1 & 2 Kronieken bevindt zich in onze Bijbel in het hart van het Oude Testament, maar in de oorspronkelijke joodse volgorde staan deze Bijbelboeken achter in de Tenach (wat wij het Oude Testament noemen). Eigenlijk is die plek achterin logischer. Deze Kronieken zijn een soort samenvatting van het hele Oude Testament. Ze beginnen met Adam en eindigen met een vooruitblik op de gezalfde Koning die nog moet komen.
De eerste keer dat ik de Bijbel van voren naar achteren las, sloeg ik Kronieken over, omdat ik niet weer over David en Salomo wilde lezen. Maar dat was een fout. Er zit wat herhaling in deze Bijbelboeken, maar waar de vorige historische boeken vooral naar het politieke-menselijke aspect keken van deze gebeurtenissen, zijn 1 & 2 Kronieken ‘geestelijker’.
Net zoals 1 & 2 Samuel en 1 & 2 Koningen, vormen 1 & 2 Kronieken één boek, maar was er teveel tekst om op één boekrol te passen. Vandaar de opdeling. De verhalen in Kronieken zijn na de ballingschap opgeschreven. Misschien door Ezra (zie het volgende hoofdstuk), maar het zou ook iemand anders kunnen zijn geweest. De stammen Juda en Benjamin keerden terug naar het land dat eens aan Abraham was beloofd. Wat troffen ze daar aan? Een hard leven, voortdurend bedreigd door omringende volken. Als natie stelde Juda weinig voor.
De auteur van Kronieken had daarom een duidelijk doel voor ogen: het volk weer hoop geven door hen te wijzen op hun verleden, waarin God Zijn trouw liet zien, en het volk afwisselend zijn ontrouw en vertrouwen. Daarmee geeft Kronieken ook een blauwdruk voor hoe de Judeeërs moesten leven, namelijk zoals de trouwe koningen uit de geschiedenis en NIET zoals de koningen die hun eigen ‘ik’ dienden en andere goden volgden.
Kronieken openbaart Gods plan aan de mensen die het misschien vergeten waren doordat ze generaties in ballingschap waren geweest. De hoop wordt op twee manieren gevisualiseerd. Ten eerste laat Kronieken zien dat God David heeft gebruikt als een soort voorafschaduwing van de Messiaanse Koning die nog moet komen. Daarom ligt de focus op de dingen die David goed deed, en niet op zijn zwakheden. De hoop die naar voren komt, ligt dus in een Koning die nog niet is geweest.
Daarnaast moet de tempel worden herbouwd in Jeruzalem. De tempel is immers Gods huis en als die wordt herbouwd, leeft God weer in het midden van Zijn volk.
De eerste negen hoofdstukken van 1 Kronieken bevat geslachtsregisters. Misschien saai om te lezen, maar alle belangrijke personages uit de Bijbel komen wel terug. De nadruk ligt zoals gezegd op de familie van David, waar de Messias uit voort moet komen. De andere lijn die wordt gevolgd, is die van Aäron, de broer van Mozes. Aäron was immers de eerste priester.
Vervolgens laat de auteur David schitteren in zijn rol als koning en dienaar van God. We zien hoe hij Jeruzalem verovert en Israëls vijanden verslaat. Ook komt terug hoe God Zijn verbond sluit met David. Daarna komt er informatie die we nog niet hadden. David blijkt de ontwerper te zijn van de tempel. Hij vertelt Salomo hoe hij na Davids dood de tempel moet bouwen en wat voor ceremonie er nodig is om deze in te wijden.
In 2 Kronieken is David gestorven en bouwt zijn opvolger, Salomo, de tempel. God vult de tempel met Zijn glorie. De welvaart die Israël tot aan de dood van Salomo ervaart, is ongekend. Dan scheurt het koninkrijk en vanaf dit moment volgt Kronieken alleen nog de lijn van de koningen van Juda, en niet die van het tienstammenrijk. Hier zien we nog duidelijker dan in Koningen dat het goed gaat met het land wanneer de koning trouw is aan God. Er is veel tegenspoed tijdens koningschappen die tegen de lijn van God in gaan.
Uiteindelijk blijken ook Juda en Benjamin te ontrouw en worden ze weggevoerd in ballingschap. Details over de terugkeer lezen we in de boeken van Ezra en Nehemia, maar 2 Kronieken eindigt zacht gezegd erg vreemd. Plotseling zien we Cyrus, de koning van Perzië. Hij zegt:
‘Alle koninkrijken van de aarde heeft de Heer, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in Juda. Laten al diegenen onder u die tot Zijn volk behoren, zich verzekerd te weten van de hulp van de Heer, hun God, en daarheen gaan.’
Dit is letterlijk de laatste zin. Het is alsof hij niet eens is afgemaakt. 1 & 2 Kronieken zijn geschreven nadat het volk was teruggekeerd uit ballingschap. Dus de schrijver van deze Bijbelboeken vindt dat de beloften van God nog niet volledig zijn vervuld. De hoop ligt hem niet in de vrijlating uit Perzië, maar in de Messias die nog moet komen en de relatie tussen God en mens weer zal herinneren.
Wat een prachtige manier om het Oude Testament af te sluiten, want het eerste boek van het Nieuwe Testament begint met de komst van die nieuwe Adam. Wij gaan echter eerst verder met Ezra en Nehemia, die een belangrijke rol speelden bij de terugkeer van de stammen Juda en Benjamin naar het beloofde land.