Daniël was een jonge man die samen met drie vrienden meegenomen werd door de Babyloniërs nadat ze Jeruzalem hadden ingenomen. Daniël is een bijzonder figuur in de Bijbel. Hij is een afstammeling van David en een trouwe volgeling van God. Zelfs in een land dat vijandig staat tegenover de godsdienst van het overwonnen volk Israël, houdt Daniël zich aan Gods wet. Met gevaar voor eigen leven moeten we daar bij zeggen.
Het Bijbelboek ‘Daniël’ bestaat eigenlijk uit twee delen. In de eerste zes hoofdstukken worden de verhalen van Daniël en zijn vrienden verteld. Eerst weigeren ze het voedsel te eten dat niet voldoet aan Gods voorschriften. Later buigen de drie vrienden - Sadrach, Mesach en Abednego - niet voor het beeld van de koning Nebukadnessar. Ze worden in een grote vuuroven gegooid, maar verbranden niet. Sterker nog: Nebukadnessar ziet een vierde figuur, een engel, rondlopen in de oven.
Maar eerder al legt Daniël de droom uit van koning Nebukadnessar. Een reusachtig standbeeld van verschillende materialen wordt verwoest door een grote, rollende steen. Het standbeeld staat symbool voor elkaar opvolgende koninkrijken. De rotsblok die het beeld verwoest, verandert in een berg en staat symbool voor Gods Koninkrijk.
Dit is een belangrijk thema van Daniël. De kwaadaardige koninkrijken brengen veel geweld naar deze wereld, maar uiteindelijk zal God ingrijpen. Er komt een einde aan de hoogmoed van deze volken en er komt een koninkrijk van vrede en gerechtigheid.
Waarschuwingen voor de koningen
Niet veel later in het boek waarschuwt God Nebukadnessar en zijn zoon Belsassar dat ze zich nederiger moet opstellen. Dat doet Hij via een droom die door Daniël moet worden uitgelegd. Ze weigeren hun trots te laten varen en Nebukadnessar wordt waanzinnig. Nu zouden we misschien zeggen dat hij een ernstige psychose kreeg. Zeven jaar lang leeft hij als een wild dier. Na die zeven jaar ‘krijgt hij zijn verstand terug’ (zoals hij zelf zegt) en hij heeft zijn lesje geleerd. Nebukadnessar geeft God de eer die Hem toekomt en wordt nog een tijdje koning.
Zijn opvolger (en zoon) Belsassar heeft niets geleerd van wat er met zijn vader is gebeurd en laat God links liggen. Op een avond tijdens een groot feest schrijft een vinger op een muur dat zijn tijd is gekomen. Die nacht wordt Belsassar in zijn slaap door een moordenaar om het leven gebracht. Het machtige Babylon wordt overgenomen door de Meden en de Perzen.
God zegent Daniël en daardoor krijgt hij een hoge positie. De andere bestuurders zijn jaloers en willen hem ten val brengen. Maar omdat Daniël zo eerlijk en betrouwbaar is, kunnen ze hem alleen pakken via een list. Ze laten de nieuwe machthebber, Darius, een wet uitvaardigen die mensen verbiedt een andere god te aanbidden. Daniël bidt echter vrolijk hardop en bovendien met het raam open. Voor straf wordt hij in een leeuwenkuil gegooid, maar de wilde beesten vallen hem niet aan.
Zo is de bemoedigende les voor christenen van alle tijden dat God helpt stand te houden tijdens vervolging. Dat zagen we ook bij de drie vrienden. Veelzeggend zijn hun woorden voordat ze in de oven worden gegooid: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat God ons zal redden en zelfs al doet Hij dit niet, dan nog zullen wij uw goden niet vereren!’
De visioenen van Daniël
Daniël was ook een profeet en met name de laatste zes hoofdstukken laten de visioenen zien die Daniël heeft ontvangen. Hij ziet vier beesten: een soort leeuw met vleugels, een dier dat op een beer lijkt, een soort gevleugelde panter met vier koppen, en een dier met ijzeren tanden en tien horens. Drie van de horens maken plaats voor een andere hoorn.
Een engel moet de droom aan Daniël uitleggen. Elk dier staat voor een koninkrijk. Het laatste beest is een zeer kwaadaardig koninkrijk. De nieuwe hoorn staat symbool voor een bijzonder arrogante koning. Iemand die zichzelf boven God plaatst. Hij vervolgt Gods kinderen. In de droom worden deze koninkrijken uiteindelijk verwoest en geoordeeld.
Er verschijnt ‘iemand die op een mens lijkt’. Oudere Bijbelvertalingen zeggen: ‘de Mensenzoon’. Dit is de verlosser die later Gods koninkrijk op aarde zal vestigen. Toen Jezus op aarde leefde, noemde Hij zichzelf de Mensenzoon. In de droom is te zien hoe iedereen Hem dient.
In een volgend visioen ziet Daniël een ram en een geit. Met de ram wordt het koninkrijk van de Meden en Perzen bedoelt, terwijl de geit symbool staat voor het oude Griekenland. De geit heeft meerdere hoorns, en één daarvan staat symbool voor de zeer kwaadaardige koning waar we eerder over hoorden. Nu vertelt God dat deze koning Jeruzalem zal aanvallen en de tempel zal onteren met afgoden. Maar hij zal geen stand houden tegen God en uit de weg worden geruimd.
Het is een hoopvol beeld, maar Daniël raakt ook ernstig in de war. Hij wil onder meer graag weten hoe lang dit nog gaat duren. Hij raadpleegt de boeken van Jeremia en ontdekt dat de ballingschap zeventig jaar zou duren. Die tijd is bijna voorbij en hij smeekt God zich te houden aan Zijn beloften.
En ondanks dat nergens wordt beschreven dat Daniël iets verkeerds doet, belijdt hij toch de zonden van het volk. Dan verschijnt een engel aan Daniël. De engel vertelt met een ingewikkelde profetie dat er ooit een gezalfde vorst zal komen, en dat Jeruzalem zal worden hersteld.
Toekomstige koningen
Daniël krijgt nóg een visioen. God vertelt hem opnieuw van de koningen die nog zullen komen. Eén van hen is bijvoorbeeld de koning die wij kennen als ‘Alexander de Grote’, een Griekse veroveraar. Maar al deze koninkrijken verdwijnen weer. Uiteindelijk komt er één koning uit het noorden die Jeruzalem zal veroveren en zijn afgoden neerzet in Gods tempel.
Het is onduidelijk welke koning hier wordt bedoeld. Misschien de Syrische koning die in de tweede eeuw voor Christus in Jeruzalem veel joden liet doden en zijn goden in de tempel plaatste. Het kan ook zijn dat de Romeinen worden bedoeld en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 na Christus. Of misschien moet dit visioen nog realiteit worden.
Omdat de profetieën in de Bijbel vaak op meer dan één manier uitkomen, geloof ik dat al deze interpretaties waar zijn. Ze zijn op verschillende manieren werkelijkheid geworden en de volledige vervulling komt nog.
Het boek Daniël gaf zo hoop aan het volk van God tijdens de ballingschap, tijdens de verovering door de Syrische koning, tijdens de Romeinse onderdrukking en het geeft nu nog steeds hoop, zeker voor mensen die worden vervolgd vanwege hun geloof.
Het patroon dat Daniël beschrijft, zien we van Genesis tot Openbaring. De mens is zondig, maar God straft de zonde, vergeeft en redt. De oproep aan ons mensen is om op God te vertrouwen. Verder hoeven we niets te doen. Alleen trouw blijven, zoals Daniël en zijn vrienden lieten zien. Uiteindelijk zal God een eind maken aan al het kwaad en Zijn koninkrijk vestigen.