Bijbellezen met Jan - S03 / E12

S3, A12: De worm aan het kruis (deel 1)

In deze aflevering kijken we naar het kruisigingsverhaal zoals verteld door Matteüs. Matteüs had een bijzondere doelgroep: de Joden. Hij wilde hen ervan overtuigen dat de gekruisigde misdadiger Jezus geen oplichter was, maar een profeet als Mozes, een koning als David en een Lijdende Dienaar. Hoe hij dat deed, hoor je in de podcast!


Transcriptie

De worm aan het kruis (deel 1)

Hoi, wat fijn dat je weer luistert naar een aflevering van de Bijbellezen met Jan-podcast. Vandaag gaan we het hebben over het kruisigingsverhaal zoals dit wordt verteld door Matteüs.

Eerder hebben we het al in de podcast gehad over de vraag waarom de Bijbel vier verschillende evangeliën bevat. Waarom niet gewoon één beschrijving van het leven van Jezus?

Eén van de belangrijkste redenen is dat als je één geschrift schrijft over het leven van Jezus, je dan slechts één perspectief krijgt, één verhaal. Wij hebben echter vier betrouwbare verslagen gekregen die elk een unieke kijk hebben op het leven, de dood en opstanding van Jezus.

In elk van deze evangeliën staan trouwens twee vragen centraal. De eerste is: ‘Wie is Jezus?’ en de tweede ‘Hoe reageer je op Hem?’

De schrijvers van deze evangeliën laten ons Jezus in actie zien en vertellen over Zijn onderwijs. In de verhalen komen tal van personen voorbij die weer op hun eigen manier reageren op Jezus. De één gelooft, de ander twijfelt en een derde wijst Jezus ronduit af.

Op die manier dwingen de schrijvers ons een keuze te maken. Wie geloven wij dat Jezus is? En hoe reageren we dan op Hem?

Deze vragen kom duidelijk naar voren in het verslag van Matteüs. Maar wie was Matteüs eigenlijk? Hij was één van de twaalf leerlingen van Jezus die het meeste tijd met Hem doorbrachten.

Maar zo kenden de Joden uit zijn tijd hem niet. Hij was een voormalige belastingambtenaar die werkte voor de Romeinen. Er was maar één manier om zo’n functie te krijgen en één reden waarom je dat wilde. Je moest meeheulen met de vijand. Je moest corrupte mensen wat geld toeschuiven zodat jij dat baantje kon krijgen.

Dan kreeg je een tent om in te zitten en als mensen langskwamen, liet je hen tol betalen. Natuurlijk moesten ze meer betalen dan je afdroeg aan de Romeinen. Het was de ideale baan om snel rijk te worden.

Ja, je werd wel gezien als een landverrader. Een NSB’er, zou je kunnen zeggen. Je liet je eigen volk in de steek.

En Matteüs moet op een gegeven moment spijt hebben gekregen. Misschien was hij al zijn vrienden kwijtgeraakt en besefte hij dat geld niet gelukkig maakte. Misschien realiseerde hij zich ook wel dat Hij zondigde tegen God. Hoe kon er voor Hem vergeving zijn als hij zoveel mensen had uitgebuit?

Dan komt Jezus langs en het enige wat Jezus tegen Matteüs zegt, is ‘Volg Mij’. En Matteüs staat op en gaat achter Jezus aan. Hij bleef bij Hem tot hij met de discipelen wegvluchtte de nacht voor Jezus’ sterven.

Op het moment dat Matteüs opstond, wist hij dat hij alles kwijt was. Zijn baantje, zijn corrupte vrienden, zijn inkomen. Alles gaf hij op, om Jezus te leren kennen.

Zo’n dertig of veertig jaar later schreef deze voormalige belastingambtenaar zijn biografie over Jezus. Zijn doelgroep waren Joden die waren opgevoed met het idee dat Jezus een oplichter was.

Jezus moest ook wel een oplichter zijn, want Hij kon wel beweren dat Hij de Zoon van God was, maar als Hij dan zo machtig was, hoe kon Hij zich dan laten kruisigen? Dat strookte helemaal niet met de Hebreeuwse Bijbel.

Daar wordt gezegd dat iedereen die aan een paal hangt vervloekt is. Jezus werd aan een kruis gespijkerd en voor een Jood is er geen verschil tussen een paal en een kruis. Dus God had Jezus vervloekt en Hij kon daarom niet de Verlosser zijn.

Bovendien had Mozes gezegd dat de Messias een profeet zoals hij zou zijn. Mozes deed machtige dingen. Hij riep de tien plagen op Egypte af. Zijn staf spleet de Rietzee. Hij liet brood uit de hemel komen.

Het Oude Testament belooft bovendien een nieuwe David. David was een machtige strijder die al zijn vijanden versloeg, zelfs als ze reusachtig groot waren.

En de profeten en de psalmen spreken over een koning die tot in eeuwigheid zou regeren.

Dus wie hadden de Joden verwacht? Een profeet als Mozes, een koning als David. Geen zoon van een timmerman uit Nazaret. Ja, Hij deed wel wonderen, maar als God met Hem was geweest, dan was Jezus dus niet gekruisigd en gestorven.

Want dat het Oude Testament ook over Zijn lijden spreekt, dat was hun niet opgevallen.

Dit is het probleem van Matteüs.

Hoe kan Matteüs aan de Joden duidelijk maken dat Jezus een profeet als Mozes was, een koning als David, maar ook een Lijdende Dienaar zoals beschreven door Jesaja? Dat gaan we nu lezen.

Matteüs 27:27-30

De soldaten van de gouverneur namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om Hem heen. Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om, vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën.

Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,’ en ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af en sloegen Hem op het hoofd. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.

Vervolgens beschrijft Matteüs hoe Jezus wordt vastgespijkerd aan het kruis, hoe de soldaten om zijn kleren dobbelen en hoe Jezus door farizeeën en omstanders belachelijk wordt gemaakt. ‘Waarom komt je Vader je nu niet redden?’, vragen ze. Het wordt drie uur lang donker en uiteindelijk sterft Jezus.

Een portret van Jezus

We begonnen met de vraag: hoe kan Matteüs laten zien aan zijn volksgenoten dat Jezus zowel een profeet als Mozes en een koning als David is als een Lijdende Dienaar die Zijn leven geeft?

Dat doet hij op een manier die voor ons heel subtiel is, maar voor de mensen die erg bekend zijn met het Oude Testament niet. Hij schildert als het ware een portret van Jezus. Kijk maar eens.

Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om, vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,’

Hoe herken je een koning? Aan drie dingen. Een gouden staf, een gouden kroon en een rood-paarse mantel. Als je naar buiten gaat straks en je komt iemand tegen met een gouden staf in zijn hand, een gouden kroon op zijn hoofd en een roodpaarse mantel omgeslagen, dan weet je: die persoon denkt dat hij een koning is.

Dit zijn precies de voorwerpen die Jezus ook krijgt. Alleen is Jezus’ staf niet van goud, maar van riet. En nadat ze Hem belachelijk hebben gemaakt, slaan de Romeinse soldaten Hem met die rietstok.

Jezus krijgt ook een kroon.

Geen gouden kroon met prachtige juwelen, een kroon gemaakt van hout. Van takken met puntige doorns. Ze drukken deze kroon stevig op Zijn hoofd zodat het bloed over Zijn gezicht stroomt.

En de mantel? Is dat ook een nepmantel? Nee. Het is geen koningsmantel, maar wel een echte mantel. Een tweedehandsmantel met een scharlakenrode kleur.

De worm

Weet je, het was in de tijd van Jezus niet makkelijk om kleding die kleur te geven. Er was eigenlijk maar één manier. Er is een insect genaamd coccus ilicis, ook wel karmozijn wormpje genoemd. Dit is een soort vlieg, maar het vrouwtje kan niet vliegen en lijkt op een soort made.

Om eieren te leggen, hecht het vrouwtje zich vast aan een tak. Ze doet dit zo strak dat ze nooit meer los kan komen. Vervolgens vormt ze een hard schild om zichzelf om zo haar nageslacht te beschermen. Als haar larven uitkomen, voeden die die zich met hun nog levende moeder, totdat zij sterft. In dat proces kleurt zij scharlakenrood. Haar kinderen krijgen deze kleur ook, en ook de tak of de bladeren waar ze op zit. Als ze een paar dagen dood is, verdwijnt de rode kleur en wordt ze wit als sneeuw.

Het was deze kleur die het gordijn had in de tempel en het was ook deze kleur die de mantel had die de Romeinse soldaten bij Jezus omdeden.

Scharlakenrood. Dat was de kleur van de mantel. En zo zie je dat met één enkel detail de Bijbel een wereld voor ons opent. Want net als die worm hechtte Jezus zich aan het hout. Waarom? Om net als die moeder-worm Zijn kinderen te beschermen. Om hun leven te geven. Hij wordt eerst scharlakenrood en vervolgens wit als sneeuw. Hij stierf zodat Zijn kinderen kunnen leven.

Ook de profeet Jesaja sprak over deze kleur. Hij zei namens God:

‘Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw. Al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.’

Zo laat de natuur dus zien wat Jezus voor ons deed aan het kruis.

Om deze aflevering niet te lang maken, laat ik het nu hier hierbij. In de volgende aflevering komen we terug op Jezus, de worm aan het kruis. Hierin gaan we het hebben over de rol van Psalm 22, die door Matteüs uitgebreid wordt geciteerd.

Ik wens je een gezegende week toe en tot de volgende keer.


Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.

In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. 

Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop.