Bijbellezen met Jan - S04 / E06

[Bijbel in 1 dag] - Genesis (deel 2)

Langzaam maar zeker keren de mensen zich weer van God af. Ze onderwerpen de aarde, bouwen steden en beginnen zich steeds machtiger te voelen. Ze besluiten een toren te gaan maken die tot in de hemel reikt. Opnieuw wil de mens aan God gelijk zijn. God kan dat niet toestaan en brengt grote verwarring door mensen voortaan in verschillende talen te laten spreken. Er ontstaat verwarring. Mensen die zelfde taal spreken, zoeken elkaar op en besluiten te verhuizen.

Adam en Eva werden vermoedelijk zo’n 4000 jaar voor Christus geschapen. De zondvloed vond plaats rond tussen 2500 en 2300 voor Christus en de toren van Babel zo’n 200 jaar later. Er zijn verschillende manieren om deze data uit te rekenen en ze leiden soms tot verschillende conclusies. Dus richt je niet teveel op deze jaartallen. Ze geven slechts een indicatie, zodat je een beetje beseft waar we zitten in het verhaal.

Abraham

Tussen de schepping in Genesis 1 en de toren van Babel in het begin van Genesis 11 zit dus zo’n tweeduizend jaar. Vanaf Genesis 11:10 verandert het verhaal drastisch. Hier kiest God namelijk een man uit via wie Hij de hele aarde en alle volken wil zegenen. Deze Abraham (eerst Abram genoemd) wordt de stamvader van het volk Israël en uiteindelijk ook van Jezus.

Abraham werd geboren rond het jaar 2200 voor Christus en wordt door God geroepen om op weg te gaan naar een nieuw land.

‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. Ik zal je tot een groot volk maken,

ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’

Deze kinderloze, 75-jarige oude Abraham en zijn vrouw Sara (eerst Saraï genoemd) worden op nogal een avontuur gestuurd. De beloning zal groot zijn, maar garanties hebben ze niet. Toch vertrouwen ze God. Ze geloven Hem op Zijn Woord.

Dit is de sleutel tot het begrijpen van de rest van de Bijbel. God wil de aarde zegenen en de relatie tussen Hem en de mens weer goedmaken. Hij doet dit via Abrahams familie en daarom gaat de rest van de Bijbel voornamelijk over het nageslacht van Abraham. God wil het volk van Israël gebruiken om de andere natiën te zegenen. Dit is een voorrecht én een last. Als ze God volgen, worden ze gezegend en als ze ontrouw zijn, worden ze gestraft, zoals we later zullen zien. In feite doet God dezelfde belofte aan Zijn volk als Hij duizenden jaren eerder deed aan Adam en Eva: een volmaakt land om in te wonen, vrede onderling en een ongeschonden relatie tussen God en Abraham.

Niemand uit de lijn van Abraham is echter volmaakt. Alle bekende, Bijbelse figuren maken fouten, soms met grote gevolgen. Toch blijft God wel trouw en Hij stuurt uiteindelijk Zijn eigen Zoon, Jezus Christus. Deze Messias, ofwel: Verlosser, brengt uiteindelijk vrede en recht.

Abraham beseft dit allemaal nog niet als God naar hem toe komt. Hij moet in Hem geloven. De Bijbel zegt hierover,

‘Abraham vertrouwde op God en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend. Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht. Maar iemand zonder verdienste, die echter vertrouwt op hem die de schuldige vrijspreekt, wordt vanwege zijn vertrouwen rechtvaardig verklaard.’ - Romeinen 4:4-5

Het zijn dus niet Abrahams daden die zijn zonden tenietdoen. God zal zijn fouten uitwissen. Abraham hoeft alleen maar op God te vertrouwen. Zie je waarom we het Oude Testament nodig hebben om het Nieuwe Testament te begrijpen? God doet het werk. Hij wil zegenen. Wij hoeven alleen maar op Zijn goedheid te vertrouwen. Dat wil niet zeggen dat er geen moeilijke perioden zullen zijn. Abraham maakte een zware reis, kwam soms in levensgevaar en moest nog eens 25 jaar wachten voor Sara en hij hun langverwachte zoon Isaak kregen.

En tegen de tijd dat Isaak een jonge man was, stelde God Abraham nogmaals op de proef. Hij vroeg Abraham zijn zoon te offeren. Dit is misschien wel één van de meest onbegrepen verhalen uit de Bijbel. Vooral omdat de meeste mensen denken dat Isaak een klein kind was. Dat was niet zo. Hij was een jonge man die zelf zijn leven wilde afleggen als dat nodig was om God te dienen.

De overeenkomsten tussen deze opdracht aan Abraham en Isaak en de opdracht aan Gods eigen Zoon, Jezus, zijn bijna eng. Abraham en Isaak gingen de berg Moria op, waar eeuwen later Jeruzalem zou worden gebouwd. Het is dus ook de berg waar Golgotha zich bevindt. God kwam op de eerste plaats, nog vóór Abrahams erfgenaam. Al het eerstgeborene behoorde God toe. De hele familie was afhankelijk van die eerstgeborene. Toen God aan Abraham vroeg om zijn zoon te offeren, moest hij dat doen voor de vergeving van de zonden van de familie.

Maar Isaak was veel sterker dan Abraham. Het is waarschijnlijk dat hij zelf op het altaar is gaan liggen toen hij begreep dat er geen dier was om te offeren. Hij vroeg er zelfs zijn vader nog naar. Abraham had de moed niet om de waarheid te vertellen en deed onbewust een profetische uitspraak. God zou voorzien. Zelf hield Abraham vast aan Gods belofte om hem te zegenen via deze zoon. Hij geloofde zelfs dat God hem uit de dood kon opwekken.

Net toen Abraham zijn mes hief, greep een engel in. En plotseling was daar een ram om te offeren. God voorzag. Elk offer in die tijd wees vooruit naar het ultieme offer dat Jezus zou brengen. Want 2000 jaar later, op diezelfde berg, offerde God wél zijn eigen Zoon. En ook hier ging de Zoon uit vrije wil. En deze Zoon stond op uit de dood, precies wat Abraham geloofde over zijn zoon.

Na Abraham volgen we Isaak, Jakob en zijn twaalf zonen. Keer op keer zien we hoe ze in de fout gaan. Abraham bijvoorbeeld maakt twee keer de fout om niet tegen andere leiders te zeggen dat Sara zijn vrouw is. Ze is op haar hoge leeftijd nog zeer aantrekkelijk en Abraham is bang dat hij daarom wordt vermoord. En als Sara niet zwanger wordt, besluit hij een slavin zwanger te maken.

Keer op keer grijpt God in. Hij neemt de gevolgen van de zonden niet weg, maar blijft zelf wel trouw en verlaat Abraham niet. Sterker nog, voor de geboorte van Isaak sluit hij een verbond met Abraham. Een verbond is een contract of een overeenkomst. Het wordt op voor ons bijzondere manier gesloten. Abraham zit in de woestijn. Het is nacht. God komt naar hem toe en daagt hem uit de sterren aan de hemel te tellen. Zo groot zal zijn nageslacht worden. Als je christelijk bent opgevoed, ken je dit deel van het verhaal goed.

Dan volgt iets wat minder bekend is. God draagt Abraham op verschillende dieren te halen en ze door de helft te snijden. Als je in die tijd een verbond met iemand sloot, liep je met de andere partij tussen die dode dieren door, alsof je wilde zeggen: ‘Mag dit met mij gebeuren als ik me niet houd aan de overeenkomst die tussen ons is gesloten.’

God belooft Abraham Zijn land en Zijn zegen, Abraham belooft God eeuwige trouw. Het wonderlijke? Abraham loopt niet tussen de dode dieren door. Alleen God doet dat. Hij weet dat Abraham niet volmaakt is en zijn aandeel in het verbond niet kan houden. Daarom loopt God alleen. Hij zal voorzien. Tweeduizend jaar na Abraham is het Zijn lichaam dat uiteindelijk op Golgotha kapot wordt gemaakt.

Isaak, Esau, Jakob en Jozef

Abraham sterft vredig als een oude man en de familiegeschiedenis gaat verder met Isaak en zijn zonen Esau en Jakob. Jakob betekent ‘de leugenachtige’ en hij doet zijn naam eer aan. Zo steelt hij - aangezet door zijn moeder - de zegen van de eerstgeborene, van zijn oudere tweelingbroer Esau. Esau is woedend en Jakob moet vrezen voor zijn leven. Hij vlucht naar het land van zijn voorouders en trouwt uiteindelijk met vier vrouwen, hoewel hij alleen van Rachel houdt. De enige die nog hypocrieter is dan Jakob, is zijn schoonvader Laban. Laban misleidt Jakob keer op keer en uiteindelijk keert Jakob terug naar zijn familie.

Maar Jakob is bang voor zijn broer Esau, die hij heeft bedrogen. Hij gaat in gebed, niet wetende dat Esau hem al heeft vergeven. Terwijl Jakob aan het bidden is, overvalt een Man hem en ze worstelen tot de ochtend. De Man blijkt echter God te zijn. Jakob weigert los te laten voordat God hem zegent en God geeft hem Zijn zegen. Jakob krijgt bovendien een nieuwe naam: Israël, wat worstelt met God betekent.

Niets menselijks blijkt Israël vreemd. Van zijn twaalf zonen houdt hij het meest van Jozef (zijn elfde zoon), omdat Jozef het kind van zijn meest geliefde vrouw Rachel is. Israël maakt de fout zijn voorkeur te laten blijken en geeft Jozef een speciale, kleurrijke mantel. Dit leidt tot afgunst bij zijn oudere broers. Ze kidnappen Jozef, gooien hem in een put en verkopen hem uiteindelijk aan slavenhandelaren.

Zo komt Jozef uiteindelijk in Egypte. Hij blijft God echter trouw en de zegen van de Heer rust op hem. Hij wordt de baas van het huishouden van zijn meester, tot de vrouw van zijn meester met hem naar bed wil. Hij weigert, zij beschuldigt hem van poging tot verkrachting en Jozef komt uiteindelijk in de gevangenis terecht. Pas na twee jaar wordt hij vrijgelaten, omdat hij in staat blijkt de droom van de farao uit te leggen. Nou ja, niet Jozef, maar God via Jozef, zoals Jozef zelf aangeeft.

Wat droomde de farao? God waarschuwt de farao dat er zeven vette jaren aankomen, gevolgd door zeven jaren hongersnood. Jozef legt niet alleen de droom uit maar adviseert de farao bovendien graanschuren aan te leggen. De farao benoemt Jozef direct tot een soort vice-president. Alleen de farao zelf is machtiger dan hij.

Als de hongersnood de regio treft, gaan Jozefs broers naar Egypte, niet wetende dat Jozef zo’n positie verworven heeft. Ze herkennen hem niet en Jozef test zijn broers om te zien of ze zijn veranderd. Hij dwingt hen eerst hun jongere broer Benjamin op te halen en vervolgens om hem in Egypte achter te laten.

Zijn broers springen voor Benjamin in de bres: liever wij in de gevangenis dan Benjamin. Jozef houdt het niet langer en in een dramatische scène vertelt hij hen wie hij is, dat hij dus nog leeft, en vergeeft hen wat ze hem hebben aangedaan. Ook de rest van de familie, inclusief Jakob, komt in Egypte wonen.

Uiteindelijk sterft Jakob in Egypte in het bijzijn van al zijn zonen. Toch zijn Jozefs broers nog altijd bang voor hem en ze smeken hem hen te sparen nu hun vader er niet meer is. ‘We zijn bereid je slaaf te worden.’

Jozef wordt hier uitermate verdrietig van en antwoordt,

‘Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft. Wees dus niet bang. Ik zal zelf voor jullie en jullie kinderen zorgen.’ - Genesis 50:19-21

De woorden van Jozef staan in het laatste hoofdstuk van Genesis en vormen een prachtige afronding van het begin. Vanaf Adam en Eva die van de boom met kennis van goed en kwaad aten tot aan Jozef en zijn broers, zien we dat de mens ontrouw en egoïstisch is en kwaad doet. Maar God laat de mens niet aan zijn lot over. Hij blijft trouw en is vastberaden om zijn mensen te zegenen ondanks hun fouten.

In het begin gaf God de mens

1) een volmaakt land om op te leven,

2) een volmaakte harmonie tussen mensen onderling,

3) een volmaakte relatie met God.

Dat is de zegen die God aan de mens wil geven. Een andere manier om dit te omschrijven, is het ‘koninkrijk van God’ of ‘het koninkrijk van de hemel’. Een koninkrijk bestaat immers uit drie elementen: een koning, land en onderdanen. Als die drie elementen in volkomen harmonie zijn, is dat dan geen paradijs?

Vanaf Genesis 3 zien we God aan het werk om dit opnieuw mogelijk te maken. Hij beloofde een nieuwe Adam en koos Abraham uit om daar de stamvader van te zijn. Na Abraham komt Isaak, dan Esau, dan Jakob en dan… Juda. Jezus wordt uiteindelijk geboren in de stam Juda, zoals Jakob voorspelt aan zijn zonen op zijn sterfbed. In een ontroerend mooi gedicht noemt hij Juda een leeuw, zijn broers zullen voor hem buigen en in zijn handen zal de scepter blijven. Ofwel: de Nakomeling van Juda zal eeuwig heersen. Via Hem zal God de beloften herstellen en zegen brengen voor de hele wereld.

Jakob sterft. Zijn zonen, inclusief Jozef, sterven uiteindelijk ook en daar eindigt Genesis mee. Het is een cliffhanger van jewelste. Wat gebeurt er met het volk Israël in Egypte? Wat doet God? En zullen ze Hem nu wel trouw volgen? We zullen verder moeten lezen om daarachter te komen. Het avontuur van God en mens gaat verder in Exodus.


Over Bijbellezen met Jan

Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.

In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. 

Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop.