Ezra en Nehemia zijn meestal twee aparte boeken in de Bijbel, maar in feite vormen ze één geheel. Een soort deel 1 en deel 2 van hetzelfde verhaal. Het boek Ezra begint ongeveer waar 2 Koningen is geëindigd, maar dan vijftig jaar later. De tien stammen van Israël en de twee stammen die het koninkrijk Juda vormden zijn afzonderlijk van elkaar afgevoerd naar verre landen. De tempel is verwoest, Jeruzalem is een spookstad geworden. Maar God had al aangekondigd dat de ballingschap niet het laatste hoofdstuk in het verhaal zou zijn.
We beginnen met twee belangrijke personages. De één heet Zerubbabel. Hij is een afstammeling van koning David. De ander heet Jesua. Hij is een afstammeling van Aäron, de eerste priester van Israël. Zowel Davids koninkrijk als Aärons priesterschap bestaan niet meer. Maar God beweegt de Perzische koning ertoe een deel van de mensen terug te laten keren om een tempel voor Hem te bouwen in Jeruzalem. Zo’n 42.000 familieleden van de ballingen en ruim 7.000 slaven gaan naar het Beloofde Land.
Zerubbabel en Jesua bouwen het altaar van God op de oorspronkelijke plaats en offeren dagelijks, volgens de richtlijnen die de Heer eerder al aan Mozes had gegeven. Dat de eredienst op dit moment is hersteld is ontzettend hoopvol. Als objectieve lezer vraag je je misschien af: als deze profetie van God nu uitkomt, komen dan de andere profetieën ook gauw uit? Kunnen we de Messiaanse Koning nu ook ieder moment verwachten? Wordt de tempel hersteld? Wordt Gods koninkrijk gevestigd, niet alleen in Jeruzalem en Israël maar in de hele wereld?
Vuurkolom
Het antwoord is ‘nee, nog niet’. Opvallend is dat toen de Tabernakel voor het eerst werd gewijd en in gebruik werd genomen, God in een vuurkolom neerdaalde en onder Zijn volk leefde. Dat ‘vuurwerk’ blijft dit keer uit. God woont dus niet weer automatisch in het midden van Zijn volk. De nieuwe tempel heeft dus niet dezelfde status als de eerste tempel.
Het is ook vreemd om te zien dat Zerubbabel de hulp van lokale mensen weigert die mee willen helpen de tempel te herbouwen. Dit blijken nazaten van de oorspronkelijke ballingen te zijn die nog altijd in de buurt van Jeruzalem wonen. Zij mogen niet meehelpen, omdat ‘Cyrus de opdracht aan ons heeft gegeven’. Dit is een aparte reactie, want de profeten hebben duidelijk voorzegd dat vele natiën zouden samenkomen om God te aanbidden. Dus nee, Gods beloften gaan hier niet in vervulling.
Zo’n zestig jaar na Zerubbabel en Jesua krijgt ook Ezra toestemming om naar Jeruzalem te gaan. Hij is een leider van de ballingen in Babylon en iemand die de Schriften onderwijst aan de Israëlieten. Koning Artaxerxes geeft hem toestemming om te gaan naar de stad van waaruit zijn voorouders waren verdreven. Ezra heeft een duidelijke missie. Hij wil het volk daar geestelijk vernieuwen.
Hij komt er al snel achter dat veel van de teruggekeerde Israëlieten getrouwd zijn met lokale mensen. ‘Buitenlanders’, zouden we nu zeggen. Ezra wil daar iets tegendoen. Niet uit racistisch motief. Ezra kende de waarschuwingen van God. Andere volken zouden Zijn volk verleiden om achter hun goden aan te gaan. Israël moet echter heilig zijn. Dat wil zeggen, voor God apart gezet.
Zijn eerste stap is juist. Ezra bidt ernstig om vergeving. Dit is een zeer ontroerend moment in de Bijbel. Dan doet hij iets wat God hem helemaal niet had verteld. Hij dwingt scheidingen af. Complete gezinnen worden uit elkaar gerukt. De mannen keren terug naar het volk Israël, de vrouwen en kinderen worden weggestuurd.
De profeet Maleachi heeft gezegd dat de ballingen inderdaad hun zuiverheid in de gaten moesten houden, maar ook dat God er van walgt als een man zijn vrouw wegstuurt. (Lees Maleachi 2 voor de context.) Het geeft eens te meer aan dat God het niet met alles eens is wat er in de Bijbel gebeurt. Zelfs de mensen die Hij gebruikt maken soms grove fouten met rampzalige gevolgen.
Nehemia
Na Ezra keert ook Nehemia terug naar het huidige Israël. Hij is een Jood die werkt voor de Perzische koning. Hij is diep geraakt als hij berichten ontvangen over Jeruzalem en de verwoeste muren. Hij bidt tot God. Koning Artaxerxes heeft door dat er wat mis is met zijn dienaar, vraagt hem wat er scheelt en geeft Nehemia uiteindelijk toestemming om terug te keren naar Jeruzalem om de stadsmuren te herbouwen. Hij krijgt zelfs gewapende begeleiding, gereedschap en bouwmaterialen mee.
Als Nehemia aankomt in Jeruzalem begint hij met de herbouw van de stadsmuren van Jeruzalem. Hij wordt tegengewerkt door mensen die in de omgeving wonen en stelt zelfs één wachter aan voor elke persoon die bouwwerkzaamheden uitvoert.
Ook dit deel van het verhaal begint dus veelbelovend. Is God bezig Zijn eeuwige koninkrijk te vestigen en begint dat dus hier in Jeruzalem? Het antwoord is weer ‘nee, in ieder geval niet volledig’. Zoals de profeet Zacharias heeft gezegd: het Nieuwe Jeruzalem zal een stad zijn zonder muren, Gods aanwezigheid zal de stad omringen en mensen van alle volken zullen komen om God te aanbidden.
Daar is in de tijd van Nehemia nog absoluut geen sprake van. Eén van de principes die je hier ziet is dat Gods profetieën vaak op verschillende manieren en momenten worden vervuld. Meestal eerst klein en onvolledig, later groots en volledig. In dit voorbeeld laat God Jeruzalem herstellen, zoals Hij had voorspeld, maar ooit zal er een hemels Jeruzalem op aarde neerdalen, zoals we lezen in bijvoorbeeld Openbaring.
Daar zijn we echter nog niet. Laten we verder gaan met Nehemia. Deze leider schuwt de confrontatie met de andere volken niet. Hij laat ze weten dat ze niet welkom zijn en krijgt mede daardoor te maken met vijandigheid.
Ook het verhaal van Nehemia heeft een interessant slot. Eerst organiseren Ezra en Nehemia een groot feest dat wel een week duurt. Alle voormalige ballingen die inmiddels in Jeruzalem zijn aangekomen, krijgen tijdens die week de Wet van God uitgelegd. Ze lezen de hele Thora (dat zijn de vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium). Vervolgens geven ze hun zonden toe en vernieuwen ze hun verbond met God. Dat wil zeggen: ze beloven opnieuw trouw te blijven aan Gods Woord. Dan vieren ze dat de tempel en stadsmuren weer zijn hersteld.
Een prachtig einde. Alleen is dit niet het einde. Nehemia maakt een rondje door de stad en ziet dat de tempeldienst wordt verwaarloosd. Ook zijn er ongekwalificeerde mensen aan het werk in de stad en worden Gods wetten overtreden. Het werk van Zerubbabel, Ezra en Nehemia raakt alweer in verval.
Nehemia gaat als een bezetene tekeer, maar de vraag is hoeveel indruk het maakt op de mensen in de stad. Aan het eind van het verhaal bidt Nehemia tot God en zegt: ‘Herinnert U zich alstublieft mijn goede daden. Ik heb mijn best gedaan.’
Wat willen de boeken Ezra en Nehemia nu precies communiceren? Hoewel een gedeelte van de Israëlieten weer is teruggekeerd in het beloofde land en Jeruzalem, en de tempel, de muren en de eredienst zijn hersteld, is de geestelijke conditie van de ballingen niet veranderd. Ze zijn nog steeds nog net zo zondig en opstandig als voor de ballingschap. Hun hart moet veranderen.
Gelukkig heeft God ook daar een plan voor.