilijke teksten moeten wegredeneren. Integendeel. Ik vind dat we op zoek moeten naar de oorspronkelijke betekenis. Neem deze tekst:
Jozua roeide in die tijd ook de Enakieten uit die in de bergen van Juda woonden, in Hebron, Debir en Anab, en in de bergen van Israël. Hij doodde hen en liet hun steden aan de HEER. Er bleven in het land van Israël geen Enakieten meer over, behalve in Gaza, Gat en Asdod. (Jozua 11:21)
Dit lijkt een koelbloedige massamoord waarbij er geen overlevenden waren onder de Enakieten. Maar wat staat er in hoofdstuk 15? Kaleb verdreef de zonen van Enak. Rechters 1:20 herhaalt dit nog eens.
Dit betekent dat de Bijbel soms hele stevige woorden bevat die je het best kunt omschrijven als oorlogstaal. Maar vervolgens gebeurt er iets anders. Nogmaals: er kwamen bij de strijd veel mensen om, maar tegelijk was het doel niet alles en iedereen te doden. Het ging erom deze volken te verdrijven.
Zo zijn er meer gebeurtenissen waarbij de Bijbel eerst zegt dat iedereen werd omgebracht, maar enkele bladzijden verder blijkt nog een deel van hen in leven.
Oorlogstaal is zwart-wit, de werkelijkheid is vaak genuanceerder. Dat is de tweede les.
De derde les: het had anders kunnen aflopen
Er is nog een derde les die we kunnen leren van Jericho en van de verovering van het beloofde land: het had anders kunnen aflopen. Tot op het laatst toe was bekering mogelijk. Kijk nog maar eens naar wat de Bijbel zegt over Jericho. Uitgerekend een prostituee is de enige die zich overgeeft aan God. Ze blijft niet halsstarrig.
Zij en haar familie werden gered omdat ze Israëlitische spionnen hadden laten ontsnappen uit de stad. Dit is wat Rachab tegen hen zei:
‘Ik weet,’ zei ze tegen hen, ‘dat de HEER dit land aan jullie heeft gegeven. Wij zijn doodsbang voor jullie. Alle inwoners van dit land sidderen, want we hebben gehoord dat de HEER de Rietzee voor jullie heeft drooggelegd toen jullie uit Egypte wegtrokken en dat jullie Sichon en Og, de twee koningen van de Amorieten aan de overkant van de Jordaan, hebben vernietigd. Toen we dat hoorden, sloeg de angst ons om het hart en werden we wanhopig. De HEER, jullie God, is immers een God die macht heeft boven in de hemel en hierbeneden op aarde. Zweer me dan bij de HEER dat jullie mijn familie en mij goed zullen behandelen. Ik heb jullie toch ook goed behandeld? Zweer het me, geef me de zekerheid dat jullie mijn vader en moeder, mijn broers en zussen en hun kinderen zullen sparen. Red ons van de dood!’ (Jozua 2:9-13)
Deze vrouw vertelt dus dat iedereen in de stad wist van die grote God die Israël had bevrijd. Iedereen had dezelfde keuze kunnen maken als zij. Als zij ervoor hadden gekozen om hun hoofd te buigen voor God en zich te bekeren van hun slechte daden, dan was Jericho nooit vernietigd.
Het tegenovergestelde gebeurde. Ze sloten hun poorten in een poging om Gods kracht buiten te houden. Dat mislukte jammerlijk. Ze kwamen om het leven omdat ze vast wilden houden aan hun zondige levensstijl. Ze bleven liever hun kinderen offeren aan Moloch.
Rachab kwam wel tot inkeer en sloot zich met haar familie bij de God van Israël aan. Ze is een voorouder van Boaz. Boaz trouwde met Ruth, een Moabitische vrouw. Koning David stamt af van dit echtpaar en Jezus dus ook. Rachab, de Kanaänitische prostituee, en Ruth, een Moabitische vrouw, zijn voorouders van onze Messias. Dit is hoever de genade van God reikt.
Samenvatten
Laten we aan het slot nog eens samenvatten wat we tot nu toe hebben gezien. Als je het thema ‘Bijbels geweld’ onderzoekt, dan moet je je bewust zijn van waar op de tijdlijn van de Bijbel iets gebeurd.
De verovering van Kanaän is de enige keer in de Bijbel dat God opdraagt om oorlog te voeren. Deze oorlog is een oordeel voor de volken in Kanaän, omdat ze bleven volharden in hun zonden.
Ook moeten we leren dat de tekst soms erg zwart-wit is, terwijl de werkelijkheid behoorlijk grijs is. De Bijbel gebruikt militair taalgebruik, maar is niet altijd letterlijk. Ja, er wordt veel bloedvergoten, maar het doel van de verovering was verdrijving, niet uitroeiing. De vijandige volken hadden ervoor kunnen kiezen om zelf te vertrekken in plaats van strijd te leveren. En soms staat er dat iedereen werd gedood, terwijl even later blijkt dat dit niet het geval was.
Het derde punt is dat tot op het laatst toe God Zijn genade aanbod. De vijandige volken hadden zich kunnen bekeren, zoals Rachab dat wel deed.
Bijbels geweld is geen vrolijk onderwerp, maar wel een belangrijke. We hebben vaak vragen over Gods karakter, juist naar aanleiding van deze teksten. Daarom is het goed om ze toch te onderzoeken. Het betekent niet dat we blij moeten worden van deze geweldspassages. Helemaal niet. We zullen zien dat dit voor God ook niet geldt. Ik denk oprecht dat God liever een ander boek had geschreven, maar God censureert niet. De Bijbel beschrijft wat er is gebeurd en waarom.
Ik wens je veel zegen deze week en tot de volgende aflevering.