Het Chinese karakter Dao is samen gesteld uit twee componenten:
een voet die meerdere stappen maakt en een hoofd met haar: hoofd, baas, bovenal, oorsprong, leiden. De combinatie van deze twee tekens duidt aan: weg, pad, leer, principe, leiden, gaan (in het engels ‘to go ahead’).
Dao is het Onnoembare, de afwezigheid van wat dan ook. Het is wat overblijft als al het andere van de mens is weg gevallen. Het is dat waar alles uit voortkomt en weer naar toe terugkeert.
De mens zal altijd weer proberen Dao te bevatten, te begrijpen en te kennen en vele hoofdstukken in het boek bevatten verschillende invalshoeken om het Dao te benaderen, bijvoorbeeld via naamgeving, via de leegte, via de zintuigen, enz., enz.. Al die pogingen lopen vast in het grote mysterie dat Dao is. We kunnen er ons slecht over verwonderen en dankbaar zijn voor dit kosmisch scheppende principe.